Ik ken hem niet…

In Den Haag ontstond deze droge zomer ophef over uitspraken van minister Blok. Hij had met ‘ongelukkig en onzorgvuldig’ gekozen woorden op tenen gestaan en zelfs hele landen beledigd – kortom dingen gezegd die hij achteraf niet zo bedoelde. Wat hij dan wel bedoelde is naar goed politiek gebruik vervolgens minder relevant. Belangrijker is de politieke schade zoveel mogelijk te beperken door nederig gedrag te vertonen en op eieren te lopen.

Ik ben zelf doorgaans niet zo heel erg geïnteresseerd in beledegingen en pijnlijke tenen maar een redenering van de minister vond ik wel interessant, niet zozeer door de formulering of de inhoud maar vanwege de algemene vorm. Blok zei letterlijk het volgende (bron de Volkskrant):

Noem mij één voorbeeld van een multi-etnische of multiculturele samenleving, waar de oorspronkelijke bevolking nog woont – dus dan vallen Australië en de Verenigde Staten af, want daar is de oorspronkelijke bevolking uitgeroeid – een multi-etnische of multiculturele samenleving waar de oorspronkelijke bevolking nog loopt en waar een vreedzaam samenlevingsverband is. Ik ken hem niet.

Laten we de ongelukkig en onzorgvuldig gekozen woorden even buiten beschouwing laten en naar de algemene retorische vorm kijken. Deze bestaat uit het vragen naar een voorbeeld uit de geschiedenis. Dit voorbeeld moet voor de meeste mensen niet meteen voorop de tong liggen, je moet er behoorlijk je best voor doen om er mee voor de dag te komen. Wie deze vorm wil toepassen moet dus een vraag bedenken waarvan het antwoord moeilijk is. Om zulke vragen te bedenken moet je door je wimpers naar de grote lijnen van de geschiedenis kijken en er een of andere continue lijn in zien te ontwaren. Bijvoorbeeld: mannen hebben het altijd en overal grotendeels voor het zeggen. Op dat moment kun je je vraag naar een voorbeeld formuleren, bijvoorbeeld: noem mij een voorbeeld van een samenleving waar vrouwen het voor het zeggen hebben, ik ken hem niet.

De methode Blok is verrassend effectief, en vooral geschikt voor hen die een conservatief en nogal pessimistisch wereldbeeld aanhangen. De retorische truc bestaat eruit dat je je beroept op de geschiedenis als een bewijs van onveranderlijkheid. Het is alsof je zegt, mensen dit is in de hele geschiedenis nog nooit gelukt, denkt u nu echt dat het nu wel gaat lukken? Goed beschouwd is het een drogredenering. Uit het gegeven dat iets tot nu toe niet gelukt is volgt niet dat het straks ook niet gaat lukken.

Niet alleen de geschiedenis wordt vaak gebruikt als bewijs van de onveranderlijkheid van mensen of maatschappij. Ook door een beroep te doen op genen of tradities wordt vaak beargumenteerd dat de dingen nu eenmaal zijn zoals ze zijn, en we ons gewoon bij de aloude situatie neer moeten leggen. Blok beriep zich in dezelfde reeks van ongelukkig en onzorgvuldig gekozen woorden ook op onze genen.

Zelf heb ik mij ook eens aan de methode Blok gewaagd. Niet om mijn opvattingen kracht bij te zetten maar op te spelen met de vorm. Hieronder het resultaat. (Ik behoud mij het recht voor om eventuele onzorgvuldig en ongelukkig gekozen woorden te betreuren.)

Noem mij een voorbeeld van een samenleving zonder kindermishandeling. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een samenleving zonder misdaad en geweld. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een samenleving waarin mannen en vrouwen volstrekt gelijk zijn. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een samenleving waarin iedereen homoseksualiteit volledig accepteert.

Noem mij een voorbeeld van een open en vrije samenleving zonder aanzienlijke inkomens- of vermogensverschillen. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een vreedzame atheïstische samenleving. Ik ken hem niet.

Noem mij een (Westerse) samenleving vrij van antisemitisme en racisme. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een industriële samenleving zonder milieuvervuiling en aanzienlijke CO2 uitstoot. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een samenleving die tevreden is met zijn politici. Ik ken hem niet.

Noem mij een voorbeeld van een samenleving waarin iedereen gelukkig of zelfs maar tevreden is. Ik ken hem niet.

Na een half uurtje doemt uit de methode Blok een wereld op die conservatief, donker en naargeestig is. Liever zou ik toch luisteren naar een politicus die beweert dat we de loop van de geschiedenis wel veranderen kunnen, en die dat vervolgens ook doet, zonder teleur te stellen. Ik ken hem niet.

Foto van Machiel Jansen
Machiel Jansen

Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.

recent

A tale of two foxes

Het was Martin Michael Driessen die mij op de twee vossen wees. Het was een zeer krachtig beeld. Zou het iets zijn voor zijn nieuwe verhalenbundel die dit najaar uitkwam, Mijn eerste moord? We bespraken het op de uitgeverij en waren het met hem eens: wat een geweldig beeld!

