Critic en letterkundige

In Nederland weet men nooit goed raad met de overlap tussen literatuurkritiek en literatuurwetenschap. Je bent of een freewheelende en impressiegevoelige boekhouder, of een ernstig bebrilde, nauwgezette en kreukvrije academicus.

In de Angelsakische provincies van de Republiek der Letteren kun je heel gemakkelijk criticus èn academicus zijn. Ze hebben daar één enkel woord dat beide hoedanigheden dekt: critic. Eliot was een critic, en Leavis en Paul de Man. George Steiner is het, en Harold Bloom. Bij ons had je H.A. Gomperts en Karel van het Reve, en in een verder verleden Albert Verwey. Ze werden soms als ‘letterkundigen’ aangeduid. Dat komt altijd zo priegelig over, alsof er eindeloos over punten en komma’s wordt gezeverd.

In de Oorshop

De fictie voorbij

Huiveringwekkend bericht in Trouw van 28 oktober. De in 2008 overleden Mexicaanse kardinaal Marcial Maciel Degollado, in geloofszaken roomser dan de paus, verwekte twee zoons, die hij met regelmaat seksueel misbruikte, was verslaafd aan morfine, en verhuurde de kinderen van zijn minnaressen per uur aan pedoseksuelen in zijn netwerk.

Wat me in dit bericht intrigeert is dat het de literaire fictie op dit terrein (Sade en zijn volgelingen Barbey d’Aurevilly en Huysmans) qua perversiteit ver achter zich laat. Genoemde schrijvers waren zeer gevoelig voor de broeierige atmosfeer van het katholicisme. Hier broeit het niet meer, maar brandt het, als in de hel. Huysmans had er een fijne neus voor toen hij in zijn satanisme-roman Là-bas schreef dat de uitersten van heiligheid en zonde elkaar ergens moeten raken.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Elsbeth Etty rides again

Elsbeth Etty’s bespreking van Arnon Grunbergs Huid en haar (NRC Handelsblad van 29 oktober) biedt weer een fraai staaltje van haar bekende vaardigheden: met spek schieten en naast de plank timmeren. Eerste voorbeeld: Etty beweert over de hoofdpersoon van De joodse messias, Xavier Radek, dat hij een neonazi uit het Oostenrijk van Jörg Haider is. In bedoelde roman echter is niet Xavier, maar diens grootvader nazi, en leeft hij zelf in de Zwitserse stad Basel.

Slag in de lucht nummer twee: over het personage Jason, impotent en burgemeester van Brooklyn, zegt Etty dat hij er dezelfde ideeën als Sarah Palin op nahoudt, om meteen daarna te vervolgen: ‘Niet alleen verkracht hij zijn eigen vrouw als hij bij uitzondering een keer op dreef is, hij gebruikt zijn functie om zich een illegaal in New York verblijvende postbode als seksslaaf toe te eigenen.’ Hieruit begrijp ik dat Palin in de visie van Etty een politiek voorstaat van verkrachting, uitbuiting en chantage. Ik geloof eerlijk gezegd niet dat ze de leidster van de Tea Party hiermee recht doet, zoals ze ook Jason, Xavier Radek en Arnon Grunberg niet al te fair behandelt.

Verder berijdt de zelfbenoemde leading lady van de Nederlandse literatuurkritiek nog een geliefd stokpaard: op zoek gaan naar de autobiografische fundering van de door haar besproken fictie. Ze ziet in Huid en haar ‘ten dele een sleutelroman’. Omdat ze die bewering uitwerkt noch gebruikt in het vervolg van haar recensie kan ik er moeilijk iets anders dan sensatiezucht in ontwaren.  

Grunberg satiricus

In Tirza laat Arnon Grunberg zien dat idolate vaderliefde kan leiden tot het adagium van Oscar Wilde: ‘Each man kills the thing he loves’. Huid en haar, de nieuwste Grunberg, laat ons kennismaken met een personage dat veel minder door zulke gevoelens wordt geplaagd. Anders dan Jörgen Hofmeester heeft Roland Oberstein dan ook geen dochter, maar een zoon. Die is na een scheiding bij zijn moeder achtergebleven; Roland werkt als econoom aan een Amerikaanse universiteit.

Het gebrek aan ouderliefde biedt mogelijkheden om Rolands psychisch profiel nader in te vullen. Grunberg tekent hem als een obsessieve workaholic, die alles en iedereen ondergeschikt maakt aan zijn ambities en allergisch is voor wat hij ziet als sentimentele onzin. Naast de economie kent hij maar één interesse: de Holocaust. Het door Grunberg onopvallend gereleveerde gegeven dat moeder Oberstein Hitlers vernietigingskampen heeft overleefd, speelt in die hobby ogenschijnlijk geen rol; Roland zelf wijst een suggestie in die richting bruusk af, iets wat Freud te denken zou geven.

Huid en haar begint lichtvoetig met de escapades die congresgangers zich plegen te permitteren als ze ver van huis zijn, maar allengs hult het verhaal zich in een steeds wranger en naar het einde toe zelfs benauwende sfeer. We krijgen te zien hoe hoofd- en nevenpersonages naast hun publieke bestaan een verborgen leven leiden en zich daar dingen permitteren waarvan anderen niet mogen weten. In Rolands geval eindigt deze spagaat ermee dat hij in De Telegraaf te schande wordt gemaakt omdat hij maandenlang een studente zou hebben misbruikt; in werkelijkheid had ze hem verleid teneinde een weddenschap met een medestudente te winnen.

