gedicht

Op verzoek van Karel Eykman heb ik een reeks gedichten voor kinderen geschreven.
Ik heb zeven manieren om een gedicht te maken bedacht.
De vijfde gaat als volgt:

Voer een telefoongesprek met een vriend
of vriendin, luid vertel je hoe het was

op school, wie wat zei tegen wie, wie verliefd
is op wie, wie boos op wie, totdat je vader,

moeder, broer of zus, vraagt of je bijna klaar bent.
Bijna, zeg je. Het is een mooi gesprek,

maar er is niemand aan de andere kant
van de lijn.



In de Oorshop

Ik herinner me

Ik herinner me hoe ik, vijf jaar oud, aan de hand van mijn grootvader het dorp uit wandel, op weg naar de kippenboer. Het is al donker. We komen een man tegen die ik niet ken, en ik vraag aan mijn grootvader of dat Jezus is.
Ik herinner me….

Het is verslavend, prevel de woordenen en duik in het geheugen. De Franse schrijver Perec maakte zo een boek: Je me souviens. Maar het idee had hij van de Amerikaanse schrijver en kunstenaar Joe Brainard: I remember.

‘I remember the first time I met Frank O’Hara. He was walking down Second Avenue. It was a cool early Spring evening but he was wearing only a white shirt with the sleeves rolled up to his elbows. And blue jeans. And moccasins. I remember that he seemed very sissy to me. Very theatrical. Decadent. I remember that I liked him instantly.’

Ik kwam Brainard weer op het spoor toen ik in The Paris Review collages zag van de dichter John Ashberry. In veel ervan gebruikte hij iets uit cadeautjes die hij had gekregen van Brainard.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

De schoorsteen

Ik lees over het wonderbaarlijke leven van Thaddeus Lowe, de man op wie het meest werd geschoten tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. De man ook, die tijdens die burgeroorlog in een ballon surveilleerde. Shane Jones schreef een boekje waarin hij als personage voorkomt. In die roman van Jones is het ook nog eens altijd februari.
Wat een combinatie!

Dit boek, zijn debuut, werd aanvankelijk uitgegeven door een kleine uitgeverij in Baltimore. En is inmiddels een bestseller. Penguin nam Jones onder zijn hoede. Ik zag het in mijn boekhandel liggen. Las een paar regels, aarzelde, vertelde dat aan een bekende die toevallig opdook en kreeg te horen: ‘als je aarzelt altijd kopen, anders krijg je later spijt’. Ik heb inderdaad geen spijt. ‘Light Boxes’ heet het. Hieronder een gedicht van de schrijver.

Er woont een man in ons dorp die vandaag begon
met het bouwen van een schoorsteen om zich heen.
Toen de schemering viel hoorde je het schrapen
van de troffel – de schoorsteen komt tot zijn middel.

(vrij naar Shane Jones)

Ziel

Als het heeft gesneeuwd schudt de stad haar ziel uit,
zoals een hond zichzelf verlost

van water na een duik in de late lente;
wie het schudden wil zien hoeft niet eens op te letten.

Je loopt op straat en zie: op een hoek speelt een man
op een piano die aan het begin van de avond

bij het grofvuil is gezet.

Joseph Cornell, een voorstel

Mijn vriend Wim Noordhoek bericht: “Teruggevonden: ‘Rose Hobart’ van Joseph Cornell (1903-1972). In de Anthology Film Archives. Speelduur 19 minuten. Toen een uniek experiment dat vertoond werd in de Julien Levy Gallery in New York in december 1936. Het publiek vond hem onbegrijpelijk. Behalve Salvador Dalí, die in wilde drift ontstak van pure jaloezie. Dit had híj zelf namelijk al bedacht, alleen nooit uitgevoerd.
Wat?
Cornell is als kunstenaar bekend om zijn dozen met raadselachtige gevonden voorwerpen. De film Rose Hobart is ook zoiets, een hermontage van een gevonden film, een onbenullig jungle melodrama uit 1931 getiteld ‘East of Borneo’.
Rose Hobart, de actrice, is de spil waar alles om draait.

Het gaat om haar blikken, losgesneden van de oorspronkelijke verhaallijn en ingepast in een nieuwe, surrealistische context. ‘De verhalen van Hollywood zijn niet goed,’ zei Cornell, ‘maar de plaatjes, die zijn goed’.
Als muziek gebruikte hij Braziliaanse tangoplaten die hij bij het vuilnis had gevonden’.”

Het zou mooi zijn als in een Nederlands filmtheater een avond over Cornell wordt georganiseerd, films, en lezingen, en misschien is het dan ook mogelijk om een paar van zijn dozen te tonen. Overigens bevatten die dozen geen raadselachtige voorwerpen zoals Wim schrijft, nee, in die dozen sluiten dingen die Cornell vond, en eerst zorgvuldig archiveerde, en daarna rangschikte, een huwelijk dat de wereld nieuwe glans geeft.

Lang geleden kon ik eens de slaap niet vatten en keek ‘s nachts naar een BBC-documentaire over een Amerikaanse kunstenaar voor wie de straten van New York een grote winkel van sinkel waren. Ik herinner me dat Susan Sontag aan het woord kwam, zij bewonderde het werk van Cornell. Hij op zijn beurt was stiekem verliefd op haar, denk ik, zoals hij van een afstand op meer jonge vrouwen verliefd was. Een Hollywood-acteur vertelde ook waarom hij het werk zo mooi vond. Het was een divers gezelschap, en dat beviel me. En toen ik fragmenten van Cornells films zag, hergemonteerd oud materiaal inderdaad, en zijn kijkdozen, viel ik voor altijd.
Sindsdien weet ik dat ik eens naar New York zal verhuizen.
En: ik koop alle boeken met werk van hem, alle boeken over hem.

Cornell heeft me geleerd dat een stad bestaat uit geheime verbanden. Of, om de dichter Charles Simic parafraseren, ook een bewonderaar: als Cornell een kam met drie tanden vindt in een rommelwinkel zoekt hij net zo lang – en misschien is zoeken niet eens het woord – tot hij elders in de stad een ansichtkaart uit de jaren dertig heeft gevonden die bij die kam hoort.
Nu het programma over Cornell dat ik in gedachten heb. Wim Noordhoek introduceert bovenstaande film, en praat vervolgens met de Nederlandse kunstenaar Henri Plaat die een verwante geest is. K. Schippers, die over het werk van Cornell schreef, houdt een lezing die hij heeft gebaseerd op een hoge hoed waarin voorwerpen zaten die hij niet kende. De dichter K. Michel doet mee; hij maakt een wandeling door Rotterdam, de Nederlandse stad die het meest op New York lijkt, en maakt drie gedichten, of meer, met Cornell in zijn achterhoofd. En er zal een film zijn: een goede filmer krijgt opdracht een Cornelliaanse film te maken. Van Cornell zag ik overigens ooit een film van een instortend huis, die hij had gemaakt met Stan Brakhage.
Wat haal ik me op m’n hals?

Ik hoop dat een directeur van een theater – of museum – zich meldt met een zak geld, om deze eenvoudige reden: de avond wordt bezocht door iemand die net als ik indertijd bijna per ongeluk kennis maakt met het werk van Cornell.
En dan voorgoed is verkocht.

Nieuwe afbeelding

Eelke de Jong

Eelke de Jong schreef eens een verhaal over Jan Arends dat door een misverstand in een verhalenbundel van Arends terechtkwam. Als een verhaal van Jan Arends.
Niemand had het gemerkt.

Typerend voor het talent van Eelke Jong. Hij liet geen groot oeuvre na, maar wat kon die man schrijven. Ik beschouw hem als een van de betere naoorlogse Nederlandse schrijvers. Hij maakte een onnavolgbaar interview met Fritzi ten Harmsen van der Beek, voor Hollands Diep.

Hij begon als journalist bij de Telegraaf, verhuisde naar de Haagse Post en werd daar een meester op de korte baan. Hans Sleutelaar heeft eens gezegd dat Eelke de Jong iemand in een regel kon neerzetten. Een beetje grootspraak vond ik, toen ik dat las. Tot ik een stuk van hem las over zijn vriend Jan Cremer. Waarin hij in een zin beschreef hoe Cremer een sloot stroop over een pannekoek goot en daarna een zoetje om te vermageren in zijn koffie deed.

Dit schiet me te binnen als ik voor een van de kasten van Evert sta, de antiquaar naast de Amsterdamse Haarlemmerpoort. Hij heeft drie boeken van Eelke de Jong uit een kringloopwinkel meegenomen. Ik koop ze. En ook een dichtbundel van Jan Arends, met daarin het onderstaande gedicht:

Ik
ben niet bang
voor wat er
zal gebeuren.

Er zullen
witte dieren
door het veld
gaan lopen

en dat
zal alles zijn.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Lief

    Lief

    Gil omhelsde me, alsof hij er even in slaagde om in vijf seconden zijn hele bestaan om me heen te vouwen. We stonden in zijn woonkamer en ik was de eerste, omdat ik ook als eerste weer weg moest voor een optreden, al was ik liever als laatste gebleven. Ik liep naar het grote raam,...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dat hoeft niet in je stukje

    Dat hoeft niet in je stukje

    Ze liep naast me, maar leek dat soms al te zijn vergeten, alsof ze al voorbij ons afscheid was. Met elke zorgvuldige stap die ze zette leek ze verder weg. Ik bracht haar naar het station, dat ze prima wist te liggen, maar toch wilde ik haar het station in zien gaan, toekijken hoe ze...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dansen

    Dansen

    Er stond een bord pasta voor me klaar. Vriend J., die deze avond ook spreekstalmeester was, begroette me even warm en bemoedigend als altijd en schoof naast me aan. In de ruimte galmden de opgewekte stemmen van leden van de organisatie van de Nacht van de Literatuur tot het plafond en weer terug, weerkaatsingen die...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Nicole Montagne
    Nicole Montagne

    Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

  • Foto van Greet Kuipers
    Greet Kuipers

    Greet Kuipers (1962) is psychiater. Onder het pseudoniem Minke Douwesz publiceerde zij bij uitgeverij Van Oorschot twee romans, Strikt en Weg. Voor de laatste ontving zij de Opzij Literatuurprijs 2009 en de Anna Bijns Prijs 2012.

  • Foto van Gilles van der Loo
    Gilles van der Loo

    Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.