- [Tirade april & mei 1965]
- Adriaan Morriën> Schrijven is zilver maar spreken is goud
- J.E. Kool-Smit Egotisme versus engagement
- A. Koolhaas Een bloem voor morgen
- Hanny Michaelis / vier gedichten
- H.L. Mulder Wiener Mélange Hans Hahn
- Rutger Kopland / Drie gedichten
- [Bloemlezing]
- M. Verdaasdonk De huisknecht
- Judith Herzberg / vier gedichten
- Charles B. Timmer Goochelen met Gogol
- Renate Rubinstein Niet de woorden, maar de stem
- Vier gedichten / Riekus Waskowsky
- A. Nuis Fragmenten uit de Balenkraai
- Hollandse nieuwe
[p. 274]
Juist toen hij wilde zeggen:
‘maar iedereen verschaft zich toch
problemen, net niet te groot om overheen
te kijken naar een onbereikbaar,
beter leven’
vielen de stille minuten.
Motoren werden afgezet
kerkklokken hielden op
en vogels, zwermen spreeuwen
zoefden over het plein.
Wind schraapte de hoeken
markiezen flapperden, scharnieren
kraakten en piepten.
En in de lege lucht
knalden de vlaggen als zwepen.
[p. 275]
Zo zijn het vaak onze meest eigene gedachten
de meest nabije, de meest schrijnende,
die wij door moeten strepen,
uit moeten krassen.
Wij praten, praten een gat in de nacht.
Dit is het schrikkeluur, de uitgesponnen
schrikseconde. Als honden
zetten wij de tanden in het vod
dat ons zo dierbaar is.
[p. 276]
Wat meer verrassing dan dit hier
deze, deze zeer uitzonderlijke rups?
Een kromgebogen kroonkurk weliswaar
maar waarom daarom minder, glimmend in het gras?
Dit nog zo’n nauw bestaan niet
alleen maar één en daarom
niet genoeg omdat vroeg in de avond
als water stilt, zwaluwen
laag scherend muggen jagen –
niet van de grand kamt het.
Dan veel te veel is het
za vreselijk vredig – en zeker
spant de rups zich over blad –
zo vredig dat de tijd zelf
nu misplaatst lijkt.
Spirea zwaait uit het moeras
hier geuren heen
alsof er niets
gebeuren kan, alleen
de maaimachine graast nog
maait tussen graven gaas.
Als dit dan leven
veel te veel is, niet genoeg,
dan maar het grint,
oud als de wereld
niet wetend wat,
maar is dat wat het is.
[p. 277]
Het kind dat ligt te luisteren
wil nu eens niet verdwijnen.
De ogen helder en open
het denken helder en open
laat hij zich niet door dromen
in hun duikvlucht overvallen.
Hij geeft zich daar niet aan over.
Zo min doet dat de kat
die op de schutting wacht
met sterren aan de punten van zijn vacht
of het bruine nachtuiltje tussen
de zware zachte gordijnen.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief