Zo hevig in leven

Bijna twee jaar geleden voelde Marjoleine de Vos een bobbeltje onder haar kaak. Niets aan de hand, stelde de dokter haar
gerust, dat is meestal goedaardig. Maar het knobbeltje bleef groeien en er bleek wel degelijk iets niet in orde.

Hoe te leven als je geconfronteerd wordt met je eigen sterfelijkheid? Marjoleine de Vos zoekt in Zo hevig in leven houvast in herinneringen en bij door haar bewonderde schrijvers, en probeert woorden te vinden voor het vreemde tussengebied waarin angst, ongeloof en optimisme elkaar verdringen. Alles wat haar innig dierbaar is krijgt een andere lading – of dat nu haar geliefde oorbellen zijn of haar geliefde. En terwijl De Vos de lezer laat meekijken uit het raam van haar huis, naar de bessenstruik die uitloopt, naar de groenlingen die luid van zich laten horen, laat ze ons zien wat het betekent om zo hevig in leven te zijn.

Goed Geluimd Hof

Amsterdam ademt geschiedenis. Hoe rijk en divers dat verleden is, valt af te lezen aan de straatnamen die de hoofdstad herbergt. Dat straatnamen ook levende zaken zijn geldt niet alleen voor naar koloniale figuren vernoemde wegen die steeds meer protest en ongemak oproepen. Namen als de Brandslang- of Rookmelderstraat kunnen net zo goed tot ophef leiden.

Elke straatnaam in dit boek biedt een verhaal over Amsterdam. In het ene hoofdstuk worden middeleeuwse beroepen en dichters besproken, in het andere gaat het over de aanleg van de grachtengordel en de Jordaan, de Jodenvervolging en het verzet, topsporters, galgenvelden, speeltuinen, oude valuta en de veel te jong gestorven Joes Kloppenburg.

In Goed Geluimd Hof en 99 andere Amsterdamse straatnamen vertelt historicus en journalist Casper van der Veen over Amsterdam aan de hand van namen van straten, bruggen, grachten, lanen, pleinen, stegen, paden, sluizen, plantsoenen, hofjes en een enkele road.

‘Het komt goed’: bloemlezing over geluk

Wat er ook verandert in de wereld, het verlangen naar geluk blijft onverminderd. De dichter Yehuda Amichai vroeg zich af waarom we zo veel woorden hebben om verdriet en ongeluk te beschrijven, terwijl het ons niet lukt om met dezelfde precisie en zorgvuldigheid onze vreugde en ons geluk vast te leggen.

In Het komt goed laat Elisabeth Lockhorn zien hoe dichters uit alle tijden en alle uithoeken van de wereld proberen om geluk in taal te vangen. Het resultaat is een inspirerende bundel voor iedereen die geluk om zich heen wil verspreiden.

Septemberzee

De dichtbundels van Willem Jan Otten vormen een levensgang in gedichten; in elk van zijn bundels leest de
lezer mee met een leven. Elk gedicht is dan ook een poging te ontdekken waar de dichter staat, wat het betekent
om in het volgende levenstijdperk terecht te komen, en in het reine met het moment. Ook in Septemberzee is dat weer het geval: nadat de dichter door een plompverloren kwaal de indruk had gekregen dat hem minder leven was vergund dan voorheen, resulteerde dat vreemd genoeg in de ervaring eindelijk over een zee van tijd te beschikken. De ervaring van eindtijd kan ook een begin zijn. Juist als het laatste uur aanbreekt wordt het mogelijk om ‘met bonzend hart ik ben/ te horen en ik word’.

Welbeschouwd boekt de dichter, schijnbaar zijn einde naderend, tijdwinst. Niet de dood is dan ook het thema
van Septemberzee, maar tijd; en niet ‘eeuwigheid’, maar duur. Maar echt begrijpen doet hij het niet.

Vervoerende denkgedichten zijn het, per gedicht een reden van het hart. Gezet in Ottens intieme, raadselachtig lichte toon.

Theo Thijssen-biografie op shortlist Nederlandse Biografieprijs

De biografie Theo Thijssen. Schrijver, schoolmeester, socialist, geschreven door Peter-Paul de Baar, staat op de shortlist voor De Nederlandse Biografieprijs 2024! Op 21 oktober wordt de winnaar bekendgemaakt.

Binneneiland. Mijn jaar in de natuur

Een buidelratje met een snuit als een geslepen potlood, bomen die klinken als broedende kippen, bibberende natte spechten: Josephine W. Johnson toont zich in Binneneiland een scherpzinnig chroniqueur van de natuurlijke wereld om haar heen. Samen met haar man koopt ze in de jaren zestig van de vorige eeuw een boerderij in Ohio met maar liefst 15 hectare grond, die ze in samenspraak met een boswachter laat verwilderen. Al snel neemt de natuur het over.

Twaalf maanden lang observeert ze het veranderende landschap met de precisie van een bioloog en in de lyrische taal van
een dichter. Johnson, die haar naam op zeer jonge leeftijd vestigde als romanschrijver, stond later vooral bekend als natuurschrijver en voorvechter van burgerrechten. In Binneneiland doorspekt ze haar verwondering over de natuur met diepgaande overpeinzingen over nog steeds urgente thema’s zoals raciale ongelijkheid, de zinloosheid van oorlog, verstedelijking en milieuvervuiling.