De eeuw van J.L. Heldring (Hugo Arlman), biografie van een betrokken buitenstaander

Journalist en columnist J.L. Heldring (1917-2013) deelde week na week, 52 jaar lang, zijn kijk op de wereld met de lezers van NRC Handelsblad. Van zijn rubriek ‘Dezer Dagen’ zijn tussen 1960 en 2012 viereneenhalf duizend afleveringen verschenen. In die column nam Heldering de houding aan van de ‘spectateur engagé’, de betrokken buitenstaander. In achthonderd tot duizend woorden trakteerde hij zijn lezers op scherpe analyses en prikkelende vragen uit de buitenlandse politiek, de democratische troebelen van de universitaire wereld, onoplosbare vragen in religie en geloof, de logica die taalgebruik zou moeten beheersen en het verschil tussen liberaal en conservatief.
Hugo Arlman beschrijft in De eeuw van J.L. Heldring hoe Heldring als zoon van een Amsterdamse patriciërsfamilie uit de inmiddels verdwenen wereld van de vooroorlogse grachtengordel in de journalistiek terecht kwam. Waar de encyclopedische kennis vandaan kwam waarmee Heldring over de wereld schreef. Hoe hij geïnspireerd werd door Johan Huizinga, Carry van Bruggen en Raymond Aron. Hoe de val van de Berlijnse Muur een keerpunt was in zijn denken. En wat voor mens er school achter het cerebrale, intellectuele en afstandelijke masker dat de meeste mensen van hem te zien kregen.

NRC publiceerde een fragment.

Loterij Uitmarkt: hoe ziet duizend euro aan boeken eruit?

Nog een week, dan is het Uitmarkt. En beter weer, mogen we hopen! De Loterijprijs van 2014 op de Uitmarkt bij van Oorschot betreft  € 1.000 aan boeken, zie onderstaand bericht voor details. Maar hoe ziet € 1.000 aan boeken er eigenlijk uit?

U zou bijvoorbeeld aan de volgende boeken kunnen denken, en dan heeft nog maar € 939,60  uitgegeven:

James Agee – Een sterfgeval in de familie 22,50
Isaak Babel – Verhalen 45,00
Maarten Biesheuvel – Zeeverhalen 14,90
Louis-Ferdinand Céline – Reis naar het einde van de nacht 17,50
J.L. Heldring en André Spoor – Onze eeuw 12,50
Gilles van der Loo – Het laatste kind 16,50
Lieke Marsman – De eerste letter 14,50
Michiel Heijungs – Retour Bangkok 16,50
Erik Menkveld – Het grote zwijgen 15,00
Elisabeth van Nimwegen – De smaak van ijzer 14,50
Willem Jan Otten – Een ridder van de Engelse drop 14,50
Marijke Schermer – Mensen in de zon 17,50
Lev Tolstoj – Anna Karenina 22,50
Lev Tolstoj – Oorlog en vrede 29,90
Poëziekalender 2015 12,50
Miek Zwamborn – De duimsprong – 17,50
Ester Naomi Perquin – Celinspecties 14,50
Anton Tsjechov – Verhalen deel 1 t/m 5 5 x 39,00
Detlev van Heest De verzopen katten en de Hollander en Pleun, gebonden, tweemaal 45,-
I.A. Boenin Verzamelde werken 3  43,-
Maarten Biesheuvel Verzameld werk in cassette, drie delen gebonden 125,-
A. Alberts Verzameld werk in cassette, drie delen, gebonden 99,-
Maaike Meijer M. Vasalis – Een biografie € 19,90
J.J. Voskuil Binnen de huid gebonden uitgave 35
Emily Dickinson Verzamelde gedichten 29,90
Levie de Lange, Verhaal van mijn leven 15
Frida Vogels Dagboek 1974-1976 29,50

Totaal 939,60. Nog 60 euro te gaan met bijvoorbeeld: klik hier voor de Oorshop…

U kunt hier 10 loten kopen ter waarde van € 10,-

reglement
De winnaar maakt een keuze uit het reguliere*, in de boekwinkel te verkrijgen fonds, dat te vinden is in de Fondslijst, en ook in te zien is in de Oorshop.

De boekenmarkt van de Uitmarkt vindt plaats op 30 en 31 augustus 2014 op het Museumplein, stand 26/27. De trekking vindt plaats op  31 augustus 16 uur aan de stand.

Publicatie van het winnend lotnummer op maandag 1 september om 9.00 op de Van Oorschot website.

Een van mijn reuzen: J.L. Heldring

door Wouter van Oorschot

De aanhef in de paar brieven die ik hem schreef is nooit ‘Beste Jerôme’ geworden. Het paste mij niet. Feitelijk paste me het gebruik van zijn voornaam al niet, maar omdat ik ‘Beste Heldring’ te familiair en te afstandelijk tegelijk vond, werd het ten slotte – na één keer een gemeend ‘Hooggeleerde heer’ want ik vónd hem dat – ‘Beste Jerôme Heldring’. Dat hij mij alleen bij mijn voornaam antwoordde, bevestigde onze verhouding het beste – naar mijn idee tenminste, het was geen vraag.
Onze schriftelijke kennismaking verliep via het door hem regelmatig aangehaalde boek Het fascisme en de nieuwe vrijdheid van J. de Kadt, waarvan ik in 1980 een derde, vermeerderde druk voorbereidde. Aan de man die toen nog slechts Mr. J.L. Heldring voor mij was, had ik op instigatie van mijn vader Geert gevraagd een aanbeveling te schrijven voor de achterflap van dit boek. Hij stuurde een stukje in dat op elf regels paste en waarin hij zó bondig de vraag beantwoordde waarom De Kadts analyse van het fascisme veertig jaar na de eerste druk in 1939 nog actueel was, dat het me licht teleurstelde…
In aanmerking genomen dat Heldring zijn rubriek ‘Dezer dagen’ in 1960 begon, valt te beredeneren waarom zijn eerste keuze daaruit pas in 1975 verscheen. Terwijl in die jaren geen andere uitgever belangstelling zal hebben gehad voor het werk van de politiek als ‘te rechts’ gekenschetse commentator, zal het even geduurd hebben voordat Geert in een keuze uit zulke korte stukken een ‘bruikbaar’ boekengenre is gaan zien. Dat Het verschil met anderen zoals Heldrings eerste boek heette, het tij niet meehad, kon Geert ongetwijfeld niet schelen: hij zal het hebben willen publiceren als ‘daad’ in een tijd dat het door hem verfoeide Nieuw Links door zijn invloed op de toenmalige regering Den Uyl hoog te paard zat.
Een mens moge tijdens zijn leven niet veel leidstarren van node hebben, in de daaropvolgende jaren werd J.L. Heldring er een voor mij. Ik sloeg bij wijze van spreken geen aflevering van zijn rubriek over en onderging zodoende zijn credo ‘aan den breine’, dat vragen stellen verkieslijker was dan zijn mening op te dringen. De talloze vragen die Heldring aan de orde stelde hadden op mij de uitwerking van een jarenlang college, een politiek en maatschappelijk ‘bij de les blijven’ waar ik hem dankbaar voor werd en bleef. Maar omdat mijn dankbaarheid geen gestalte kon krijgen in een uitnodiging aan hem om jaarlijks een bloemlezing uit zijn werk te publiceren, en Heldring zelf de laatste was om zoiets voor te stellen, bleef het ten slotte bij vier boeken, waarvan het laatste in 2012 verscheen en waarvoor we bij wijze van eerbetoon als titel Dezer dagen voorstelden, waar hij met enigs scepsis doch welwillend mee instemde.
Enkele weken voor zijn dood belde hij naar nu bleek voor de laatste keer op. Hij stelde droog-humoristisch en tevreden vast dat hij voor sommige dingen blijkbaar 95 had moeten worden om ze voor de eerste keer mee te maken, zoals in dit geval de tweede druk van zijn boek.
Ten onrechte is aan Jerôme Heldring is de P.C. Hooftprijs voor Letterkunde voor zijn gehele oeuvre onthouden. Verkennende besprekingen over het algemeen toegankelijk maken ervan zijn reeds aangevangen. Het zal mij desgewenst een eer en een genoegen zijn daar naar vermogen toe bij te dragen.

Onze eeuw, Heldring en Spoor jubelend besproken

Michel Krielaars schrijft in NRC-Handelsblad: ‘De Nederlandse journalistiek kent een handvol briljante scribenten die, als hun artikelen in de Angelsaksische pers waren gepubliceerd, wereldberoemd zouden zijn. Ik raak daar opnieuw van overtuigd bij het lezen van Onze eeuw. J.L. Heldring en André Spoor in gesprek, waarin de twee oud-hoofdredacteuren van deze krant zich als The Wise Men van de Lage Landen manifesteren, zo breed en diepgaand is hun kennis van de internationale politiek.’

