[p. 99]
Kalaharizonsondergang
Ieder naar zijn soort:
Zij zoeken als het licht vermindert
Hun lafenis.
Ree, paard, leeuw bijeen:
Zij zijn te dorstig
Verder te vrezen.
Geen schaduw zo smal
Of daarin bestaat voor hen
Geborgenheid.
Geen dageraad bevroedend
Geven zij zich over
Aan een onbegonnen dorst.
[p. 100]
Dwergboom
Zijn wortels zoeken niet meer
De aarde, maar een vierkant
Van aardewerk –
Waarop, in vreemde tekens,
Een wonder staat geschreven:
‘De Boom van de Onsterfelijkheid.’
Een hart is niet te zien.
Schuilt het in de taaie stam
Die bevend in de lucht hangt,
Of tussen duizend bladeren
Die, nog zo klein, altijd nog
Zo verschrikkelijk groen zijn?
[p. 101]
Katwijk
Hoofd gebogen,
Regen oneindig: niet meer
Te tasten.
Paarslicht van wolken.
Duinen en dwergbomen
Samengescholen
Galmen:
Hier zijn de wegen
Waar velen bleven.
Oeverloos betrokken
Draag ik mijn antwoord
Zelf naar de zee.
Warm
Hitte verbindt. Er wordt minder van je verwacht; je verwacht een stuk minder van anderen en veel minder van jezelf. Bij hitte doe ik alles langzaam en merk dan dat ik hetzelfde gedaan krijg – zelfs na vijf duiken in de gracht en anderhalf uur staren sluit ik mijn laptop in de middag met tevredenheid....
Lees verderZomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verder
Blog archief