- Paul Meeuws Kunstwol
- Eva Gerlach
- Leonard Nolens Erotisch schimmenspel
- Charlotte Mutsaers Plaatstaal, bloed en de logica van het gevoel
- Willem Jan Otten Kan de essayist ontroeren?
- J. Bernlef Ontroeringen
- [Onverzonden brief]
- Tomas Lieske Moeder Iokaste
- Marieke Jonkman Ouders
- Rogi Wieg
- Jan Stavinoha Terug naar de Urquell (1)
- Jan Baeke
- Herlezen Litanie van de beweging
- Poëziekroniek
[p. 360]
Dit alles is ook tevergeefs,
de bedding in het gras
dat je zachtzinnig voorkwam,
want het glinsterde alsof
daar iets lag. Een haan kraaide
deze ochtend ver weg van je hoofd,
en de zon scheen op de dag
die maar duurde, blauw
en verheven met zeeën van
tijd, met korenaren en
dorpen, zo meetbaar
dat je niet wegging,
maar uiteenviel,
zwak en onnadrukkelijk.
[p. 361]
Dit alles is ook achtergelaten,
geen rots ben je geworden,
geen mysterie zoals je begon,
waar je niet bent
is een verwarring van licht
en donker uitgebleven, is
het al zacht en ontziend,
al bijna als gras.
Op de velden steekt de wind op,
verliest zich de rust
in radeloos fluisteren,
nadat het gebeurde uiteenviel,
en toch hardnekkig
bleef ademhalen.
[p. 362]
Op de brug is het onder je
voortgeslingerd, je hoofd
in deze waaiende morgen
hoog, en ik aan je buik verborgen.
De barst met toen je mij
nog ontkwam, dat nergens zijn,
jij voor op mij, en nu
in de verschijning aan elkaar
toch aangeraakt. De wetten
van je ogen zijn de ronding,
die van je handen dat ze
zijn van jou, zoals de rivier
niet landinwaarts zal stromen.
Maar achter ons de stad
die volloopt met water, de vogel
die drijft op zijn rug, veilig,
alsof iets ontstaat buiten
en dan naar binnen kan gaan.
[p. 363]
De dag vertakt zich,
maar steeds meer raak je los
in een langzame stap,
je omklemt de hals,
aaneengevoegd als een hand
op je heup en schouder, bij je hoofd
het hoofd van een andere stof.
Boven het grasland waait de wind verte,
de hemel brengt diepte,
de tijd opnieuw tevergeefs.
Maar hier is nu niemand die nadenkt,
alleen dit bewegende, beknot tot
zichzelf en tot mij ver daarbuiten.
[p. 364]
De speld prikt daar
waar je net niet bent,
of als een wesp in de lucht
op weg gaat is het ontzagwekkend
gelijk aan een dag van liefde.
Want straks op je huid
ben je laat, één woord verkeerd
gesproken, één vinger tegen de lippen
voor wat het had moeten zijn:
tegelijkertijd.
Terwijl je ligt tegen elkaar,
en je ademt, neem je in
wat je uitblies als lucht,
neem je wespen terug, en slaapt.
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief