[p. 96]
Sylvia Hubers
Geen man op de maan
Jammer weer geen man op de maan
en ook geen dichter die kleine gedichten
in grote kraters
fabriceert.
Het is lente op Pluto
– dat dan weer wel.
Winter in Holland
tranen bevriezen op de hoofden
van de dichters
(in ons allen
schuilt een dichter).
Móchten we nog
verdrietig zijn?
Of moeten we nu weer
Groots Leven.
Laat ik voor de zekerheid
een kerel pakken
en een glas wijn
een bloem, zo een die in het
voorjaar bloeit maar die
IK
nu al kan hebben
Over de gewenste scheppingsplek geen bijzonderheden. Moeten we een krater in voor dichteruptie? Er zijn geen regels voor. In ons allen schuilt de eigenaardigheid het hier soms daar te kunnen – hoorngeschal kan overal weerklinken. Velden lenen zich, eiland dit of dat, een verwijderd continent. Naar keuze. Voor de zekerheid gezegd: op dit punt geen gegevens.