In het debat rond Grunbergs werk is veel te doen rond de kwestie of hij nu een nihilistische cynicus is, dan wel een nieuwsgierige waarnemer van eigentijdse zeden en gewoonten die zijn observaties met zoveel satiriek zout bestrooit dat we wel kunnen raden dat hij het zijne ervan denkt. Na mijn lectuur van Huid en haar kies ik eens te meer voor de tweede optie.

Eigenzinnig of geborneerd?

Knack laat deze week een aantal Vlaamse auteurs aan het woord over een oud en afgekloven onderwerp: het verschil in cultureel klimaat tussen Noord en Zuid. Daarbij omspannen de opinies een spectrum dat reikt van genuanceerd en relativerend tot grossierend in stereotypen. Een kenmerkende reactie is die van Bart Koubaa: ‘Nederlands en Vlaams zijn twee verschillende talen die twee verschillende culturen oproepen: de calvinistische klompen en de breugheliaanse binnenvetters. Als ik in Amsterdam de weg vraag, beginnen ze in een Engels dat ik niet versta. Sommige Vlaamse auteurs doen het beter in Nederland dan in Vlaanderen, Nederlandse succesauteurs verkopen geen boek in Vlaanderen. Dat heeft onder andere met stijl te maken. Vlamingen zijn eigenzinniger dan hun noorderburen, individueler ook. Nederlanders zijn groepsmensen, meezingers, oranjegekken; er is meer sociale controle in Nederland, ook onder schrijvers, ieder doet zijn zegje. Vlaamse schrijvers houden elkaar niet in de gaten, voelen niet de noodzaak hun mening over een collega te geven. Er heerst ook weinig of geen concurrentie tussen hen.’

Dat vraagt om tegenspraak. In Vlaanderen ontbreekt een leescultuur, en de grootste helft van de Vlamingen raakt nooit een boek aan, ook niet wanneer het van een landgenoot afkomstig is. De eigenzinnigheid die Koubaa zo hoog heeft is niet zelden identiek met geborneerdheid. Dus is het niet zo vreemd dat Nederlandse auteurs beneden Wuustwezel niet scoren. In het Noorden is er ook sprake van ontlezing, maar de harde kern van literatuurliefhebbers is groter en stabieler, en koestert voorkeuren die niet alleen naar de eigen auteurs uitgaan. Als je in dat geval van een kuddementaliteit spreekt en die afzet tegen zogenaamd individualisme, ben je moedwillig de werkelijkheid aan het vervalsen. 

Vlaamse standbeelden

Het Vlaamse weekblad Knack komt met de resultaten van een enquête naar de Nederlandse waardering voor de Vlaamse literatuur. Mij hadden ze gevraagd naar een boekentoptien. Desgevraagd mailde ik ze dit lijstje:

Buysse, Tantes, Streuvels, Het leven en de dood in den ast, Van de Woestijne, Het vaderhuis, Van Ostaijen, Nagelaten gedichten, Elsschot, Kaas, Walschap, Houtekiet, Gilliams, Elias of Het gevecht met de nachtegalen, Boon, De Kapellekensbaan, Michiels, Het boek alfa, Claus, Het verdriet van België.

Knack noemt als de tien populairste Vlaamse auteurs in Nederland: Tom Lanoye, Dimitri Verhulst, Hugo Claus, Louis-Paul Boon, Erwin Mortier, Willem Elsschot, Herman Brusselmans, Kristien Hemmerechts, David van Reybrouck en Annelies Verbeke. Drie klassieken, zeven modernen.

Dat Buysse, Streuvels, Van de Woestijne, Walschap en Gilliams zijn geëclipseerd, is jammer maar begrijpelijk. Voor lezers die weglopen met Lanoye, Verhulst en Brusselmans bestaan ze eenvoudig niet. Ivo Michiels leeft nog, maar is al te zeer verbonden met het steendode Andere Proza. Elsschot blijft onverwoestbaar. Maar waar is de ooit zo populaire Paul van Ostaijen gebleven? 

Intussen heb ik spijt dat ik geen melding heb gemaakt van Patricia de Martelaere. Anderhalf jaar na haar dood is die hard op weg de meest onderschatte Vlaamse auteur van de laatste halve eeuw te worden. 

Meer blogs

  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Fannah Palmer
    Fannah Palmer

    Fannah Palmer (1994) studeert momenteel online aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze schrijft zelf fictie, poëzie en af en toe een essay. Naast haar ambities in de uitgeverswereld hoopt ze in de nabije toekomst veel eigen werk uit te brengen.

  • Foto van Gregor Verwijmeren
    Gregor Verwijmeren

    Gregor Verwijmeren studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht en gitaar aan het conservatorium in dezelfde stad. Hij publiceerde fictie in onder meer De Gids en Flash: The International Short-Short Story Magazine. De vorm van geluid, zijn debuutroman, werd uitgegeven door Van Oorschot, en is wereldwijd de eerste roman over tinnitus (en muziek en geluiden) die door een mainstreamuitgeverij is uitgegeven. Gregor werkt momenteel aan zijn tweede roman, waarvoor hij een beurs ontving van het Nederlands Letterenfonds. In april 2021 zal hij Nederland vertegenwoordigen bij het European First Novel Festival in Boedapest (uitgesteld vanwege Covid). Hij is vader van drie kinderen en kookt en tennist graag in zijn vrije tijd.

  • Foto van Nicole Montagne
    Nicole Montagne

    Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.