Weten waar iemands huis woont

‘Private Policy Update’, ‘We nemen je privacy serieus’, ‘Mogen wij je op de hoogte blijven houden?’ Ieders mailbox stroomt over van dit soort vragen dankzij de nieuwe wet over persoonsgegevensbescherming, die vandaag ingaat. Een mooi moment om schoon schip te maken met alle accounts die ik blijkbaar heb verzameld. Of, zoals iemand op het journaal opgeruimd zei: ‘Ik flikker al die mailtjes weg.’

Het lijkt wel een regenton in een stortbui, die mailbox van mij. Wist ik veel dat mijn gegevens bij de Bijenkorf bekend waren. Een mens koopt weleens wat – en zegt op het verkeerde moment ‘ja’ en raakt vast verstrikt in de netten der klantenbinding. De hoeveelheid mailtjes verbaasde me eerlijk gezegd niet. De meeste bedrijven, bij wijze van spreken zelfs de bakker en de slager, sturen keurig een bericht.

Opvallend is wel dat een paar grote jongens dat (nog) niet doen. Ik wacht nog steeds op NS en ING. En waar blijft spamkoningin Booking.com? Het lijkt me sterk dat die niets verzamelen.

De hoeveelheid data die je achterlaat, daar schrok ik wel een beetje van. Bij een simpele webshopbestelling heb je je ziel eigenlijk al aan de duivel verkocht. Naam en adres natuurlijk, maar combineer alles maar eens: ip-adres, rekeningnummer, misschien je geboortedatum en, niet te vergeten, de tracking cookies. Kijk, dat tikt aan.

De meeste bedrijven lieten daar al die tijd een sleepnet op los zonder dat wij wisten wat ze met al die data deden. Inzicht in je omzwervingen op de interwebs verkrijgen bijvoorbeeld. ‘Wij weten waar u vlees koopt en hoe vaak,’ schrijft Piet Gerbrandy. Lijkt me precies iets om voor jezelf te houden, net als naar de hoeren gaan, maar wij hebben alles al zelf buiten gehangen. ‘Uw surfgedrag is doorsnee en beklemmend. / De woorden die u zoekt verfoeien hits.’ Als je iemands adres kent kan je z’n ruiten ingooien, dus wat je met de rest al niet kan doen…

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.

recent

Totaliter aliter – Drie keer volkomen anders

Mijn docent Latijn vertelde een verhaal over twee monniken van wie een stierf en die had de ander beloofd op enigerlei wijze te laten weten of hun fantasieën over het hiernamaals enigszins klopte. In een droom verscheen de dode aan de levende en zei slechts: ‘Totaliter aliter*’, volstrekt anders.

1. De kracht van grote tragedies is dat ze je steeds in een andere verschijning iets geheel nieuws vertellen. De Oedipus uitvoering van Toneelgroep Amsterdam is een van de betere toneelstukken die ik de laatste tijd zag. Waar ik lang dacht dat het stuk over een man met moeilijke voeten ging, die met zijn moeder naar bed gaat en zijn vader vermoordt, zag ik nu een man op leeftijd die zich realiseert in een leugen geleefd te hebben en die daardoor nu niet meer weet wij hij is. Robert Icke heeft de tragedie van Sophocles verplaatst naar de verkiezingsavond van een politicus die zeker weet dat hij winnen gaat. De ziener Tiresias, komt een paar bespottelijke voorspellingen doen, en langzaam en onafwendbaar dwingt de toneelschrijver het leven in die onverwachte mal. Oedipus realiseert zich heel langzaam, en bijzonder mooi gespeeld door Hans Kesting dat hij alles wat hij aannam over zijn leven terzijde moet schuiven, hij leefde in een leugen en kan zijn nieuwe kennis niet ongedaan denken. Een gevoel dat je hoe dan ook bekruipt naarmate de levenstijd lengt, het verleden is verontrustend genoeg veranderlijk en delen ervan zou je ongedaan willen denken.

2. In Eternal Sunshine of the spotless mind wordt juist dat geprobeerd: een organisatie biedt een  specifieke dienst aan: iets of iemand uit je geheugen laten wissen. Zodat het leven dat je leidde en dat je niet beviel, die slechte relatie ‘ongedaan gemaakt’ kan worden. Tijdens zo’n wis-poging van een liefde (gespeeld door Kate Winslet), uit zijn hoofd realiseert de andere hoofdpersoon (gespeeld door Jim Carrey),dat hij toch niet wil, dat hij die herinneringen toch niet kwijt wil en ze proberen te vluchten voor het wis-proces. Een ingenieuze science fiction die eigenlijk het tegenovergestelde doet van wat Oedipus’ probleem is. Ongedaan maken wat je van het verleden weet, omdat het pijn doet, tegenover  inzicht krijgen in hoe het verleden werkelijk was. Of is dit hetzelfde?

How happy is the blameless vestal’s lot!
The world forgetting, by the world forgot.
Eternal sunshine of the spotless mind!
Each pray’r accepted, and each wish resign’d;
Labour and rest, that equal periods keep;
“Obedient slumbers that can wake and weep;”
Desires compos’d, affections ever ev’n,
Tears that delight, and sighs that waft to Heav’n.
Grace shines around her with serenest beams,
And whisp’ring angels prompt her golden dreams.

 

dicht Alexander Pope in zijn Eloisa to Abelard.

 

3. In James Salter Last Night, een bundel verhalen die elke aspirant-schrijver veel zou kunnen leren, staat ‘Such Fun’, een verhaal dat een ‘Sex in the City’ achtige opbouw heeft, drie vriendinnen en hun soms hilarische verhalen over relaties, drank, scheiding. Na lachen en het vrolijke geklinkel van ijsblokjes in glazen stapt een van hen in de taxi en vraagt de chauffeur na een blik op haar gezicht

 

-What is it? he said.
-Nothing, she said, shaking her head. I’m dying.
-You’re sick?
-No, not sick. I’m dying of cancer, she said.

 

Aldus het hele korte verleden dat Salter opbouwde in dit verhaal in een keer keer in een volstrekt ander licht plaatsend. Waar ging het allemaal over voor deze Jane, nu we dit weten verandert het verhaal op slag radicaal. Het verhaal was een leugen en dit is de waarheid.
Totaliter aliter.
 ——-
 –IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade, droomt altijd over reizen.
* De Duitse Wikipedia weet er meer van.
Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

‘Wat doe je hier?’

Edward en zijn zusje Rosy, Jeruzalem, 1941.

Toen we uitwisselden wat we lazen  net voor de presentatie van Warner van Wely’s fraaie Zeer Korte Verhalenbundel Eén, in de Roode Bioscoop vertelde J. dat er een link was tussen Edward Said’s Orientalism en het huidige discours van het ‘cultureel archief’.  Gloria Wekker haalt in dat verband Said regelmatig aan. Daar moest ik even over nadenken, wat verder niet goed lukte omdat het orkestje ons alweer richting podium dweilde.

Ik lees Edward Said’s Ontheemd, een jeugd in het Midden-Oosten het fraaie polsdikke Privé-domeindeel uit 2009.  Het toont precies waarvoor deze reeks zich zo geweldig leent: biografische achtergrond bieden bij werk van grote schrijvers. Orientalism was beslist een eye opener voor mij,  de toch betrekkelijke eenvoudige bewustwording van de vertroebelde blik op de ander, de bril waardoor je naar een andere cultuur kijkt voor het eerst zelf goed zichtbaar gemaakt.

In Ontheemd – dat dezer dagen een wrange bijsmaak heeft nu Israël in een nieuwe fase van ontheemding van Palestijnen is aanbeland, geruggesteund door de slechtste Amerikaanse president sinds 1776 zie je de bronnen van Saids eigen racistische ervaringen.

‘Kort nadat Bullen me had geslagen, had ik een veel doordringender en duidelijker confrontatie met de koloniale werkelijkheid. Toen ik door de avondschemering naar huis liep over de enorme grasvelden van de Gezira Club, werd ik aangehouden door een Engelsman in een bruin kostuum met een tropenhelm op zijn hoofd en een klein zwart koffertje aan het stuur van zijn fiets. Het was meneer Pilley, die ik kende uit mijn vaders papieren als ‘geachte secretaris’ van de club en als de vader van Ralph, een leeftijdsgenoot van mij op GPS. ‘Wat doe je hier, jongen?’ vroeg hij met een koude, scherpe stem. ‘Ik ga naar huis,’ zei ik, en ik probeerde zo rustig mogelijk te blijven toen hij afstapte en naar me toe liep.’ Weet je niet dat je hier niet mag komen?’ wees hij me terecht. Ik probeerde nog iets te zeggen over dat we lid waren, maar hij kapte me genadeloos af. ‘Hou je mond jongen. Ga weg, en snel. Je bent een Arabier en Arabieren mogen hier niet komen.’

De Bullen waarmee het citaat begint is een alcoholist die met zijn vrouw de internationale school in Caïro bestiert. Said heeft decennia later achterhaald dat de man een middelmatig dichter was en je ziet hem genieten van het citeren van de meest wanstaltige regels en deze driftig fileren; hier worden oude rekeningen vereffend.

Fris in Saids memoires is juist deze bijna agressieve benadering van wie hem onheus behandelde. Het brengt de hoofdpersoon van Oriana Fallaci’s Een man in herinnering, die zijn kracht ontleende aan zijn agressie: in de gevangenis sloeg hij zijn beulen terug, wetende dat het hem op hardere represailles kwam te staan, maar wat uiteindelijk ook  respect afdwong. Said is een respectabel man geweest, woedend en eloquent heeft hij zijn naam gedragen, de Edward van de westerse en de Said van zijn oosterse wortels levenslang onlosmakelijk en niet te versmelten, verbonden in zijn naam.

—-

IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade, droomt altijd over reizen.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.