Sander Kollaard – Lentehonger

Al zolang Kollaard in Zweden woont, vertelt hij vrienden in Nederland over de glorieuze Zweedse lente, over de ongelooflijke frisheid ervan, het licht, de kleur, en koestert hij het verlangen erover te schrijven. Bijna elk jaar begint hij aantekeningen te maken, eerst vlijtig, dag na dag, maar allengs minder, totdat de inspanning verdampt in de dingen die altijd urgenter lijken. Maar afgelopen jaar was hij vastbesloten: dit keer bewandelt en beschrijft hij de Zweedse lente.

Tijdens zijn wandelingen stuit hij op schreeuwleeuweriken, onhandige fazanten, iets vinkerigs, iets spechterigs, en een duizelingwekkende hoeveelheid planten in bloei. Te midden van zo veel leven denkt Kollaard na over de dood, omhelsd door zo veel lichtheid schrijft hij over somberte, en chagrijnig door een sneeuwbui in april legt hij uit hoe je de natuur een zetje kunt geven – want ze komt niet vanzelf, die lente.

Sander Kollaard (1961) is geboren in Amstelveen. Sinds 2006 woont en werkt hij in Zweden. Zijn debuut, de verhalenbundel Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde (2012), werd bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2014. In 2015 volgde zijn eerste roman, Stadium IV en in 2019 de roman Uit het leven van een hond, waarmee hij de Libris Literatuur Prijs won. Vorig jaar publiceerde hij De kleuren van Anna.

Yolanda Entius – Ogentroost

Sterk en vrij voelt Yolanda Entius zich als ze met de tent op haar rug door de bergen loopt. Haar rugzak is gevuld met alleen het essentiële; de inhoud wordt gedicteerd door een looplijst die na jarenlange wandelervaring in steen is gebeiteld. Ook de wandelkaart biedt houvast tijdens haar tocht in de Mercantour, langs de Frans-Italiaanse grens: waar haar trouwe tent, de Slak, kan worden opgezet, waar water te vinden is, welke route ze moeten volgen; het staat allemaal op papier.

Maar Entius heeft niet alles onder controle. Haar geliefde F bijvoorbeeld, die zich tijdens hun wandeling volledig aan haar regie onttrekt, en tranen, het weer, herinneringen, ontroering en de dood. In een verslavend relaas denkt Entius na over alleen en samen zijn, controledwang en -verlies, de binnen- en buitenwereld, en over wat de ogen troost biedt.

Yolanda Entius (1961) studeerde geschiedenis en werkte jarenlang als actrice en regisseur. Ze debuteerde in 2005 met de roman Rakelings, die werd bekroond met de Selexyz Debuutprijs. In 2017 verscheen Entius’ eerste boek bij Van Oorschot: Abdoel en Akil. De roman stond op de longlist van zowel de Libris als de ECI Literatuurprijs. Hierna volgden de romans Het verhaal van Benito Benin en dat van Fanny en Niet ik, beide werden zeer lovend ontvangen.

Twee titels op de shortlist Europese Literatuurprijs 2022!

Juryvoorzitter Manon Uphoff heeft tijdens een feestelijke presentatie in Spui25 in Amsterdam de shortlist van de twaalfde editie van de Europese Literatuurprijs bekendgemaakt. De prijs bekroont zowel de schrijver als de vertaler van het beste hedendaagse Europese literaire fictiewerk dat in het voorgaande jaar in Nederlandse vertaling is verschenen.

De vakjury van de Europese Literatuurprijs 2022 bestaat naast auteur Manon Uphoff uit Hans Maarten van den Brink (De Groene Amsterdammer), Martine Vosmaer (winnaar ELP 2020 voor Lente van Ali Smith, een duovertaling met Karina van Santen), Ilja Velthuis (Athenaeum, Haarlem) en Fons Plukker (Maximus Hillegersberg, Rotterdam). De vakjury selecteert zowel de vijf titels voor de shortlist als de winnaar van de Europese Literatuurprijs 2022.

‘Natuurlijk  ̶  dat zal wel altijd het lied én het lot van een jury zijn  ̶  is het lastig een shortlist samen te stellen uit een longlist van twintig heel verschillende boeken, vertaald uit elf verschillende talen. Maar waar vaak geklaagd wordt dat het gros van het aanbod uit de Angelsaksische wereld komt, blijkt hier hoeveel de Europese literatuur heeft te bieden, en dankzij de vertalers is zij voor ons toegankelijk. Zonder hun werk stonden wij met lege handen, en bleven deze boeken, vooral uit de wat ‘kleinere’ taalgebieden, veelal buiten bereik.’ aldus de jury, die de volgende shortlist samenstelde:

  • Vang de haas van Lana Bastašić, vertaald uit het Servo-Kroatisch door Pavle Trkulja (Meulenhoff)
  • Nocilla-trilogie van Agustín Fernández Mallo, vertaald uit het Spaans door Adri Boon (Koppernik)
  • Een geest in de keel van Doireann Ní Ghríofa, vertaald uit het Engels door Caroline Meijer (Van Oorschot)
  • De wereld is niet stuk te krijgen van Maxim Osipov, vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Seijo Epema (Van Oorschot)
  • Het geknetter in de sterren van Jón Kalman Stefánsson, vertaald uit het IJslands door Marcel Otten (Ambo|Anthos)

Over de prijs

De Europese Literatuurprijs bekroont het beste hedendaagse Europese literaire fictiewerk dat in het voorgaande jaar in Nederlandse vertaling is verschenen. Zowel de schrijver als de vertaler van het winnende werk wordt geëerd; de schrijver ontvangt € 10.000 en de vertaler € 5.000.

