Anoniem?

Ik heb jaren naast het kantoor van een nachtclub en escorteservice gewoond en buiten het af- en aanrijden van taxi’s met vrouwen op hoge hakken, korte rokken en bungelende handtasjes, gaf dat geen overlast, tot de zomer toen ze achter het huis een houten terras bouwden en de dames daar hele dagen rondhingen, als lome katten, pal naast het platte dak van een schuur waar wij ons terras op hadden.

Het maakt niet veel uit wie er opeens naast je komt te zitten, het is altijd ongewenst, en ik moet toegeven dat wij bijzonder gesteld zijn op onze privacy. Dus dit was niet prettig, hoeren of niet.

an

We dachten aan een schutting, we dachten aan klimop over die schutting, we dachten aan allerlei oplossingen, maar omdat zij een meter hoger zaten en op ons neerkeken, letterlijk, leek geen enkel plan afdoende de hoeren aan het zicht te onttrekken, laat staan aan het gehoor, want als er iets is dat hoeren naast hun werk graag doen dan is het eindeloos kletsen, leerde ik die zomer. Ik zal in ieder geval niet vreemd opkijken wanneer in Tien voor Taal verteld wordt dat het werkwoord ‘ouwehoeren’ hiervan afgeleid is.

Onze buurhoeren zetten ons in de sigarettenrook, enorme dikke rookwolken, de hele dag, en ze lieten spullen slingeren op hun terrastafel, die dan tussen onze plantjes waaiden. Ik vond een lijst waarop alle medewerksters van het bureau stonden, keurig onder elkaar geschreven in een meisjeshandschrift met rondjes op de ‘i’ en achter iedere naam wat voor type meisje het was, en vervolgens wat ze wel en niet deden, in de vorm van kruisjes in kolommen. Zo had je Aziatische meisjes, Russisch, negerinnen, Hollands, en een soort open categorie. Exotisch stond er ook tussen.

Dan de kruisjes. Angelique, de bovenste, had een kruisje achter ‘anaal’, ‘dubble date’, ‘all night’ en ‘DP’. Dat laatste betekent double penetration. Achter ‘kissing’ stonden bijzonder weinig kruisjes. Er waren meisjes bij met Russische namen die wel aan kissing deden, maar verder waagde zich daar bijna niemand aan.

Die nationaliteiten en omschrijvingen koppelen aan waar wel of geen kruisjes achter stond, en daar dan patronen in proberen te ontdekken, was een aardige bezigheid. Toch was die lijst ranzig en was het aanhoren van de gesprekken hierover ronduit afleidend, en de blikken van de dames vond ik ook tamelijk verveeld en ondoorgrondelijk, en verder waren de dames van kantoor en vooral de chef, of pooier, een vreselijk stel botterikken.

Liever had ik natuurlijk een buurvrouw gehad die gewoon haar krantje zou lezen, en af en toe iets over mijn boeken zou vragen. Meer heeft een schrijver niet nodig.

Nooit zo weinig buiten gezeten als die zomer, en dat lag niet aan het weer. Hoeren kleurden gratis bij en wij zaten in het park. Een oplossing kwam uit onverwachte hoek. Nog voor de herfst zich aandiende ontstond er brand in de keuken van het restaurant onder het terras van de escorteservice. Het hele terras brandde af en wij hadden ons plekje weer terug.

Die lijst moet ik nog ergens hebben.

Jan van Mersbergen


recent

Het vertalen van boektitels

Ik heb het hier eerder gehad over het vertalen van boektitels en kom regelmatig bijzonder storende boektitels tegen. Aan The pearl kan weinig verprutst worden, en aan The hours ook niet, al klinkt De uren natuurlijk nergens naar. Als er uitdrukkingen in titels verwerkt zijn wordt het moeilijker, of woorden met meerdere betekenissen, zoals het op dit blog eerdergenoemde The crossing, dat vertaald werd als De kruising. Dat is op zich correct, maar helaas gaat de roman van Cormac McCarthy niet over een kruising. Het is deel twee van The border trilogy, over een grens dus. De grens bekt wel aardig, maar eigenlijk zou de roman De grensovergang moeten heten. Klinkt ook niet best.

haKent Haruf’s roman Plainsong verscheen hier als Het lied van de vlakte. Nu is een plain een vlakte en een song is een lied, dus de combinatie was waarschijnlijk snel gemaakt. Niet alleen zijn boektitels met het woord ‘van’ erin erg lelijk en gemakzuchtig, in dit boek van Haruf komt geen enkel lied voor en de vlakte speelt ook geen rol. De roman gaat over gemeenschapszin, over een dorpje, over hoe de mensen met elkaar om gaan. Plainsong is een Amerikaans woord voor samenzang in de kerk. Haruf heeft die term gebruikt om die saamhorigheid te duiden. Stel de titel daar op af, zou ik zeggen. Maar het moest het zoete Het lied van de vlakte worden, en op het omslag moesten twee stijgerende paarden.

Bijzonder sterke roman trouwens. Barack Obama las het boek toen hij met vakantie was. De Nederlandse vertaling lag vorig jaar voor een paar euro bij De Slegte.

Ook heb ik het op dit weblog eerder over Charles Bukowski gehad. Zijn Ham on rye is in Nederland bekend als Kind onder kannibalen. Ook dat heb ik nooit begrepen, al kan ik me voorstellen dat de Nederlandse uitgeverij moeite had met de varianten die een letterlijke vertaling opleverden. Ham on rye is een gevoel. Kind onder kannibalen ook. In die zin klopt deze vertaling wel, al begrijp ik hem niet.

Ik heb een ander boek met ‘rye’ in de titel, The catcher in the rye, wat vertaald is als De vanger in het koren, altijd een vreemde titel gevonden. Ik weet van de droom in het boek, in hoofdstuk 22, waarin kinderen die in een roggeveld spelen in een naastgelegen ravijn dreigen te vallen en dat de hoofdpersool Holden Caulfield de kinderen daarvoor wil behoeden. Hij is dan inderdaad een vanger in het graan, gebaseerd op dit gedicht van Robert Burns, maar ik vind dat beeld erg ver van het boek af staan.

Mij doet The catcher in the rye altijd meer aan honkbal denken. Sommige passages gaan over honkbal. Holden koestert de handschoen van zijn overleden broertje. Die handschoen geeft de liefde voor zijn broer aan, en zijn isolement. Holden voelt zich als een verrevelder , die alleen in een enorm veld moeten wachten op de bal, en die moeten vangen als die komt. Dat beeld komt dichterbij het gevoel dat ik bij het boek heb dan dat waanzinnige verzinsel van die droom, die Salinger beter had kunnen schrappen. Een vertaler met een beetje lef had dit boek niet De vanger in het graan genoemd, maar De verrevelder.

Er zijn veel voorbeelden te noemen, maar dat zijn over het algemeen titels die verzonnen zijn om een boek geschikt te maken voor de Nederlandse markt . Brokeback Mountain is de naam van een berg, en dat als titel. In het Nederlands verscheen het boekje als Twee cowboys. Bij uitgeverij Cossee verscheen afgelopen jaar een boek dat in het Duits Kaltenburg heet en nu: De nacht dat het dode kraaien regende. Ik denk dat de titel Les vaisseaux du cœur in Nederland niemand iets zegt. Het is de oorspronkelijke titel van Zout op mijn huid. Vaisseau is een schip. Toch valt met deze titels te leven, zelfs met het bondige Twee cowboys, dat voorbij gaat aan de berg die voor deze twee cowboys symbool stond voor hun liefde.

Aanvullingen?

Jan van Mersbergen


Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Een grappenmaker in een plankenfabriek

Ik werkte in een plankenfabriek. Er stonden enorme zaagmachines die volledig beveiligd waren, maar erg veel lawaai maakten zodat iedereen in de loods oorbeschermers moest dragen, je niet met elkaar kon praten en je nooit naar de radio kon luisteren tijdens het werk.

Dat werk bestond uit het verslepen van hout naar de zaagmachines en het er dan in stoppen. Er stond een oude Turk die al ruim dertig jaar op dezelfde plek achter een zaagmachine stond en het enige dat die man deed was planken van een halve meter in een opening schuiven, waarna ze gezaagd werden.

Ook was er een man die in de pauzes doorlopend flauwe grappen maakte. Dan zei hij tegen iemand: Er zit een spin op je kop. Of hij gebaarde dat er telefoon voor je was in het kantoor en dat was dan niet zo. Hij goot water in je schoenen, in de kleedkamer. Hij stopte houtkrullen in overalls die klaar hingen.

Op een dag hoorden we hem roepen. Hij riep: Help help, ik zit vast.

Het was net pauze, de machines waren uit gezet. We lieten hem roepen. We liepen naar de kleedkamer en toen we die door waren liepen we naar de kantine waar koffie wachtte. We rookten sigaretten en dronken koffie en een man deed hem nog na: Help help, ik zit vast.

Toen we terugkwamen in de loods vond een jongen de grappenmaker. Hij zat met zijn been in een zaagmachine. Hoe hij het voor elkaar gekregen had weet ik niet, maar ik denk dat hij een plank die vast zat een zetje had willen geven met zijn schoen en dat hij de beveiliging daarom uitgeschakeld had en dat hij toen gegrepen is. Zijn been zat er tot voorbij zijn knie in en toen pas sloeg de machine af en zat hij zelf vast.

Jan van Mersbergen