- [Tirade maart & april 1994]
- [Tekening]
- Leonard Nolens
- Charlotte Mutsaers Ik sprak met dennenaalden, pijnappels en vissen
- Gerrit Krol
- Robert Anker Afwezig J. Anker 1908-1992
- Vonne van der Meer Weiger nooit een dans
- Marieke Jonkman
- K. Michel Wintervlinders
- Anton Gerits Gedichten
- Jaap Goedegebuure Hello, How are you? Oek de Jongs De inktvis en de kritiek
- Guus Middag Rectificatie
- Herlezen Geur der droefenis van Alfred Kossmann
[p. 164]
Van mijn meester moet ik flink zijn, de rug
gerecht, de heup gekanteld, slank, slank.
Ik wil mijn strijd tegen de heerser
niet opgeven, sterk en gespierd sta
ik mijn man. Angst geef ik een trap
na maar woede duurt het langst.
[p. 165]
Littekens schrijnen als het sneeuwt.
Oprukken wil ik zodra zij schreeuwt,
draven naar de graven van mijn zonen.
Het schild waarop ik wil vertrouwen
dat heerlijk past, rust op de steen.
Ik kan het niet meer voor me houden,
de zin van mijn bestaan is heen.
[p. 166]
Geen man kon je bevestigen, geen vrouw
een vrouw, geen kind een moeder maken.
Je lachte om vleierij en streelgedrag,
dacht aan wat ontsnapte en te boven ging.
Een mens moet buigen. Meer is niet gegeven.
Je boog te diep. Je blijft verheven.
[p. 167]
Je wilde nemen, nam de dood
omdat je geven geven moest.
Het huis bleef achter, nachten-
lang. Vier winters kregen
wind en maanlicht overhand.
Heerschappij van ratten, spinnen.
Vuurtorens konden binnendringen.
De zee spuwde bloed en niet bij avondrood.
Geven leidt tot ademnood.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief