[p. 239]
Voor mij was glück auf
een nachtgroet, in het donker
gesproken door mannen
voor hun behoefte zittend
op de schop terwijl muizen
brood uit hun jaszak vraten
geen treffender beeld
voor de komende slaap
wanneer ik in bed
mijn vader groette
voor hij de deur sloot
Op straat
legde ik vaak
een oor op de grond
bewoog daar beneden
een vader of een zoon?
[p. 240]
Het tekende hem wel
als een jonge man
deze bundel licht op zijn hoofd
potent van elektriciteit
boven het zwarte haar
en zijn helm
(zocht ik het niet te ver,
ik stak dit licht hier
als een fallus vooruit)
Veertien jaar
Lieve Gijs, Na je overlijden in 2011 schreef ik elk jaar een stukje over je op de website van literair tijdschrift Tirade. Ik nummerde die stukjes; je was één jaar dood, toen twee, toen drie en dat ging zo door tot tien. Als laatste schreef ik: Op een ijzige februarinacht tien jaar geleden raakte je...
Lees verderVooruitkijken / De dood
Met vriendin Y spreek ik meestal af in het soort koffiezaak waar ik op eigen houtje niet kom. Ik ben klaar met specialty coffee; dat mag wel eens gezegd worden – die zure Ethiopische bonen waardeer ik niet, de honderden opties qua herkomst, branding, melk. Al het gelul. De recente verheerlijking van opgietkoffie stoort me...
Lees verderHet Grote Voordat
Ik ben altijd een minuut of vijf te vroeg op afspraken; als ik mijn best doe om te laat te komen dan ben ik exact op tijd. Dit heeft allemaal te maken met het Voordat. De omvang van zo’n Voordat is verbonden aan hoe alledaags de afspraak is, hoezeer ik er tegenop zie en hoe...
Lees verder
Blog archief