- [Tirade april & mei 1965]
- Adriaan Morriën> Schrijven is zilver maar spreken is goud
- J.E. Kool-Smit Egotisme versus engagement
- A. Koolhaas Een bloem voor morgen
- Hanny Michaelis / vier gedichten
- H.L. Mulder Wiener Mélange Hans Hahn
- Rutger Kopland / Drie gedichten
- [Bloemlezing]
- M. Verdaasdonk De huisknecht
- Judith Herzberg / vier gedichten
- Charles B. Timmer Goochelen met Gogol
- Renate Rubinstein Niet de woorden, maar de stem
- Vier gedichten / Riekus Waskowsky
- A. Nuis Fragmenten uit de Balenkraai
- Hollandse nieuwe
[p. 261]
Je raapt een pop uit het gras
maar je weet niet welk verdriet
het was dat je terugvindt
de maan doet wat hij wil
hij beduimelt het kleine
landschap in de zandbak
geel als een prent
bij je grootmoeder
hij zet een schilderachtig
speelgoed-paard in galop
over de prairie.
[p. 262]
We zagen deze zomer wat geiten
in de bergen, geen mens verder
geen herder, dit was hun eigen
hemel zon wind en land
misschien is er één toevallig begonnen
een misstap, een onbezonnen
sprongetje en toen waren ze eigenlijk al
op weg uit het veilige dal
de dagen gingen vanzelf voorbij
en als het zo donker geworden was
dat ze het gras niet meer zagen
en niemand kwam om ze te halen
dachten ze dan blijven we maar wachten
en vielen in slaap waar ze waren
maar toen een ochtend de zon zo dichtbij
in de hemel hing dat je hem bijna
grijpen kon en de olijven en de kastanjebomen
nergens meer stonden en alles was wei
en bloemen, toen wisten de geiten
dat ze in hun eigen land waren aangekomen
daar is het waar we ze zagen uit de verte
haast niet te onderscheiden
van de stenen zo stil en rustig grazend
in het verlaten vallen van de avond.
[p. 263]
Vanavond trok de mist over de wei
alsof de aarde zich opende en
het grondwater buiten zijn oevers trad
paarden en koeien raakten vlot en
als in een moeras uit de oertijd
dreven tenslotte alleen nok koppen
en ruggen voorbij
van het geboomte aan de overkant
maakte zich iets los waarvan ik dacht
dat het een roeier was die overstak voor mij.
Zomerverlies
Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
Lees verderDe bekende weg
Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
Lees verderZo alleen… Zo alleen
(beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben. Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden. Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en klokjes die tikken. Had het meisje geantwoord. Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen. Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd. Aan de...
Lees verder
Blog archief