Steinbecken, deel 1

Een mooi beeld, dat van Gilles, die in het blog hieronder Hemingwayt. Een ruime zes decennia voordat Gilles naar Ibiza afreisde, stapte John Steinbeck in een speciaal gefabriceerd rijhuis – een pick-up met een afgetimmerde woning erop om door zijn land te rijden. Het boek dat hij erover schreef, Travels with Charley, verscheen in 1962, een paar maanden voordat Steinbeck de Nobelprijs kreeg.

Die mooie tijd toen Nobelprijzen nog uitgereikt werden…

Steinbeck is een veel minder romantisch schrijver dan Hemingway is, zijn tocht door Amerika is zelfs een beetje truttig aangezet, maar weloverwogen denk ik. Steinbeck zegt behoefte te voelen weer op pad te zijn, zijn land te leren kennen en rijdt van New York naar boven om vervolgens in een maand of drie tegen de klok in aan de landsgrenzen van de VS een rondje te rijden. Hij neemt de hond van zijn vrouw mee: Charley. Deze hond is – naast ongetwijfeld een plezierige reisgenoot (iets heel anders dan de ‘Onwillige reisgenoot’ die Hemingway in de geweldige boeken van Martha Gellhorn altijd is, de reisverslagen van Gellhorn zijn noodzakelijke pendantboeken om de ware Hemingway te leren kennen*) – een heel slimme vertellerstruc. Hij kan in het boek tegen Charley praten en projecteert gevoelens en gedachten op de hond die hij zo aan de lezer niet verder hoeft uit te leggen. De hond wordt de lezer zeer sympathiek. Bijna zo sympathiek als John Muir’s Stickeen.

Dtravels-with-charley-travelsmapwbeze zomer reis ik een stukje met Steinbeck mee. We gaan van Seattle in Washington door Oregon naar San Francisco in California rijden. Een stuk links boven op het kaartje dus.  Voor Steinbeck is dit een bijzondere episode, daar immers waar zijn jeugd ligt. Opvallend aan dit boek van Steinbeck vind ik zijn capaciteit de lezer niet lastig te vallen met weetjes en geschiedenis. Het enige echt aan de tijd gebonden aspect lees je als Steinbeck langs New Orleans rijdt en midden in de zogenaamde Desegration Protests valt, een pijnlijke fase in de poging Amerika’s rassenproblemen op te lossen. Wekenlang gaan zwarte kinderen naar witte scholen onder het woedend gesis van racistisch volwassenen. Hier maakt Steinbeck ook goed het verschil tussen de Noordelijke Amerikaan en de Zuidelijke duidelijk. Hij voert zichzelf niet zonder bewustzijn van zijn speciale noordelijke gedachten op als deel van het probleem.

Voor wie in de verder redelijk feitenvrije Amerikareis tekortgedaan voelt maakte Nederlands historicus Geert Mak een prachtig pendantboek Reizen zonder John. Drie keer zo dik, actueler, dist Mak’s boek veel van de geschiedenissen op die John impliciet liet of uit de weg ging. Er is een hele nareiscultus ontstaan waar het dit boek aangaat. Mak is er wel de fraaiste exponent van.

Deze dan nog even speciaal voor Gilles:

‘I have always lived violently, drunk hugely, eaten too much or not at all, slept around the clock or missed two nights of sleeping, worked too hard and too long in glory, or slobbed for a time in utter laziness. I’ve lifted, pulled, chopped, climbed, made love with joy and taken my hangovers as a consequence, not as a punishment.’
― John Steinbeck, Travels with Charley: In Search of America
*maar de boeken van Gellhorn vormen vooral de beste oorlogsjournalistiek die ik ken.

—-

IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade, droomt altijd over reizen.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

recent

Hemingwayen

Ik had niet veel gedachten bij Ibiza, was er nooit geweest en wist van rijke kennissen die er huizen hebben dat het er hééérlijk moest zijn.

Bloemendaal-aan-zee, dacht ik, met meer Engelsen, en dat blijkt aardig te kloppen. Sinds we hier zijn heb ik alleen in onze eigen huurauto iets anders dan house gehoord. Espaghettis Boloñesa kun je zelfs bij zaken in de meest idyllische baaitjes krijgen.

Maar het huisje dat mijn ouders hebben gehuurd ziet uit op zee en ligt ook nog aan de westkant van het eiland. Elke avond zonsondergang in de bolling van de Mar Mediterráneo.

Gisteren liepen B en ik in de schemering naar het einde van de straat, waar je op de punt van een klif kunt staan met 300 graden water voor je mik. Ik probeerde mijn meest stressvolle gedachte vast te houden en merkte dat het gewoon niet ging. Het zicht, de lichte wind, alles waar ik me graag zorgen over maak ontglipte me.

Het is druk geweest, bij ons thuis. Er liep vanalles toen we het vliegtuig in stapten. Mijn Hemingway-gevoel liet deze vakantie op zich wachten, maar nu besloop het me: de drang om een tafeltje naar buiten te slepen, brilliantine in mijn haar te smeren en er een meesterwerk uit te beuken.

In Amsterdam vergeet ik nog wel eens hoe romantisch mijn beroep is. Ik vermoed dat Ernest zijn bestaan ook niet romantisch vond, dat hij vaak geldzorgen had. Als hij in Europa was dan leefde hij in huizen die hem door kennissen werden gegund.

Ik zou zijn biografie moeten lezen, maar eigenlijk vind ik de werkelijkheid die bij schrijvers hoort niet interessant.

Voor degenen die het niet weten: ik draag een snor en heb een volle bos donker haar waarvan de slapen grijzen. Dit blog tik ik aan een kleine tafel met uitzicht op zee terwijl mijn familie slaapt in het huis achter me.

Een uurtje om te Hemingwayen, met vuur in mijn vingers woorden te schuiven tot het goed is.

“We ate well and cheaply and drank well and cheaply and slept well and warm together and loved each other.”

Go, Ernest.

Niks mis met Ibiza.

_____________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Twee verhalen

Nomadische jagers in Mongolië. De jagers werken met steenarenden.

Ik schoot naar het puntje van mijn stoel toen* een van de spelers in Circus Reve de tekst bracht dat er maar twee soorten verhalen zijn: het eerste gaat over een man die vertrekt, het tweede is het soort verhaal waarin een onbekende aankomt in een stad of dorp. Waar was deze wijsheid van afkomstig? Ik vroeg er de schrijver van het stuk naar, Arie Storm. Het leek me geen Reve-citaat? Hij meende dat de tekst van  Homeros afkomstig is, maar hij las ze bij Peter Ackroyd, of misschien wel in een interview met  Hitchcock.

Bij mijn bladeren door de Odysseiavertaling van Imme Dros kom ik niets tegen van deze strekking. Maar dat heb je met bladeren. De getypte opdracht aan Google ‘only two types of stories’ brengt me echter onmiddellijk bij een antwoord. Hoe we het ook zien, het fenomeen van de queeste is wel erg schraal geworden in tijden van internet. Dit artikel beweert dat de opmerking  breed wordt toegeschreven aan thrillerschrijver John Gardner, maar de exacte vindplaats blijft in nevelen gehuld.

Simpel als het gegeven lijkt te zijn, geeft Bruce Chatwin nog wel een boeiende aanvulling. Chatwin – ik kan mijn enthousiasme over deze schrijver maar moeilijk onder stoelen of banken houden – stierf nogal  jong en twee vrienden van hem, Jan Borm en Matthew Graves, stelden een boek samen onder de fraaie titel Anatomy of restlessness. Uncollected Writings. Het is een verzameling heel uiteenlopende teksten, verhalen, (een verhaal zo wonderlijk dat ik het wil gaan vertalen: The Estate of Maximilian Tod’ ) een brief, essays, recensies met inderdaad een prachtig eenheid brengend thema: zwerven. In een brief aan Tom Maschler zet Chatwin een plan uiteen voor zijn boek over nomaden, een boek dat er niet kwam, of het moest zijn Songlines zijn, maar de lange brief is zo’n precieze weergave van wat het boek moest zijn dat het er eigenlijk welhaast voor door kon gaan. Chatwin beschrijft echt per hoofdstuk wat erin zou moeten komen. Wat een wonderlijk gestructureerde geest was hij toch!

‘Looking at some of today’s studies of animal and human behaviour one can detect two trends:

1 Wandering is a human characteristic genetically inherited from the vegetarian primates.

2 All human beings have the emotional, if not actual biological, need for a base, cave, den, tribal territory, possessions or port. This is something we share with the carnivores.’

Chatwin linkt zo een antropologisch fenomeen aan de verhaaltechnische dichotomie die hierboven kort uiteengezet is. Er zijn twee soorten verhalen omdat de mens twee belangrijke impulsen heeft: blijven, en vertrekken. De kortste samenvatting van elk leven.

 

—-

IMG_6285Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade, droomt altijd over reizen.

*Het stuk onder regie van Marijke Schermer was ook anderszins zeer vermakelijk!

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.