André Spoor en J.L  Heldring voerden in augustus 2012 een viertal lange gesprekken. Zij namen hun persoonlijke ervaringen met de politiek van de twintigste eeuw door, spraken over de Koude Oorlog, het ontstaan en het einde ervan, over de dekolonisatie, over Europa, over de Nederlandse buitenlandpolitiek. Het resultaat van die gesprekken heeft dezelfde ongedwongen toon als die van Helmut Schmidt en Fritz Stern in hun boek Unser Jahrhundert. Ein Gespräch.

Onze eeuw, een gesprek – verschenen

Heden in de boekhandel Onze eeuw. André Spoor en J.L. Heldring in gesprek.
André Spoor en J.L. Heldring voerden in augustus 2012 een viertal lange gesprekken. Zij namen hun persoonlijke ervaringen met de politiek van de twintigste eeuw door, spraken over de Koude Oorlog, het ontstaan en het einde ervan, over de dekolonisatie, over Europa, over de Nederlandse buitenlandpolitiek. De gesprekken werden opgenomen en gemodereerd door historicus John-Alexander Janssen.

In de gesprekkenis een aantal elementaire bewegingen in de twintigste eeuw samengevat tot een associatief en bijwijlen persoonlijk verhaal en niet als in een geschiedenisboekje. Bovenop alles wat de lezer zelf al weet, stippen de betrokken waarnemers Spoor en Heldring aspecten van het grote wereldgebeuren aan die onder het stof van de Wikipediakennis verdwenen is. Wat was het Long Telegram ook al weer en in welk verband tot de Koude Oorlog stond het? Welke Nederlandse politici hadden welke inzichten waar het de onafhankelijkheid van Indonesië aanging? Waarop baseert Heldring zijn uitspraak ‘dekoloniseren moet je door rechts laten doen, bezuinigen door links’?

Een boek voor een ieder die meer wil weten van de zwarte bladzijden van de Nederlandse en Europese politieke geschiedenis van de twintigste eeuw.

Hier vindt u een bespreking van het boek door Bart Jan Spruyt.

J.L. Heldring ontvangt op 21 maart in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag de Tegel (Nederlands belangrijkste journalistiekprijs) voor zijn gehele oeuvre. Ter ere van de bekroning maakt Frenk van der Linden een documentaire over Heldring, die op 25 maart op televisie komt. De film is eveneens op zaterdag 23 maart te bekijken op een feestelijke Heldring-avond in het NRC Restaurant te Amsterdam.

Voorjaarsaanbieding 2013

De voorjaarsaanbieding voor 2013:

Marjoleine de Vos | Uitzicht genoeg
Carl Friedman (samenst.) | Bijt me toch, bijt me! De mooiste dierenverhalen uit de Russische Bibliotheek
Anton Tsjechov | De kus. Drie liefdesverhalen

–Zestig jaar Russische Bibliotheek (Prijsverlagingen Boelgakov, Ljeskov, Tsjechov)

J.L. Heldring en André Spoor | Onze eeuw
Willem Frederik Hermans | De donkere kamer van Damokles (jubileumeditie)
David Smalhout | Daarheen en weer terug
Leo Tolstoj | Oorlog en vrede (hardcover)
A.P. Tsjechov | Toneel
Frits Abrahams | Alles loopt altijd anders
Achmatova, Majakovski, Tsvetajeva | Ode aan de voetganger
Isaak Babel | De geschiedenis van een paard
Elisabeth Eybers | My radarhart laat niks ontglip
Kerim Göçmen| Het geheim van de kromme neuzen
I. E. Babel | Verhalen
Samuel Butler | De weg van alle vlees
Frida Vogels | Dagboek 1974-1976 (deel 10)

–Zestig jaar Russische Bibliotheek (Prijsverlagingen Achmatova, Boenin,
Gontsjarov, Majakovski, Poesjkin, Tsvetajeva)

Ester Naomi Perquin en Menno Hartman (red.) | Poëziekalender 2014

Wilt u een folder ontvangen? Mail dan naar contact@vanoorschot.nl met vermelding van uw postadres.

Dezer dagen verschenen

De bundeling Dezer dagen uit de columns van J.L. Heldring is verschenen. In april 2012 stopte J.L. Heldring na 52 jaar met zijn befaamde column Dezer dagen. Sinds 1960 schreef hij op de opiniepagina van eerst de Nieuwe Rotterdamse Courant en later NRC Handelsblad zijn column over buitenlandse politiek, taal, godsdienst, Europa, cultuur en geschiedenis. Aanvankelijk begon Heldring de column omdat zijn hoofdredacteur hem als adjunct geen andere verantwoordelijkheden wenste af te staan. Gaandeweg vond hij in zijn stijlvolle opstellen een levenstaak: vanaf de zijlijn meedenken. Overtuigd als journalist in al deze onderwerpen een dilettant te zijn heeft hij echter generaties lezers getoond hoe scherpzinnig vanuit dilettantisme gedacht en geredeneerd kan worden. Politiek denken op columnformaat heeft in de Nederlandse pers nergens zo’n hoge vlucht genomen als juist in Heldrings column.

Deze ruime bundeling omvat een keuze uit de 500 ‘kanttekeningen’ die Heldring tussen 2003 en 2012 plaatste.

‘Een meester in vileine bedachtzaamheid’ – Bas Heijne over Heldring

 

1970-1980

Toen ook Gerard Reve in 1970 na ‘meningsverschillen’ was vertrokken (naar Polak & Van Gennep) was de uitgeverij twee van haar bestverkopende sterauteurs kwijt. De Russische Bibliotheek werd in 1972 ‘voltooid’ met de verschijning van het 38ste deel, wat gevierd werd met een groot feest in de Amsterdamse Stadschouwburg. Toen de reeks eindelijk ook goed begon te verkopen, raakte de uitgeverij voor het eerst sinds haar oprichting definitief uit de rode cijfers.

Daarmee hield de Russische ‘tak’ van het fonds echter niet op, al werden de bakens verzet. Het aantal politiek getinte uitgaven nam nog toe en het was Karel van het Reve die daarbij een grote rol speelde. Behalve drie boeken van zijn eigen hand verschenen dankzij de door hem opgerichte Alexander Herzen stichting ruim vijftien clandestiene, uit Rusland gesmokkelde manuscripten van zogenoemde ‘samizdat’ auteurs als Andrej en Gjuzel Amalrik, Pjotr Jakir, Nadezjda Mandelstam, Anatoli Martsjenko en Lidia Tsjoekovskaja in boekvorm. Ook Jacques de Kadt leverde drie boeken af, waaronder zijn laatste grote werk De politiek der gematigden. Ten slotte werd, wederom onder redactie van Charles B. Timmer, een nieuwe reeks opgezet waarin, onder de verzamelnaam Russische miniaturen, afzonderlijke werken van hedendaagse schrijvers werden ondergebracht, zoals Aksjonov, Venedikt Jerofejev, Lichodejev, Remizov en Zosjtsjenko.

Tussen 1970 en 1980 debuteerden onder meer Herman de Coninck, Jan Geurt Gaarlandt, J.L. Heldring,  Frans Stüger, Kees Verheul en Janne Wijnalda in boekvorm.

Bijzonder succesvol werden Judith Herzberg en Rutger Kopland, wier dichtbundels keer op keer moesten worden herdrukt. Nadat A. Koolhaas zijn dierenverhalen-oeuvre grotendeels had voltooid, boekte hij in dit decennium grote successen met romans, vooral met Vanwege een tere huid (1973). In 1974 kreeg eindelijk ook A. Alberts bredere erkenning voor zijn schrijverschap met zijn kleine roman De vergaderzaal.

Aanvankelijk tot zijn schrik maar al snel ook tot zijn meestal onuitgesproken genoegen, bleek ook Geerts alter ego R.J. Peskens een gewild auteur met Twee vorstinnen en een vorst en Mijn tante Coleta, waarvan respectievelijk 120.000 en 170.000 exemplaren werden verkocht. Omdat hij die boeken naar eigen zeggen ‘in de tijd van de zaak’ geschreven had, keerde hij aan zichzelf geen auteurshonorarium uit, waarmee hij een fundament onder zijn ‘kleine zaakje’ legde, wat het financieel nagenoeg onkwetsbaar maakte. Zo bezien was zijn antwoord op de hem gestelde vraag waarom hij die boeken zelf uitgaf: ‘Nou hèb ik eens een paar bestsellers en denkt u toch niet dat ik die bij een ander laat uitgeven?’ minder retorisch dan het zich liet aanzien. Beide boeken werden bovendien succesvol verfilmd en uitgebracht onder de titel Twee vorstinnen en een vorst: glansrollen in deze speelfilm waren weggelegd voor Kitty Courbois, Jan Decleir en Linda van Dijck.