Het fernweh voorbij

Ergens zijn, is ergens anders niet zijn. Het is de eenvoudigste waarheid die het moeilijkst te verstouwen is. Jarenlang heb ik in een café in de stad gedroomd van het strand en vice versa. Wonend aan de gracht verlang ik naar een uiterwaard, en in het bos lijkt me de concertzaal zo aantrekkelijk. Ik ben bijna nog nooit ergens geweest waar ik niet zou willen wonen, er is nauwelijks een tijdperk denkbaar waarnaar ik niet verlangen kan. Maar ik ben hier, nu.

‘Mijn eenzaam leven wandelt in de staten’ dicht Martinus Nijhoff in ‘De wandelaar’ om daar een reeks andere tijden en hoedanigheden aan toe te voegen: Kloosterling uit den tijd der Carolingen’, ‘Kunstenaar uit de tijd der Renaissance’, ‘Een dichter uit den tijd van Baudelaire’.

Ik zou wel andere dingen, op andere plaatsen willen zijn: natuurvorser uit de tijd van Humboldt, het Brazilië van Zweig, Amerikaan toen Indianen nog rondliepen, zeg Wisconsin 1849, kantoorklerk in 1921 in Lissabon.

Een ochtend in Delhi, India, een middag in Xi’an, China een avond in Kericho, Kenia. Ik ben een Schlemihl in het diepst van mijn gedachten. Peter Schlemihl*, een karakter van Adelbert von Chamisso ruilt zijn schaduw tegen een onuitputtelijke zak geld met de duivel en komt in het tweede deel van dit fascinerende verhaal in het bezit van zevenmijlslaarzen. Wanneer hij het heel koud gekregen heeft op de Noordpool gaat hij zijn kleren drogen aan de evenaar, elke stap is letterlijk zeven mijl, dus hij trekt rustig wandelend in een enorm tempo de wereld over. Schlemihl is het fernweh voorbij.

Mij zal dat nooit lukken. Ik verlang naar bijna alle plaatsen waar ik ooit geweest ben. Ik heb langzaamaan geleerd om te gaan met dit moeilijkste van de aardse gevoelens: elders te willen zijn. Er is een paar bezigheden tijdens welke ik nooit voel ergens anders te willen zijn. En ik stel me soms een persoon voor, een Russisch grootvorst op zijn landerijen op 125 werst van Moskou bijvoorbeeld,  in 1890 die aan de haard hartstochtelijk zit te dromen elders te zijn, en iets anders, bijvoorbeeld een uitgever in Amsterdam, aan de Herengracht, in 2017, in september.

——-

img_2482Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot en was redacteur bij Tirade

* Adelbert von Chamisso Peter Schlemihls wonderbaarlijke geschiedenis verschijnt in het voorjaar van 2018 bij Van Oorschot in de vertaling van Martin Michaël Driessen.

 

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.

recent

De macht grijpen

Er is een hoop te doen over de smeltende permafrost. Men zegt dat de CO2 die vrijkomt bij het smelten van die ‘eeuwigbevroren’ ondergrond de opwarming van de aarde drastisch kan versnellen en dat daar in geen enkel klimaatakkoord rekening mee gehouden is. Je vraagt je af wat de groene planeet nog meer voor adders onder haar gras heeft.

Items op het nieuws die de opwarming van de aarde / ontbossing / andere ecologische rampen aankaarten sluiten altijd af met een zinnetje over het niet- of nauwelijks meer te keren tij.

Als er in de afgelopen jaren in Nederland een politieke partij geweest is die zich uitsprak voor geboortebeperking dan heb ik daar niets van meegekregen, terwijl het de enige manier moet zijn om de uitputting van de aarde af te remmen.

Een beleid zonder geboortebeperking is een kortzichtig beleid, nog steeds geënt op het dogma van economische groei. Ik begrijp niet hoe we op de hoogte kunnen zijn van de ontbossing, plasticsoep, CO2-emissies en alle andere ellende die in onze biotoop gaande is en nog steeds kunnen denken dat we een grotere of evengrote volgende generatie nodig hebben om de huidige te onderhouden.

Ik ben geen voorstander van kinderbelasting of gedwongen sterilisatie, maar wil graag dat er wordt gewerkt aan bewustwording, tv-spotjes, internetreclame. Een foto van een drie maanden oude baby met de stapel vuilniszakken die dat kind in zijn korte leven al heeft weten te vullen ernaast.

Natuurlijk moet iedereen kinderen kunnen krijgen. Ik pleit zelfs niet voor een 1-kindregel, maar als alle ouders nu proberen niet meer dan 2 kinderen toe te voegen? Mocht het mislukken en ze krijgen er drie: geen harde straffen, maar wel een stekend schuldgevoel, zoals wanneer je bij de Gamma toch kiest voor die non-FSCplanken omdat het deze maand wat beter uitkomt.

