[p. 476]
als de dag naar blauwe lucht ruikt
en de zon pijlen van koper
door de vroege nevels werpt
dan moeten wij onze vreugde
als bloempotten voor de ramen zetten
zodat zij opgroeit
en ons ijzig verdriet ernaast leggen
zodat het smelt
ook moeten wij onze onzekere toekomst
van de ruiten wegwassen
want zij belemmert een ongehinderd
uitzicht op het leven
dan mag iedereen voor een keer
gedichten schrijven op trottoirs
over bloemen en insekten
en ballades over de vrede
zingen in de kerken
dan gaan de dichters zitten
op fonteinen en laten het water
gedichten schrijven op hun huid
Hugo Verdaasdonk
De prins, ontmanteld. Of: iets over Martin.
(beeld: Don Duyns) Martin heette Martin maar was veel aantrekkelijker dan een Martin ooit zou kunnen zijn. Toch heette hij Martin en zo noemde ik hem dus ook: Martin. Ik had af en toe geprobeerd hem Mart of op een wanhopig moment zelfs Tin te noemen, maar die twee halve namen leken wanneer ik ze...
Lees verderDe mens als biopic
Aflevering 1 Samuel Sarphati Amsterdam zou een andere stad zijn als daar niet op 31 januari 1813 Samuel Sarphati was geboren. Niet alleen moest de stad het dan stellen zonder Amstel Hotel, De Pijp en sociale woningbouw, de arts Sarphati zorgde ook voor de eerste vuilophaal, gezondheid in arme wijken, schone grachten, nijverheidsonderwijs én tippelzones....
Lees verderEerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verder
Blog archief