- Robert Anker
- H.H. ter Balkt
- Benno Barnard Neutrale zomer
- J. Bernlef Een wonder als ontbijt
- J. Bernlef
- T. van Deel Val
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach
- Elma van Haren
- Judith Herzberg
- Rutger Kopland Schapen
- Gerrit Kouwenaar
- Jan Kuijper Het graf van Jan Hanlo
- Tomas Lieske
- Guus Middag De smaak van de omnivoor
- Leonard Nolens
- Willem Jan Otten Onaangesproken meisjes
- Willem Jan Otten
- Martin Reints Aan de rivier
- Leo Vroman
- Rogi Wieg
- Poëziekroniek
- Herlezen Aangeschoten eenden
- Medewerkers aan dit nummer
[p. 520]
Nu men in grond ziet, nu de honger nog net
een gezicht heeft, een mond en een naam
maar de mond is zwart en de naam die liefde
wou zeggen bewasemt een spiegel
men schrijft dit onzeker als smeltijs
terwijl de volgende regel al weglekt
…
men schrijft men rijdt een zijstraat voorbij
ziet in een ooghoek even hoe eeuwig
in donker dat dieper dan grond is
twee witte gestalten geklemd tussen wanden
de handen geheven elkander iets aandoen
een eerste omhelzing een weerzien na jaren
iets aandeden afscheid doodslag voorbij –
[p. 521]
Men is verstrikt in het huis
men loopt van broodkast naar muur
men klopt op het beeld van een deur
men schrikt van het letterlijk zicht
eerst ziet men gedwee wat er is
dan leest men hoe alles ontvleest
in de avond ontkent men het raam
men hoort nog gehoorzaam een beek
dan onhoorbaar in donker de zee –
[p. 522]
Soms moet men toch de tuin in gaan
men heeft hem ooit ontstaan, men kent
hem als zijn kind, hij is geplant
de dag is laat, men haast zich, ziet
hoe hij ontgroeid is rond een gat
men loopt er dood, hij is ondiep
rugwaarts gaat men het pad terug
men sluit zich vrede achter glas
de tuin is zwart, men spiegelt zich –
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief