- Jeroen van Kan De krakende kritiek
- Martin Vesseur F*cking sumo
- Jan-Hendrik Bakker Een coyote in de volkstuin
- Eli Hamel In de wachtkamer voor Heva
- Elisabeth Eybers 16 februari 1915 - 1 december 2007
- Afskeid
- Willem Jan Otten Eva in ballingschap Notities bij een gedicht van Elisabeth Eybers
- Willem Jan Otten Bij de dood van Elisabeth Eybers
- Zandra Bezuidenhout 'n Slotwoord van Eybers: ‘Is’ en ‘Was’
- Elisabeth Eybers Herinnering
- Elisabeth Eybers Eerste sneeu
- Anneke Brassinga Saggies
- Elisabeth Eybers Midas
- Tomas Lieske Midas
- Ester Naomi Perquin Eerder as slapend
- Elisabeth Eybers Die ontmoeting
- Willem van Toorn Twee gedichten van Elisabeth Eybers (en een kwatrijn extra)
- Eva Gerlach Tegenvlucht
- Elisabeth Eybers Laatste poging tot logica
- Elisabeth Eybers Jong seun
- Alfred Schaffer Requiem voor een gedicht
- Miek Zwamborn
- Mohana van den Kroonenberg Edwin in Wonderland
- René Huigen Dageraad der duisterlingen
- Arjen van Veelen De wereld is je bingokaart
- Medewerkers aan dit nummer
[p. 77]
het
niets
dan overstekend rent het zigzaggend over de velden
het kruist het pad van het
het op het pad van het
(besluipt het)
het op maandag
het nadert, stopt waar het verdween, het draait zich om
het duikt op
het in het spoor van maandag
dus het uit het oosten naderend kruist de stappen van het, kussens
van poten over kussens van poten,
vacht langs de muur van het
het heeft niets in de gaten
het wisselt met het
[p. 78]
het stempelt zijn poten
het loert op het, de prenten van het, de hoeven van het
het ligt
het woelt mos los
waar het zich omdraait
het opduikt
het zich omdraait
het is op weg naar het
en plaatst een vlag in de sneeuw
het uit het oosten naderend kruist de stappen van het, op weg naar het
kuiert het over het veld
verdwijnt het achter de heuvel
het verdwijnt ook, het spoor splitst zich, slingert over de
heuvel naar de berken waaronder
het waarschijnlijk de nacht doorbracht
het slaapt
[p. 79]
het schrikt op van het
het is al op pad
het in spronggalop
het op het kruispunt van het
het tegenover het
het hipt zoals het op maandag
het in het nest van het
het pluist
platgetrapte het
het verdwijnt tussen de struiken
in de onregelmatige pas van het
het terug
het kluivend aan kegels
[p. 80]
dus het neemt het pad van maandag
ligt op de loer
het alert
het achtervolgt het
het haalt het in, het met het
het met het
het langs de richel
het circelend boven het
stippelend
het in de verte
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief