[p. 248]
Onzegbaar
onzegbaar zeg maar onzegbaar
je naam
colibries pogingen jou te zeggen
fladderen ruglings
tegen de huig van mijn hemel
je cocons zegbaarheden
blijven achter op mijn tong
om jou te kunnen zeggen
geef mij
een driekoppige gouden vogel
een diepzeevis met kleur geladen
een koperbeslagen maan
een gat gegraven woorden
een vel genummerde tekens
een xenograaf watergoochelaar
een sprekende stomme
stamelend zal ik zeggen
een vooraan
mondshol gevormde naam
onzegbaar
Nico Wijnen