- H.H. ter Balkt Laaglandse hymnen
- J. Bernlef In de sleutel van schipbreuk
- Huub Beurskens Laatste bloemen
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach
- Elma van Haren Storm stormt
- Judith Herzberg Over het omhelzen na het afscheid
- Marieke Jonkman
- Rutger Kopland Aanwijzingen voor het schrijven van een ansichtkaart en een voorbeeld
- Jan Kuijper
- Ed Leeflang Po Tsju I
- K. Michel
- Tonnus Oosterhoff
- Martin Reints
- Bert Schierbeek
- Willem van Toorn
- M. Vasalis
- Leo Vroman In alle vormen
- Elly de Waard
- Rogi Wieg
- Ad Zuiderent
- H. Brandt Corstius Het broodmes
- Herlezen De wilde eentonigheid van A. Roland Holst
- Herlezen De ziekte van Krol
[p. 143]
Het stadje is omringd door hijgende, vonkende natuur.
‘s Avonds – het is in het hotel niet om uit te houden –
lopen we in onze trainingshuid nog even
naar de rand van wat morgen te doen staat,
het doel van onze tocht,
de indrukwekkende krater.
Het grillig gevormde oppervlak
– pas op voor blauwig gas –
– als de schoenen smelten moeten we terug –
is de korst van respect en wantrouwen.
Gevaarlijke kunst van te weten komen door uitstellen:
hoe heet wordt het hart in de korf
voor het uitstroomt, met zwavel reageert en verdampt
zonder het andere te ontmoeten?
[p. 144]
Zoals het moet is het ook:
de vrouwen in een kring in het gras,
gitzwart glimhondje, poes lampoot en kind pis-in-de-wei erbij.
De vitrage streelt de boxen;
ze staan schuin omlaag in het open raam.
De vrouwen dansen zittend.
‘Harder toch, mannetje!’
Ik heb uit mijn darmen het gif gebloed
dat de vreemde gifslaap teweegbracht.
Ik mag op, ik mag de muziek bedienen.
Ginds rijdt de bus naar Rustenburg
vlak achter de bus naar Schuilenburg.
De wiegende ruggegraten herinneren mij,
herinneren zich herinneren mij.
Al dat meegaan voor nadenken.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief