Zo alleen… Zo alleen 

(beeld: Don Duyns)

Uit de hengstebron gedronken hebben.  

Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. 

Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en  

klokjes die tikken. 

Had het meisje geantwoord. 

Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. 

Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. 

Aan de greep van zijn bek zou ze niet meer ontkomen. 

Je bent een kind zonder moeder, zei de wolf. 

Liefde is niet blind  

Ik schrijf ook gedichten zei de prins:  

‘’Ik ben geboren met een kroon op m’n kop 

Een gouden lepel in mijn bek 

En een neus vol met boter 

Ik zit stevig in het zadel 

Mijn bloed is van adel 

Wil je met me trouwen? 

Ik blijf voor altijd de jouwe” 

De prinses boog zich voorover en fluisterde zacht:  

Er hangt een snotje uit je neus… 

Ruw laten stikken 

Maar er kwam niemand thuis, er kwam nooit iemand meer thuis.  

Er was geen oost west best meer, 

De kindjes, op blote voeten en kapotte kleding, uit het zoete huis ontsnapt. Verslagen stonden zij in de lege kille ruimte, beduusd starend naar wat ooit hun woonkamer was geweest. 

Maar er kwam niemand thuis, er kwam nooit iemand meer thuis.  

Er was geen west oost best meer, 

Een tante kwam langs, van horen zeggen.  

In de woonkamer twee kinderlijkjes, natte oogjes, handjes vast.  

Zij waren opgegeten door het leven. 

Heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog 

Ze had vogels die haar wekte, 

Muizen die haar hielpen. 

Taken te doen en ze miste één schoen. 

Wankel als een pasgeboren veulen, bood zij zich aan bij de prins. 

Ziet u? De prinses was ook maar een ongeliefd kind… 

Dus danste ze, 

naar zijn pijpen, verkocht ziel, zaligheid, zette zelfs de bramzeilen bij 

De prins was te druk met duivels op zijn kussen binden, 

vergat zijn kinderen en verachten zijn vrouw. 

Op hoge poten liep zij de ballroom binnen 

Sleurde de prins mee aan zijn haren, 

schold hem de huid vol, 

spuugde in zijn gezicht en 

zette haar nagels diep in zijn huid. 

En toen hij smeekte om vergeving, haar beloofde nu trouw te zijn 

Stak zij met haar hak, 

Recht door zijn hart. 

                                En ze leefde nog lang en gelukkig 

Foto van Dünya Calikci
Dünya Calikci

Dünya Calikci (28) is een echte Amsterdammer en schrijver pur sang. Als student aan de opleiding Writing for Performance aan de HKU schrijft ze rauw, eerlijk en realistisch – altijd dicht op de huid. Haar werk draait om echte mensen en hun verhalen, zonder opsmuk of filter. Dünya zoekt de kwetsbaarheid op en vangt het alledaagse in woorden die blijven hangen.