Waarom? Het is een hard beeld met een vreemd verhaal. Kannibalisme onder vossen komt weinig voor, en een rode vos die een poolvos te pakken krijgt is nog minder waarschijnlijk. Maar klimaatverandering drijft poolvossen en rode vossen in elkaars biotoop. Het sterkste is natuurlijk het opmerkelijke ‘rijm’ tussen deze twee vossenkopjes, dat van de winnaar en de verliezer, de doder en de gedode die een  gelijksoortige gelaatsuitdrukking vertonen. Het is ook een soort gedeelde droefheid over wat ze overkomen is, lijkt het. En een verdergaand verhaal is de verbeelding van dat we de polen aan het opeten zijn. Dat het algemene het bijzondere aan het verdrukken is.

‘From a distance, Don could see that the red fox was chasing something across the snow. As he got closer, he realised the prey, now dead, was an Arctic fox. For three hours in temperatures of -30 degrees Centigrade Don stayed at the scene, until the red fox, finally sated, picked up the eviscerated carcass and dragged it away to store for later. In the Canadian tundra, global warming is extending the range of red foxes northwards, where they increasingly cross paths with their smaller relatives, the Arctic fox. For Arctic foxes, red foxes now represent not just their main competitor – both hunt small animals such as lemmings – but also their main predator. Few actual kills by red foxes have been witnessed so far, but it is likely that conflicts between the two mammals will become more common.’

De fotograaf Don Gutoski won er de Wildlife Photographer of the Year 2015 prijs mee. Gutoski is een amateurfotograaf uit Canada. Hij heeft urenlang achter deze vossen aangesjokt bij -30 graden voor hij dit beeld had. Een intensieve zoektocht.

Mijn zoektocht was onder beduidend comfortabeler omstandigheden, maar heb ver moeten gaan om de Don Gutoski aan de lijn te krijgen. Als uitgeverij moet je de rechten op zo’n werk regelen als je er gebruik van wilt maken en Gutoski was bij geen enkel Stockbedrijf aangesloten. Zelfs een mail aan en telefoongesprekken met het Canadese ziekenhuis waar hij eerste-hulparts is leverde niets op. Wat uiteindelijk werkte was het Canadees telefoonboek, dat naast ontstellend veel Gutoski’s, ook een rijtje met 4 mailadressen van familieleden geeft. Een van die familieleden, een nichtje,  kon me vervolgens op Don’s spoor zetten. We mogen de vossen voor Driessens prachtige nieuwe verhalenbundel gebruiken.

In oktober in de winkel, het boekenseizoen is weer begonnen.

 

——-
 IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Berichten uit Brandenburg (1)

De bruidswinkel

Wanneer je de brug oversteekt, en daarmee de rivier, kom je van de oude stad in de nieuwe. Vroeger, toen dit nog een houten brug was die in tweeën gesplitst kon worden en omhooggehaald, werd halverwege tol geheven. Nu is het een grauw betonnen brug die na een lichte welving in het midden uitmondt in de hoofdstraat waar nog altijd huizen leeg staan (de zogenaamde Herrenlose Häuser), maar waar zich ook een Vietnamees restaurant bevindt en een Vietnamese kleermaker, en een Russische winkel met de naam ‘Berjozka’. Daar weer naast een winkel met, hoe noem je dat, trouwbenodigdheden. Kleine bruiden en bruidegommen van plastic die je pront bovenop een taart kunt plaatsen. Vanuit de etalage staren ze je gelukzalig glimlachend aan. ‘Jaja,’ roep ik weleens als ik een slechte bui heb, ‘jaja’. Ze staan in een wolk van wit satijn tussen ragfijne en doorzichtige sluiers, zilveren kralen en roze confetti. ‘Aanstellers’, dat roep ik ook weleens. Maar de bête glimlach op het gezicht van iedere bruid, van iedere huwelijksman, verandert niet, alsof ze me willen vertellen dat het slechts een kwestie van doorzetten is: doorzetten en sereen blijven lachen.

Eens zag ik op een vroeg tijdstip (zo’n uur waar de dag nog even in besloten ligt voordat hij zich definitief ontvouwt) de eigenaresse van de winkel. Ze opende juist haar voordeur. Het was een wat oudere vrouw. Ze droeg een witte broek met een scherpe vouw, een witte blouse en daaroverheen een zachtroze spencer. Dat roze zette zich door op haar licht gepoederde wangen. Verder had de vrouw opmerkelijk dun haar, engelenhaar, en teerblauwe ogen onder zwaar aangezette wimpers. Ze paste wonderwel in haar eigen etalage. Jazeker! Ze zou er zonder pardon in plaats kunnen nemen en iedere voorbijganger betekenisvol toeknikken. Of zou ze dan iets van een prostituee krijgen, vroeg ik me af. Zou ze met deze handeling de etalage in één klap ironiseren?

Ik ben overigens nooit getrouwd met de man die ik al jaren mijn ex noem, ik heb nooit de behoefte gehad en hij naar eigen zeggen ook niet, alhoewel hij tegelijkertijd vond dat ik hem ten huwelijk moest vragen. Dan hief hij zijn handen ten hemel en danste met een onzichtbare bruid door de kamer. En altijd als ik daarnaar keek, dacht ik stomverbaasd: dat ben ik niet. Dat bén ik niet. Dus zijn we – gelukkigerwijs – nooit getrouwd.

Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

Foto van Nicole Montagne
Nicole Montagne

Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.