De longlist is samengesteld door zeventien Nederlandse kwaliteitsboekhandels. Uit deze lijst van twintig titels selecteerde de jury de shortlist en kiezen zij de winnende roman. De prijsuitreiking vindt plaats op zaterdag 5 november 2022 op het Crossing Border Festival in Den Haag.

Japanse anekdotes door meesterverteller Yamamoto: De blauwe schuit

Het is 1928. Een onbekende jonge schrijver huurt een huisje in Urakasu, een vissersstadje dat qua afstand niet ver van Tokyo ligt, maar waar hij zich bijna op een andere planeet waant. Daar koopt hij een wrakkig bootje waarmee hij de omgeving verkent, en tegelijkertijd leert hij de bevolking van het stadje kennen. Zo komt hij meer aan de weet over ‘emmergekken’, filosofische vissers, ondernemende schooljongens, eenden, krabben en strandkastanjes.

De sfeer en lichte toon maken dat De blauwe schuit ongeëvenaard is qua humor en stille tragiek. De prachtige portretten die Yamamoto schetst doen denken aan Antoon Coolens Dorp aan de rivier. En dankzij de vaak humoristische verwikkelingen heeft De blauwe schuit ook iets van de rakugo, anekdotes met een pointe volgens de Japanse literaire traditie. Zeker is dat Yamamoto’s verbeeldingskracht onweerstaanbaar is, veel scènes raakt de lezer nooit meer kwijt.

In Japan is Shūgorō Yamamoto (1903–1967) misschien wel de bekendste schrijver van historische fictie, maar in het buitenland is zijn naam nagenoeg onbekend. Toch zijn meer dan dertig van zijn werken verfilmd, onder anderen door Akira Kurosawa en Takashi Miike. Sinds 1988 wordt de Yamamoto Shūgorō Prijs jaarlijks uitgereikt aan de best vertelde nieuwe roman.

Jacques Westerhoven (1947) is vertaler van uiteenlopende Japanse auteurs, zoals Haruki Murakami, Mishima, Oë, Tanizaki en Junpei Gomikawa. In 2000 won hij de prestigieuze Nomaprijs voor vertaalde Japanse literatuur en in 2020 ontving hij de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Hij woont al meer dan veertig jaar in Japan en doceerde Amerikaanse letterkunde aan de Universiteit van Hirosaki.

Tussen geld en God, Dostojevski voor beginners

Dostojevski was een gelovig mens die altijd geld tekortkwam. Geld en God waren de twee constanten in zijn leven, dat bijna even turbulent was als zijn werk. En bij deze twee kwam nog de liefde. Dostojevski viel op geëmancipeerde vrouwen met een sterk karakter.

Vaak is Dostojevski opgevoerd als half fictionele held in zijn eigen levensverhaal, wat het zicht op wat waarheid en verzonnen is nogal vertroebelt. Een moeilijke jeugd, een tirannieke vader die door zijn eigen boeren zou zijn vermoord, een heks van een eerste vrouw, een mislukte grote liefde, armoede, het zijn allemaal thema’s die op zijn minst enige nuancering behoeven.

Tussen geld en God probeert zich bij de beschrijving van Dostojevski’s leven strikt aan de feiten te houden en alle fictie uit te bannen. Arthur Langeveld schetst een levensecht portret van een van de allergrootste en -origineelste schrijvers uit de wereldliteratuur, wiens oeuvre tot op de dag van vandaag onverminderd actueel is.

Arthur Langeveld (1947) is slavist, schrijver en vertaler. In 1988 promoveerde hij bij Karel van het Reve met het inmiddels beroemde proefschrift Vertalen wat er staat. Langeveld vertaalde onder meer Russische klassiekers van Gogol, Gontsjarov en Dostojevski, en ook recenter werk van Charms en Brodsky. Met zijn vertalingen won hij in 1999 de Aleida Schotprijs en in 2006 de Martinus Nijhoff Vertaalprijs. Hij schreef meerdere boeken over Russische literatuur, waaronder Moderne Russische literatuur en Russische literatuur in kort bestek.

Poëzie met een grote P: Diamant zonder r

De vraag ‘in welke taal ben ik thuis?’ ligt ten grondslag aan Diamant zonder r. Hoor je thuis in de taal die je het beste spreekt? Hoor je thuis in de taal die je zou willen leren? Kun je thuis zijn tussen talen in? Is ‘thuis’ een woord zoals ‘verlangen’, dat iets doet afbrokkelen elke keer dat je het uitspreekt?

Barnas begon met het leren van Pools om – voorbij de dood – haar Poolse oma directer te kunnen benaderen. In Diamant zonder r ontstaat een verbinding met het verleden langs de lijn van moeders en krijgen de moeders van de moeders een stem. De bundel is een ode aan een vrouw die met niets naar Nederland kwam en een volkomen eigenzinnige blik op de wereld ontwikkelde, waarin de grenzen tussen waarheid en fictie oplosten – een belangrijke inspiratiebron voor de dichteres die Barnas is geworden. Het opeisen van een stem, als het moet in een nieuwe taal, geeft deze bundel haar kracht.

Maria Barnas (1973) is schrijver, dichter en beeldend kunstenaar. Ze debuteerde in 1997 met de roman Engelen van ijs, waarop meerdere romans en poëziebundels volgden. Haar poëziedebuut Twee zonnen werd bekroond met de C. Buddingh-prijs en Er staat een stad op met de J.C. Bloemprijs. Haar laatste dichtbundel, Nachtboot, die een juichende ontvangst kende, werd genomineerd voor de Grote Poëzieprijs.