- Alfred Kossmann Een vanitas
- Willem Jan Otten Geef in eigen woorden weer
- Leo Vroman Ik vind graag een stervend kind
- [Klein’s having a bad day]
- Elisabeth Eybers
- Jan Kuyper
- Charlotte Mutsaers Ik sprak met dennenaalden, pijnappels en vissen 2 (een te laat geposte brief)
- Anton Ent
- Pieter A. Kuyk
- J. Hendrikx Oceaan van kou
- Herman Coenen
- Guus Middag Hardlopers en doodlopers
- Herlezen Tweede keer
- Poëziekroniek
[p. 247]
I
Je vlucht over de daken
toen de deur het begaf-
5 mei, al vroeg en van
veertig jaar later
gelal in de straten
door cement, dubbel glas
5 mei, ontroostbaar
in de steek gelaten
toen verdriet nog
niet vloekte.
[p. 248]
II
De trap kraakte anders die nacht, kreunde
wou niet naar beneden, lag dwars, stootte
kalk uit de muur, had geen adem genoeg
mompelde over zijn oudere oorlog in een
vorige eeuw: de bijlslagen, scheurende wortels
geratel van wielen, ‘t verlaten van grond.
Je luisterde niet, liep door. ‘t Slot haperde,
de deur klemde. Je vloekte, zette kracht,
verdween in het donker.
Licht schoot de straat in, zocht langs de huizen
had je vast, stak de weg met je over, doofde;
de slag van portieren, gelach toen de motor aansloeg.
[p. 249]
Een lage zon schampt ‘t vensterglas,
toont waarheden die er niet zijn:
mijn boekenkast dwars door de dennen
in de tuin, mijn bed zweeft boven
wittig gras.
Als ‘t donker wordt en ik het licht aan
doe verschijn ik in het raam
met al mijn boeken en mijn bed,
waarvoor ik de gordijnen sluit:
eenzaamheid gaat niemand aan.
Als ik de lampen doof, de tuin in
loop is nacht een hoge rug en blaast
of hult zich in een onbewogen zwart,
trapt achterwaarts, treft stilte, tijd
dat ik je fluitje hoorde en de rest.
[p. 250]
Je had een tuin aangelegd, me geplant voor
mooi weer en uitzicht, zou om de dag bellen.
Verfde je jaren met de kleuren van de dagen;
zocht havens, liep binnen, deelde spraak en
sliep mee. Of het jou niet gebeurt, dat je
langzamer, opeens een kleur niet meer kleurt;
dat je stokt in een spiegel: as in je haren.
Je handschoen in het gezicht van de tijd; tijd
die terug heeft geslagen, invreet, niet wijkt.
Nederlagen. Ontken ze niet langer; kom thuis.
Het huis is van de weg af niet te zien, mijn
scheefgroei hangt er voor, die bloeit misschien.
De mens als biopic
Aflevering 1 Samuel Sarphati Amsterdam zou een andere stad zijn als daar niet op 31 januari 1813 Samuel Sarphati was geboren. Niet alleen moest de stad het dan stellen zonder Amstel Hotel, De Pijp en sociale woningbouw, de arts Sarphati zorgde ook voor de eerste vuilophaal, gezondheid in arme wijken, schone grachten, nijverheidsonderwijs én tippelzones....
Lees verderEerste zwaluw
Vanuit het ruim kijk ik op. Door een van de dekramen zie ik de mast in de avondzon; het zonlicht schijnt op de nog ingepakte witte zeilen. Het is voorjaarslicht dat ik zie. ‘Voorjaarslicht’, zeg ik, ‘maatje’. We zijn weer thuis op de klipper in Middelburg, ons andere schip. We schilderen het dek dat het...
Lees verderLeven en laten leven – wat we kunnen leren van de BaMbuti
Larousse 18 Er zijn veel wonderlijke zaken die Colin Turnbull beschrijft in zijn prachtige boek over de pygmeeën in de Congo. Door algemene depressie aangaande de toestand in de wereld merk ik een vergaande neiging tot escapisme in mijzelf op. Het werkelijk naar-binnen-drinken van antropologische studies als The Forest People van voornoemde Turnbull is er...
Lees verder
Blog archief