Old Filth – Failed in London Try Hong Kong

Jane Gardam is een oudere Engelse dame. Geboren in 1928 wordt ze algemeen gezien als de onbegrijpelijkerwijs niet veel beroemdere grand old lady van de Engelse literatuur. De trilogie over Old Filth waarvan Cossee de eerste twee delen in vertaling heeft uitgegeven* is werkelijk geweldig. Het is lang geleden dat ik drie delen van een serie achter mekaar uitlees. Het moet die andere grootheid die wat te onbekend is gebleven zijn: Edward StAubyn.

Old Filth, The Man in the Wooden Hat en Last Friends, zijn opgebouwd zoals een evangelie is opgebouwd. Het eerste deel is ‘wat er gebeurde’ vanuit het perspectief van de man uit het huwelijk, Edward Feathers, het tweede deel is het evangelie volgens de vrouw uit het huwelijk, Elisabeth Macintosh en het laatste is de het deel vanuit het perspectief van haar minnaar en zijn -ook zakelijke -rivaal Sir Terence Veneering.

Perspectief is niet helemaal juist gekozen. De perspectieven wisselen in de boeken nogal. Je zou kunnen zeggen dat elk boek de kant van het verhaal van het hoofdpersonage is, maar het blijft meerstemmig.

Wat is er nu zo goed aan deze drie boeken? Niet uitsluitend de mogelijkheid een verhaal, drie levens heel goed te leren kennen door elk van de betrokkenen als het ware haar eigen kant te doen belichten. Dat is wel iets verslavends moet ik zeggen, ik zou het verhaal nog rustig vijf keer verteld kunnen krijgen indien geschreven door Jane Gardam. Binnen de boeken een veelheid aan personages vanuit wier hoofden wij lezers soms meekijken. Gardam heeft op een heel natuurlijke wijze de capaciteit van hoofd naar hoofd te springen van haar voorbeeld Virginia Woolf overgenomen. En net als in Woolfs briljante The Years gaan we  vele decennia mee in de levens van de hoofdpersonen, vormt intercontinentaal leven een grote rol, bevinden we ons in de upper class.

Maar het is lichter, iets vrolijker, en geestiger. En de veelkantigheid van dit verhaal in drieën is onvergetelijk.

De grootste kracht zit natuurlijk in de taal, die licht en afgemeten is, Brits geestig en understated en de personages zijn heel mooi, beschadigd en fier toch maar doorgaand. De geheimen die gaandeweg onthuld worden zij  dramatisch maar niet te groot.

Ik ga me in retrospectief maar een weg door dit oeuvre graven. Never a dull moment.

——-

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.

*Cossee gaf de eerste twee boeken uit onder discutabele titels Een onberispelijke man en een Een trouwe vrouw. De verder heel fraaie vertaling is van Gerda Baardman en Kitty Pouwels.

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

recent

De mooiste meter

Stukken die je fietst, wandelt of terwijl je in een auto of trein zit passeert, vormen voor mij een vreemde afwisseling van emoties. Het lijkt wel of per zeg vijftig meter je geheugen, je brein een andere kleur aan een stuk straat toekent. Een traject dat ik regelmatig afleg bestaat dus uit een veelheid, een lappendeken van stukken van vijftig meter die steeds een net andere mate van aangenaamheid bezitten. Hoe komt zoiets? Hoe kan het dat je een bepaalde bocht plezieriger vindt dan een andere, en dat dezelfde plek eigenlijk altijd ongeveer hetzelfde gevoel oproept? Mijn Wibautstraat vanaf het Amstelstation ziet er bijvoorbeeld zo uit: positief-negatief-positief-positief negatief – negatief- positief-positief- negatief -positief. Nu ben ik bij het Jonas Daniel Meijerplein aanbeland. Hoe kan het dat er onaangename stukken straat zijn waarvan je niet weet waarom ze dat zijn?

