In de Oorshop

Cactus

imagesGeheel tegen de adviezen van Annie M.G. Schmidt in (die in een interview zei dat ze liever niet met schrijvers omging omdat het valse secreten zijn) had ik schrijfster F. uitgenodigd om, geheel tegen de adviezen van mijn moeder in, pannenkoeken te komen eten.

Mijn moeder zegt dat pannenkoeken geen volwaardige maaltijd zijn. Daar ben ik het niet mee eens, ik vind dat alles waar je (1) geitenkaas of (2) hagelslag overheen kan gooien sowieso een volwaardige maaltijd is.

Ik had mijn kamer opgeruimd en het raam opengezet. Het gehele meubilair zat inmiddels onder de poedersuiker maar dat was wel gezellig en het rook ook nog lekker én het zorgde ervoor dat ik het raam weer dicht kon doen, zodat de straatgeluiden en de kou opnieuw buitengesloten zouden worden.

Ik was aan tafel gaan zitten, spelend met de stroop die ik langzaam heen en weer door de fles liet lopen. Ik dacht: ‘Precies zo voel ik me,’ en toen zag ik de plant. Hij stond in de hoek bovenop mijn platenspeler. Hij was dood, hartstikke dood. Je hoefde geen plantenliefhebber te zijn om dat te zien, dode dingen herken je meteen.

Schrijfster F. had mij diezelfde kamerplant voor mijn verjaardag gegeven, (in oktober) omdat het haar was opgevallen dat ik helemaal geen planten in huis had. Sinds ik wél een plant in huis had was het mij eerlijk gezegd zelf niet opgevallen dat de plant er was en praktisch gezien was hij ook al van mij heengegaan natuurlijk.

Ik wilde F. niet meteen bij binnenkomst al voor het hoofd stoten met die plant, ze zou denken dat ik een vals secreet ben, misschien had ze daar niet eens een dood cadeau voor nodig. Van de andere kant kon ik die plant ook niet ineens zomaar wegdoen nu, ze zou onmiddellijk zien dat de plant ontbrak. Als ze al gezien had dat er een plant ontbrak voordat er überhaupt een plant was, dan zou het nu het eerste zijn dat ze zag. Bovendien: F. is een schrijfster en schrijvers kijken over het algemeen erg goed. (?)

Er zat niets anders op: ik liet de plant dood in de hoek staan, met een schaar knipte ik de verrotte bladeren weg. Dat deed de aanblik van die plant min of meer geweld aan, al die halve bladeren.

Toen F. binnenkwam zei ze: ‘Wat ruikt het hier lekker.”Ja,’ zei ik zenuwachtig. Om alle ongemak voor te zijn zei ik: ‘Die plant die ik van je gekregen heb is dood.’ Daar leek F. niet echt van onder de indruk. Ze zei: ‘O?’ wat ik als een aanmoediging zag. (Leg maar eens uit hoe dat kan dan.) Ik zei iets over een pot en een bord en bijna nooit thuis en lekkend water en dat experiment met melk en de platenspeler en honden die bladeren opeten.’Oké,’ zei ze weer, terwijl ik een pannenkoek op haar bord gooide en dacht: ‘Een pannenkoek is inderdaad een toetje.’

‘Er bestaan ook planten die je geen water hoeft te geven,’ zei F. ‘Ik neem er wel een keer één voor je mee.’ 
Ik verslikte me in een rozijn. Straks stond er een vetplant op mijn platenspeler om me eraan te herinneren dat ik voor niets of niemand kon zorgen. Misschien werd het tijd dat ik een aantal adviezen op zou gaan volgen.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Heel begrijpelijk

100_4146Mijn oma had negentien broers en zussen. Ik heb ze niet allemaal gekend. Wél was daar tante Stien, de leukste van allemaal. Zij was getrouwd met een Duitser, wat een schande was. Dat vond de Duitser zelf ook want hij heeft zelfmoord gepleegd.

Dan had je tante Leen. Zij had zulke grote borsten dat mijn moeder mij vertelde dat tante Leen een bord op haar borsten kon zetten zodat ze van haar borsten kon eten. Dat leek mij te gek. Toen we bij haar op verjaardagsvisite waren vroeg ik aan tante Leen of ze wilde voordoen hoe ze taart vanaf haar borsten at. Mijn moeder trapte heel hard op mijn voet, ‘au,’ zei ik en tante Leen at haar taart gewoon aan de tafel.