Naast geboortebeperking moeten we het hebben over consumptiebeperking. Ik wil een keurmerk voor alle producten in de EU. De consument moet kunnen verwachten dat een keukengarde bij regulier gebruik honderd jaar mee gaat. Zoiets is makkelijk te testen. Als een product niet door de degelijkheidscontrole komt dan mag het niet worden verkocht. Jammer voor de Action, inderdaad.

Mode. Ook zo iets, die verandert tegenwoordig vijf keer per jaar en voor elk kledingstuk dat verkocht wordt gaan er tien* de versnipperaar in. Voor niets gemaakt, verpakt, vervoerd, verwarmd. Met dit plan maak ik me – weet ik inmiddels – niet populair, maar zo gauw ik dictator ben zal elke burger twee hansoppen uitgereikt krijgen: een wollen en een linnen. Met die pakkies mag iedereen doen wat hij wil: verven, er appliquées op naaien, ze bedazzlen, er modieuze scheuren in aanbrengen, maar twee nieuwe krijgt mijn onderdaan pas over vier jaar weer.

Elke burger moet minstens een jaar naar de huishoudschool om te leren hoe je omgaat met voedsel. Dit ter voorkoming van al die koelkasten met drie pakken rottende verse tagliatelle all’uovo erin en negen soorten industriële mayo. Voedingsmiddelen zonder feitelijk bestaansrecht zullen verdwijnen uit de schappen: dag strooikaas, margarine, bakboter, knijpfruit. Breek me de bek niet open.

Jesse, bel me. Ik heb zoveel goeie ideeën.

 

* giswerk

____________________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

 

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Olympia (fragment 2)

De zon gaat onder achter de heuvels en beschijnt nog net de beelden hoog boven aan de grote tempel van Zeus. Het gouden uur maakt goud van Apollo’s marmeren gestalte. Mensen zien er op dit tijdstip altijd knapper uit maar dat heeft hij niet nodig. Zijn tors is een leeg doek, zijn uitgestrekte rechterarm een vleesgeworden abstractie. De zuivere overwinning te midden van de worstelende Lapithen en Kentauren.

De beeldengroep aan de andere kant van de tempel ligt nu in de schemering. Zeus tussen Pelops en Oinomaios en hun beider vierspannen, gevangen in het eeuwigdurend moment voordat hun paardenrenwedstrijd aanvangt. Op het spel staat Hippodameia, dochter van Oinomaios, huwelijkskandidate voor Pelops. Hun race was de eerste in de lange reeks van Olympische Spelen. Rondom de tempel (metopen) werkt Herakles gestaag door aan zijn twaalf werken, terwijl Athena hem een handje helpt. Na het uitmesten van de stallen van Augeas riep hij op precies deze plaats de Olympische Spelen uit. Welke van de verhalen de werkelijke stichting van de Spelen vertelt, doet er niet toe. Ze spreken beide vanuit de mythische voortijd tot het heden – in de vijfde eeuw v.C. en nu nog steeds.

Wat Apollo op dit uur vertelt is een verhaal dat naar alle kanten uitwaaiert. Het marmer verbeeldt de eeuwige strijd tussen barbaren en burgers, tussen oost en west, en de verhouding tussen goden en mensen. Alle krachten blootgelegd. Nikos Kazantzakis zegt het in zijn Verslag aan El Greco als volgt.

Op dit pediment zie je alle lagen van de hiërarchie: god, vrije mannen, vrouwen, slaven, wilde beesten. De god staat in het midden, rechtop en kalm, meester over zijn kracht. Hoewel hij de verschrikking om zich heen kan zien is hij onverstoorbaar. Hij controleert zijn wrok en hartstocht zonder anderzijds onverschillig te blijven, aangezien hij kalm zijn hand uitstrekt en de overwinning gunt aan de partij van zijn keuze.

Kazantzakis heeft minder oog voor de beeldengroep in de context van de Spelen. Als Apollo te midden van het strijdgewoel iets vertegenwoordigt dan is het beoordelingsvermogen. Hij treedt op als jury en is een voorbeeld voor iedereen die in sport en spel een oordeel heeft te vellen. Niet voor niets staat hij met zijn rug naar de valsspeler aan de andere kant van het gebouw, Pelops, die de wagen van zijn tegenstander saboteerde en hem zo de dood in joeg. Apollo staat voor fair play, zouden we nu kunnen zeggen, vrij van vals spel, omkoping en doping. Zonder aanzien des persoons.

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds vier jaar blogt hij voor tirade.nu.

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.