Ik denk dat de wereld waarin je je vaak begeeft, je stad een mentale kaart wordt. Eenmaal een heel vreselijk rotdag versterkt voelen worden door een rottige situatie in het verkeer op een bepaalde plek bijvoorbeeld,  zorgt ervoor dat je je misschien niet het onbeduidende voorval  herinnert, maar wel het gevoel dat daarbij hoorde. En dat gevoel blijft aan die plek hangen. Elk traject dat je zo aflegt is een veruitwendigd geheugen van gevoelens. Het kan een gedachte zijn, mooi of lelijk die een plaats is gaan kleuren, een voorval, een herinnering, een blik van iemand, een lied dat door je hoofd speelt, een schittering in een raam, de lichtval, een schaduw van de zon.  Maar het staat betrekkelijk vast daarna.

Zoals Dick Hillenius planten op reis meenam, in zijn tuin plantte en zo zijn tuin als een uitwendig geheugen kon zien – hij herinnerde zich immers bij het zien van een bepaalde plant de tocht die hij vier jaar terug in Spanje maakte –  zo wandelt iedereen ongemerkt door een wereld die hem door een verleden van kleine gevoelswisselingen dingen meedeelt die niet daarbuiten bestaan, maar slechts aangezet worden door het beeld van de buitenwereld.

Het is zoals Tijs Goldschmidt in De bijenchoreograaf schreef mogelijk een bij een dansje naar believen te laten doen door de strategische aanplant van bloemenvelden in de buurt – de bij geeft immers met zijn bewegingen aan zijn korfgenoten door waar de juiste honing te halen valt.

Zo zou een tocht door de stad denkbaar zijn met maximale positieve gevoelens, en een tocht met maximale negatieve gevoelens. Een hersenscan met oplichtende gebieden op afroep door een wandeling door je stad of dorp. En over de schoonheid van de tocht hoeft dat niets te zeggen.

Onderzoek naar hoe je omgeving inwerkt op je hersenen staat naar ik geloof nog in de kinderschoenen.

——-

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade.

Zie vooral deze pagina van tekenaar Stefan Bleekrode voor informatie over de intrigerende afbeelding bij dit stukje.

 

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Vrienden

IMG_5375Boris was jarig. Aan een tafeltje bij het raam in Hoi Tin op de Zeedijk wachtten Arie en ik op de lange man met de rugtas. Boris is altijd laat, en na twintig gedeelde jaren kunnen we het nog steeds niet laten de vriendschap per sms op te zeggen als we weer eens op hem moeten wachten.

Hij reageert hier nooit op. We bestelden. Boris kwam binnen, zette zijn rugtas neer en veegde zijn haar uit zijn gezicht. Arie en hij zouden straks naar de film gaan, naar Blade Runner, en ik vroeg me af waarom ik daarvoor geen vrij genomen had.

Dat is mijn rol: degene die moet werken en grote delen van het feestje mist.

We worden ouder. Ik bedacht voor de zoveelste keer dat ik later niet mijn werk zou missen, maar juist dit soort dingen: samen naar de film.

Na meer dan vijf jaar is onze vriend Gijs er nog steeds heel erg niet als we samen een feestje hebben. Voor zijn dood waren we altijd met zijn vieren. Er zat een evenwicht in de relatie. We zijn een tafel met drie poten, nu.

Nieuwe vrienden hebben we, sterke banden met recentere mensen, maar het gemak waarmee wij samen kunnen zijn ken ik bij niemand anders.

De laatste tijd kijk ik op een andere manier naar ons. Alsof ik oud ben en terugdenk aan deze momenten. Zo waren weDit waren we voordat al die andere dingen ook nog gebeurden. 

“Have I ever told you how precariously balanced I feel?” schreef A.M. Homes. “As though my existence can be revoked at any moment.”

Hoe ouder ik word, hoe meer die woorden kloppen. De blijdschap van nu is vooral een blij zijn dat het er allemaal nog is. Dat klinkt droevig, maar het gevoel wordt er ook dieper van.

Na de lunch keek ik ze na, mijn vrienden. Halverwege de middag kwamen de appjes binnen: Boris en Arie met cognac. Boris en Arie met popcorn en een 3-D bril.

Vandaag viert mijn zoon Nadim zijn zesde verjaardag. Er komen klasgenootjes naar ons huis en een paar uur lang zal de eerste vorm van vriendschap om me heen razen. Het soort vriendschap dat oneindig lijkt, waar nog geen afscheid in besloten ligt.

Hoe mooi ik dat ook vind: ik ben meer gaan houden van het soort vriendschap dat me blij, maar ook verdrietig maakt.

____________________________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.