[p. 40]
de laatste kerk op de heizee
gesloopt, de muren, de daken
de miniature armen en benen
een oude kapelvloer komt boven
daaraan nog de adem
van de Maria-gebeden
graaf door, de goden
werd wijn opgedrongen de verzoeken
deugden de helft van de tegenpartij
graaf door de tweede potsol
de steen met de bloedgoot
dat bidden was handel
nooit knielde de slachter, nooit
nam een god een beet
van het offer – overwoog hij beloning.
[p. 41]
Ik ken niets van de dood, geen hand
geen stap vlak is zijn terrein totdat
we zwemmen in water
zonder bovenkant.
Ik ken hem niet, ken hem steeds
minder steeds minder juist
vind ik zijn waarheid
en ik vecht licht.
Stel de egel voelt aan zijn stekels
en knikt voor hij zich inrolt
zo licht vecht ik,
een duif wil het.
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief