- Huishoudelijk reglement
- Marieke Jonkman
- Dirk van Weelden Twee procent
- [Drie tekeningen]
- Gerrit Krol Meesters over de tijd (2)
- Robert Anker De begrafenis van T. en M.
- H.H. ter Balkt Blauwe ziel
- Onverzonden brief K. Ruys
- B. Schierbeek Tien Pettense gedichten
- Jan Stavinoha Terug naar de Urquell (slot)
- Willem van Toorn
- Leo Vroman Worden
- R. Lukkien Het gewicht van piepschuim
- Herlezen Een wurgende sluimer, Vestdijk nu
- Essaykroniek Het raadsel van de ervaring De zuilen van Hercules, Harry Mulisch
- Poëziekroniek
- Aangestreept
[p. 491]
Met de mytylgroep naar de Vogezen.
Het zou Chris de chauffeur niet wezen
of de wagentjes moesten in de wilde
geraniums staan. Lam maar niet gek. Dus
ook naar het concentratiekamp Natzweiler
waar ik, rillend op het galgplateau,
mijn stem in de regen droger en ijler,
gedichten van Kopland voor ging lezen.
Het zou hen aan niets ontbreken en zo
voorts. Ontstemming wiste de regels uit.
Zelfmoord gaf mij maandenlang haar zegen.
Nu besloot in mij een levendige vrouw
en mogelijke bruid geen suïcide te plegen
met een touw.
[p. 492]
Je had me dus geofferd op de picnictafel.
Weerstand bood ik niet,
het hout voelde na afloop vochtig aan.
Ik stond alweer en streek mijn veren glad. Hoe verder?
Waar is het huis dat jij me bieden kan?
Zelf heb ik raak getast en verhit alsof gedaan.
Wie heeft mij in het donker naar de offerplaats gebracht,
het vuur gedragen en zichzelf ter slachting neergelegd?
Duister dreigt en je verwijt: je hebt niet eens gekraaid.
Drift die van de pauw de nek omdraait.
[p. 493]
Begraaf ik je als je onzichtbaar blijft?
Dood ik je zichtbaar? Neem afscheid
voorgoed, voorgoed. Niemand overdrijft
dit uitgebeten sentiment, de tijd
ontfermt zich over dit te zwak moment.
Waartoe verdwijnen, waartoe wissen?
Golven mogen zich voorgoed vergissen,
de zee loochent nooit ons voortbestaan.
Ik sméék om zichtbaar voort te gaan.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief