- Jeroen van Kan De krakende kritiek
- Martin Vesseur F*cking sumo
- Jan-Hendrik Bakker Een coyote in de volkstuin
- Eli Hamel In de wachtkamer voor Heva
- Elisabeth Eybers 16 februari 1915 - 1 december 2007
- Afskeid
- Willem Jan Otten Eva in ballingschap Notities bij een gedicht van Elisabeth Eybers
- Willem Jan Otten Bij de dood van Elisabeth Eybers
- Zandra Bezuidenhout 'n Slotwoord van Eybers: ‘Is’ en ‘Was’
- Elisabeth Eybers Herinnering
- Elisabeth Eybers Eerste sneeu
- Anneke Brassinga Saggies
- Elisabeth Eybers Midas
- Tomas Lieske Midas
- Ester Naomi Perquin Eerder as slapend
- Elisabeth Eybers Die ontmoeting
- Willem van Toorn Twee gedichten van Elisabeth Eybers (en een kwatrijn extra)
- Eva Gerlach Tegenvlucht
- Elisabeth Eybers Laatste poging tot logica
- Elisabeth Eybers Jong seun
- Alfred Schaffer Requiem voor een gedicht
- Miek Zwamborn
- Mohana van den Kroonenberg Edwin in Wonderland
- René Huigen Dageraad der duisterlingen
- Arjen van Veelen De wereld is je bingokaart
- Medewerkers aan dit nummer
[p. 41]
Leegheid was plotseling ‘n donker gordyn
tussen my sintuie en my brein.
Ek weet nie hoe lank het die terugrit geduur,
my hande was willoos gevou om die stuur.
My voet het op die versneller gerus,
van snelheid of afstand onbewus.
Strate het dwars verby gegly,
wig na wig tussen jou en my,
en elke lamp was sekuur gemik
om ‘n nuwe kol teen die netvlies te prik.
Dwarsdeur die nag het die motorgesuis
soos ‘n dowwe tamboer in my skedel geruis
en weerskante het die bomery
soos ‘n eindlose riffelband gesprei.
Die sterretrapesium bo die pad
het langsaam laer en skewer gesak
en die halwe maan se goudgeel skyf
het omgekantel en weggedryf.
[p. 42]
Met oë soos myne, wyd en blind,
kan ‘n slaapwandelaar sy weg ook vind
en niks uit die donker kon my raak
want jy het die kruisteken oor my gemaak,
want jy het jou mond teen myne gevoeg
en my aangekyk en dit was genoeg.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief