[p. 89]
Pim te Bokkel
Zwart zaad
Zo dronk ze
de jaren onder tafel
Zo dronk ze niet
en schraapte korstmos
van de flessebodems
in het park
Zo acteerde ze
Als de tulp
die in haar grafsteen
zich verheven
op een voetstuk zag
geraakt
door het applaus
van het onopgewekte
nageslacht
Zoniet de drank, zoniet het zaad, dan wel de eigen hand die dood inplanten zal. Heerlijk zich hoogstpersoonlijk de eigen dood toe te schrijven, de tijd dat de woorden niet zo willen weggetoverd is, en ‘t eigen corpus op de lijst van anderen prijkt. Zacht de rust onder de zerk van eigen taal.