Tante Doortje woonde bij mijn opa en oma in huis omdat de mensen zeiden dat ze gek was. Toen ze jong was zat ze een tijdje in een gekkenhuis.
‘Niemand is gek,’ zei mijn oma die net het verhaal ‘Zaal 6’ van Anton Tjechov had gelezen en daarom woonde tante Doortje voortaan bij mijn opa en oma in huis.
‘Literatuur is heel gevaarlijk,’ zei mijn opa vaak, natuurlijk snapte iedereen meteen wat hij daarmee bedoelde.
Om het goed te maken ging tante Doortje iedere dag naar de slager om een paar bakjes filet Americain voor mijn opa te halen. Hij smeerde één bakje filet Americain per bruine boterham.

Ome Jan woonde aan de overkant. Hij had twee kinderen met het Syndroom van Down. Toen één van de kinderen vier jaar was, had ze haar beentje gebroken. Omdat ze niet kon zeggen dat het gips te strak zat, moest haar been eraf.

Nu zijn er nog twee zussen over, één daarvan is tante Rietje. Ze woont sinds een maand in een bejaardentehuis. Ze kan geen mensen meer verstaan zegt ze, alleen de televisie. Ze schreeuwt tegen de televisie en de televisie schreeuwt terug.

Gisteren was ik bij haar op bezoek.
‘Ze hebben me hier gevangen gezet,’ zei ze.
‘Wil je naar buiten?’ vroeg ik. Ze verstond me natuurlijk niet. ‘Wil je naar buiten? schreeuwde ik in haar oor.
‘Ik heb je wel gehoord,’ zei ze. ‘Dat verandert niets aan de situatie,’ zei ze. Toch gingen we naar buiten.

Op de gang kwamen we een mevrouw tegen met een plastic pop in haar armen. De vrouw schreeuwde tegen de pop zoals tante Rietje tegen de televisie schreeuwde.
‘Wordt wakker,’ en: ‘Neeh, neeee!’ gilde ze.’Wordt wakker.’
Ik liep op de vrouw af, keek naar de pop. ‘Kan ik u ergens mee helpen?’ vroeg ik.
De vrouw hield zich stil en bekeek me van top tot teen, zoals alleen vrouwen naar elkaar kijken. Ze hield haar blik op mijn ogen gericht, toen gilde ze heel hard, met lange dramatische uithalen: ‘Ik wil iemand die er verstand van heeft!’

Radiohead

Vandaag op internet gezet, de nieuwe clip van de band Radiohead. Vanaf 28 maart ligt het nieuwe album: ‘The King Of Limbs’ in de winkels.
Hieronder een YouTube filmpje waar de nieuwe clip ‘Lotus Flower,’ op te zien is.

Oud nieuws/nieuw nieuws: Jennifer Egan

9780307592835Original Title: Happy Ending

Where: The Regency Hotel, on Park Avenue and 61st Street

Why: It doesn’t usually happen for me this way, but I had an experience and it prompted me to begin a story. As experiences go, this one was brief: on Christmas Eve, my husband, kids and I were having cheeseburgers with my mom and stepfather at the bar of the Regency hotel (a kind of tradition with us). Washing my hands in the bathroom, I noticed a fat green wallet inside a wide-open bag beside the sink. I had a thought along the lines of: She’s lucky it’s me, seeing this wallet, and not a different kind of person. Which led to the question: What kind of person? Who is the woman who would look down while washing her hands, see a wallet, and take it? That question stayed with me. Although I wasn’t intending to work on stories — in fact, I was trying to begin a novel set in the Brooklyn Navy Yard during World War II — I sat down with that wallet in my head and a pen in my hand, to see what might happen.

En wat er toen gebeurde was dat Jennifer Egan een prachtig boek schreef. Een reeks korte verhalen die samen een roman vormen. De bovenstaande tekst is afkomstig van de website van de Amerikaanse schrijfster. De site is leuk om te bekijken omdat je kan zien hoe Egan te werk is gegaan bij het schrijven van haar boek, hoe ze bij haar personages terecht is gekomen, hoe ze een kort verhaal schreef dat uitgroeide tot een zeer geslaagde, originele en eigentijdse roman met de titel: A Visit From The Goon Squad.

Tot voor kort had ik nog nooit van Jennifer Egan gehoord, tot ik een paar weken geleden een uitstekende recensie in de Groene Amsterdammer las, geschreven door Herman Stevens.  
Stevens wist zo bevlogen over A Visit From The Goon Squad te schrijven, zo oprecht had ik al sinds lange tijd geen recensie gelezen: ééntje die je naar de winkel deed rennen en velen met mij want in geen enkele zichzelf respecterende boekhandel in Amsterdam was het boek meer te vinden.

Mijn vriendin kocht het op bol.com

A Visit From the Goon Squad is een fantastische mozaïekvertelling waarin elk personage overtuigt en waarin een even afschrikwekkend als ontroerend beeld van de tijdsgeest geschetst wordt.
Dat vonden ze in Amerika ook, het boek werd lovend ontvangen, is daar een bestseller en stond in allerlei toplijsten van o.a. The New York Times, Washington Post en Times Magazine.
Herman Stevens schreef in de Groene dat Egans boek in Nederland is “ondergesneeuwd” door het succes van Jonathan Franzen’s Freedom, een boek dat eveneens de tijdsgeest heeft proberen te vangen.

Over de tijdsgeest gesproken: ik ga het niet over ondergesneeuwde auteurs hebben en al helemaal niet over de Nederlandse (markt)positie van vrouwen in de literatuur, maar A Visit From The Goon Squad verdient een groot lezerspubliek in Nederland. Mocht ik u niet hebben weten te overtuigen: lees hier de recensie van Stevens, hij is een verkoper.

Dit is jouw boek

imagesIk had veel haast omdat ik een trein moest halen, tenminste dat dacht ik. Sommige mensen hebben altijd haast als ze weten dat er op ze gewacht wordt, vandaar dat ik er voor zorg dat er nooit op mij gewacht wordt. Ik ben liever zelf degene die wacht.

Natuurlijk was ik veel te vroeg op het station. Natuurlijk was ik mijn boek vergeten. Ik bedoel: A Visit From The Goon Squad van Jennifer Egan, (waarover morgen meer) die ik in de trein mooi uit had kunnen lezen.

Om toch wat te lezen te hebben wilde ik snel een boek kopen bij de AKO, helaas lagen er daar maar vijf goede boeken, waaronder twee boeken van Hans Keilson: Komedie in Mineur en In de Ban van de Tegenstander. Bij dat laatste boek heb ik voor het eerst echt moeten huilen om de Tweede Wereldoorlog. Het is steengoed, maar dat weet iedereen dan ook al heel heel lang, gelukkig.
De vijf boeken die naar mijn smaak waren had ik thuis allemaal al, dus zat ik een paar minuten later in de trein tegenover een oude zwarte vrouw en bestudeerde haar gezicht tot de trein in beweging kwam en Amsterdam achter zich liet.

Ik moest voorlezen in Delft, vandaar dat ik een stapeltje van mijn eigen verhalenbundels in mijn tas gedaan had, voor de eventuele verkoop. In mijn geval maken twee verkochten exemplaren toch echt een verschil.
Ik haalde het voorleesexemplaar van mijn boek tevoorschijn, liet de bundel in mijn tas liggen zodat niemand de kaft kon zien en bladerde erin. Toen begon ik te lezen. Het was de eerste keer dat ik mijn eigen boek helemaal teruglas. Het voelde niet alsof die woorden van mij waren. Ik schaamde me voor mezelf.

Ergens tussen Schiphol en Haarlem keek ik naar buiten. De trein raasde langs een muur vol ledlampjes. De lampjes die uitgeschakeld waren vormden een woord. Ik las: GLADJAKKER.

In Delft aangekomen was ik doodmoe en het voorlezen moest nog beginnen. Het ging gelukkig allemaal goed, er was een aandachtig publiek daar in Delft.
Na afloop vroeg een vrouw met een kortgeknipt kapsel: ‘Heb jij dat wel zelf geschreven?’
Het publiek lachte, maar die vrouw stelde een hele goede vraag.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Vier bier en één cola

    Vier bier en één cola

    Het was nog rustig in de kroeg. De zon wurmde zich door het glas-in-loodraampje en viel op de grote, ronde tafel waar Lootje aan zat. Ze lachte me uit toen ze me zag, omdat ik mijn zonnebril nog op had, mijn mond een grauwe streep was en mijn gezicht nog in de kreukels zat door...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Fannah Palmer
    Fannah Palmer

    Fannah Palmer (1994) studeert momenteel online aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze schrijft zelf fictie, poëzie en af en toe een essay. Naast haar ambities in de uitgeverswereld hoopt ze in de nabije toekomst veel eigen werk uit te brengen.

  • Foto van Berthe Spoelstra
    Berthe Spoelstra

    Berthe Spoelstra (1969) is dramaturg van Frascati Theater. Haar debuutroman Schemerland kwam in 2009 uit bij Van Oorschot. In augustus 2021 volgt Zwerm. Voor Tirade schrijft ze over o.m. theater en literatuur.

  • Foto van Senna Felius
    Senna Felius

    Senna Felius (1997) is dichter. Ze studeert filosofie en Arabisch en woont in Egypte. Haar poëziedebuut staat in Tirade 487.