Tirade 464

‘Een tirade,’ werd er geopperd op een redactievergadering, ‘we moeten nog een tirade!’
Anja Sicking, vers redactielid, meldde niet lang erna per licht onheilspellende mail dat ze nog wel iets op haar lever had. Iedereen zich aangesproken voelen, u kent het wel, maar de ego’s (of schuldgevoelens) van de rest van de redactie bleken groter dan nodig – toch zou het prettig zijn als Sickings tirade ergens iemand even achter z’n oren laat krabben.
Als we dan toch aan het krabben zijn: zou u met uw billen – in welke kleur dan ook – op een blankenbank (Vladislavic, vert. Dorien de Vries) gaan zitten, en is een nepperd minder erg dan een echte? Waarom zou je een brood kopen bij je kwelgeest (Lia Tilon)?
Tirade 464 werpt vragen op, dus, niet alleen morele maar ook esthetische. Bij het lezen van de vertaalde gedichten van negentiende-eeuwse Engelsman Gerard Manley Hopkins spinde de voltallige redactie van genot, maar niemand wist de vinger te leggen op het waarom. De taal ja, het duistere, of was het wel duister, wat lazen we toch? Joost Baars neemt u gelukkig in een inleiding bij de hand.
Verder, minstens even mooi, al zeggen we ’t zelf: Sipko Melissen schrijft door over Kafka, Tobias Wals keert tot onze vreugde terug in Tirade met een verhaal over brynza (schapenkaas), Anna Visser vertaalt Walter Tevis’ wonderlijke vertelling over een bed waarin de tijd stilstaat (‘Huurplafond’), poëzie van Idwer de la Parra, verstild en aangrijpend proza van Anneke van Wolfswinkel, De kroniek van de roman door Carel Peeters. Illustraties door Jurgen Winkler.

ISBN 9789028261778
ingenaaid

Prijs:

 12,50

Uitverkocht