- H.H. ter Balkt Laaglandse hymnen
- J. Bernlef In de sleutel van schipbreuk
- Huub Beurskens Laatste bloemen
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach
- Elma van Haren Storm stormt
- Judith Herzberg Over het omhelzen na het afscheid
- Marieke Jonkman
- Rutger Kopland Aanwijzingen voor het schrijven van een ansichtkaart en een voorbeeld
- Jan Kuijper
- Ed Leeflang Po Tsju I
- K. Michel
- Tonnus Oosterhoff
- Martin Reints
- Bert Schierbeek
- Willem van Toorn
- M. Vasalis
- Leo Vroman In alle vormen
- Elly de Waard
- Rogi Wieg
- Ad Zuiderent
- H. Brandt Corstius Het broodmes
- Herlezen De wilde eentonigheid van A. Roland Holst
- Herlezen De ziekte van Krol
[p. 109]
Dink jy soms aan die Bybelse mot en roes
– indringers wat woekersugtig verwoes –
en aan dit wat daarteen gevrywaar bly,
vra nie waar en hoe? En aan listige roet
wat eindeloos neersif tot alles vergly
in ‘n chaotiese grou moeras,
aan die onstelpbare strome bloed
waarvan buurmense naarstig mekaar ontlas
terwyl griewe gevoed word en niemand versoen,
aan hoe jý moet gedy en daarnaas nog boet
deur straks aan ontbinding mee te doen?
O, argloos verseil in die dwase stoet
dwaal die dwaser liefde wat alles vergoed…
[p. 110]
Die stadige, plotseling versnelde proses
van aftakeling lewer bes moontlik ‘n les
oor wat jou voorlopig te doen staan, ‘n wenk
om halsoorkop nog daaraan aandag te skenk.
Ewewel op ‘n onbewaakte moment
van verstrooide begrip word jou blik afgewend,
vervul van die nulvolle dividend
met dieselfde d vir begin en end.
[p. 111]
Soete, subtiele, verdagte rym,
by bitter ontwrigting welriekende lym,
ek dank en verwens jou van kindsbeen af
vir die ywer waarmee jy my weg wil lok
van ‘n verstandige lewenswandel
om volgens jou vreemde mandaat te handel.
By uitstek ‘n sprietligte towerstaf
word jy soms ‘n gebiedende trommelstok,
versluierde fluistering of sagte getok
wat gedurig nuwe gegewens verskaf,
‘n eggo wat hulpbehoewend omkyk
of self ‘n helpende hand uitreik.
Heeldag na korrekte opvattings geluister
soek ek troos in die ondernemende duister;
jou boodskap oorstelp my, goedgunstige rym,
ek suig dit die volgende dag uit my duim.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief