Incognito

Afgelopen zaterdag stond mijn eerste restaurantrecensie in Het Parool. Dat ik nu wekelijks op de plek van Johannes en Hiske te zien ben heeft een derealiserende werking op me.

Ik werd meteen herkend op straat en kocht een pet die ik tot over mijn ogen kan trekken, maar ontdekte dat dit lastig is bij het fietsen. Mijn marginale bekendheid als schrijver (twee keer per jaar iemand die me aansprak over mijn laatste boek) ging me beter af.

Voor de lezer die niet in Amsterdam woont: Proefwerk is een 2-paginarecensie en is hier in de stad een big deal, helemaal als je – zoals ik – bent grootgekomen in de horeca. Ik las de stukken van Johannes van Dam elke zaterdag sinds de vroege jaren ’90, en aansluitend die van de voortreffelijke Hiske Versprille, die het van de oude baas overnam.

Afstand en nabijheid zijn een ding voor me. “Mijn onuitgesproken wens om alleen te zijn en vooral niet alleen gelaten te worden,” om mezelf even aan te halen. Schrijven vervult die wens, omdat je je kunt uiten bij (in potentie) velen zonder zelf aanwezig te hoeven zijn.

Heel benieuwd wat mijn nieuwe rol me gaat brengen. Zal die zichtbaarheid wennen, of moet ik naast mijn pet ook camouflagekleding kopen?

Maar genoeg, nu, over mij.

_____________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceert hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

recent

Buitengesloten

Nu september begonnen is, is het tijd voor een evaluatie van de zomer. De twee punten die het langst bleven hangen:

1 De brandende avondzon op het gravelperron van Montabaur. Het was niet de bedoeling geweest dat de ICE van Frankfurt naar Amsterdam er zou stoppen, maar vertraagd als ‘ie was moest de trein er een kwartier wachten. De machinist besloot de deuren open te doen zodat we een luchtje konden scheppen. Toen ik buiten stond gingen ze weer dicht – en op slot.

Het was een naakt gevoel: mijn bagage was geamputeerd. Ik begon te anticiperen op het gezoem van elektrische motoren, op het langzame wegglijden van de trein. Op het moeten zoeken naar een ander vervoersmiddel, het terugkrijgen van de tas.

Ik ging zitten op een bankje en staarde naar de wagon. Deze treinreis was de laatste rit van een trip van vier weken in een tiental treinen, in een tiental steden, waarbij ik reisleider was geweest. Op elke kilometer wist ik wat er zou komen, wat er de komende uren zou gebeuren, of wat het schema was van de dag. In welke stad we over 3, 5 of 8 dagen zouden zijn, of waar we die middag zouden eten.

Nu, relatief dicht bij huis, dreigde er van de ene op de andere seconde iets te gebeuren waar ik vijf minuten geleden geen rekening mee had gehouden. Dat was ik bijna ontwend, maar het was het meest ontspannen gevoel van de reis. Je kan weken het overzicht houden, maar er is niets zo overzichtelijk als machteloosheid. Ik sloot mijn ogen en draaide mijn hoofd naar de zon – toen openden de deuren.

Binnen in de trein, terug op mijn plek, vroeg een reisdeelnemer wat de échte volgende halte zou zijn. Siegburg-Bonn, zei ik. Over een half uurtje.

2 Alsof de pont vanuit Wageningen schipbreuk leed en me uitspuwde op een onbewoond eiland: zo leeg was de Betuwe op zaterdag 14 juli. Ik fietste door drie dorpen en over twee spoorlijnen, maar ik herinner me geen ander persoon dan een blond tienermeisje dat in de verte een bakstenen hoek omschoot op een te grote omafiets.

De hele streek had de gedaante aangenomen van een niemandsland tussen grensposten, een soort buitengesloten buffer tussen Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Een orkaanoog waaromheen de rest van het land circuleerde, waar je even kon rusten voor je je weer écht in Nederland zou wagen.

Bij een verlaten tankstation hield ik pauze in de berm en genoot van het uitzicht op het drukke Wageningen in de verte – en dat het in de verte wás. Toen dacht ik aan het uurtje dat ik nog had om een eetafspraak in Nijmegen te halen. Fietsend in het midden van lange, rechte wegen fietste ik twintig minuten later langs een ronkende A50 de Waalbrug over, de streek weer uit.

Foto van Milo van Bokkum
Milo van Bokkum

Milo van Bokkum (Amsterdam, 1994)  is economieverslaggever bij NRC.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Kijken en klikken

Ga nooit zonder plan YouTube op, hoorde ik een standup comedian eens zeggen. Het klopt. Mijn ervaring is dat na een tijdje doelloos klikken zich er een grijs gat van verveling in me begint te vormen. Ik sluit niet uit dat wanneer ik langdurig en zonder plan op YouTube zou rondhangen, me iets overkomt als te zien is in Videodrome van David Cronenberg (te zien op Netflix).

Videodrome – 1983– David Cronenburg

Geen keuzestress maar een ervaring van zinloosheid van een dikte waar je bijna plakken van kan snijden, bekruipt me na het zien van kattenvideo’s, top 10s, epic fails, stunts, oude tv-fragmenten en vooral veel hyperirritante vloggers. Het lijkt ook te kloppen dat je bij doelloos klikken naar steeds extremere video’s wordt gelokt. Ik begon afgelopen week met zoeken naar een filmpje over het nieuwe station van Delft, kwam daarna bij een top 10 van meest bijzondere metrostations en vervolgens bij een aan elkaar gegroeide tweeling. Nee dat hoefde ik niet te zien. Voor mij geen automatische gegenereerde aanbevelingen graag.

Bij Netflix is het allemaal wat tammer maar niet minder irritant. Ook hier is willekeurig door het aanbod surfen meestal geen goed idee. De kans dat je zomaar iets vindt dat bevalt is na een paar weken of maanden rondsnuffelen al bijzonder klein. Hoe meer Netflix zijn best doet mijn aandacht vast te houden met op maat gesneden aanbevelingen en previews, hoe meer ik mij begin te ergeren.

mjansen2Maar laatst vonden we dan zomaar een oude film die we nooit gezien hadden en nog beviel ook: Network uit 1976. Een film die je verrassend actueel zou kunnen noemen…

Network gaat over de honger naar kijkcijfers bij een Tv-station. Faye Dunaway speelt de emotieloze programmamanager die begrijpt dat platheid, geweld en sensatie kijkcijfers trekken. Zij zet voor een klein en journalistiek Tv-station de nieuwe koers op weg naar groei uit, waarbij niets en niemand ontzien wordt. Wij herkennen in haar nu het vlees geworden algoritme, dat ook weet dat we massaal klikken als we seks, sensatie, geweld of Siamese tweelingen voorgeschoteld krijgen. Het algoritme heeft net als Faye in deze film, geen last van moraal of goede smaak en geen gevoel voor menselijke verhoudingen en overwegingen.

De aarde is plat. Alleen door moeite te doen kun je de wereld verheffen. Maar de verleiding om laag bij de grond te blijven is groot, vooral omdat het je zo makkelijk gemaakt wordt. Network is een film die duidelijk wil verheffen. Er wordt geen poging gedaan de morele boodschap te verbergen. Integendeel, in de vorm van lange, sterke monologen wordt de boodschap aangezet. De film doet wat zij predikt: verhef u zelf, en ook elkaar.

Toch vroeg ik me af of de film ook niet laat zien dat het effect van sensatiezucht op massale aandacht vluchtig, of in elk geval niet heel bestendig is. Je kunt er eigenlijk niet op bouwen. Al dat platte aanbod wordt op een gegeven moment voorspelbaar en saai. Nu is plat niet het woord dat me bij Netflix meteen te binnen schiet, maar voorspelbaar en saai zijn hun aanbevelingen voor mij vaak wel. Zonder plan zien ze me daar niet meer.

 

Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.

Foto van Machiel Jansen
Machiel Jansen

Machiel Jansen blogt voor Tirade incidenteel over zaken die ‘Big Data’ raken. Hij leidt het Scalable Data Analytics-team bij SURFsara Amsterdam. Machiel is gepromoveerd op Knowledge Engineering en heeft in 2007 bij verschillende bedrijven en universiteiten aan SURFsara gewerkt.