"A happy vicar I might have been Two hundred years ago To preach upon eternal doom And watch my walnuts grow" ... mijmert Orwell in zijn essay Why I write. In plaats van een happy vicar werd hij schrijver, zoals hij altijd al had geweten dat hij zou worden, zelfs toen hij zich tegen dat idee verzette. Alle schrijvers zijn verwaand, egocentrisch en lui, schreef Orwell, en het is een mysterie waarom ze eigenlijk schrijven. Het schrijven van een boek is een 'verschrikkelijke, uitputtende strijd', en niemand zou daaraan beginnen die niet door de een of andere demoon bezeten was. Wat voor demoon dat is? Misschien niet zoveel anders dan wat een baby bezielt die om aandacht schreeuwt. En tegelijkertijd vereist het schrijven van iets leesbaars het bijna volledig uitwissen van de persoonlijkheid; een goed boek is een venster op de wereld.

Kortsluiting
Vanochtend bracht ik Ada (8) naar school; het was nauwelijks licht en de hemel hing laag, gesloten. Mijn dochter fietst nu elke dag zelf, gaat bijna nooit meer op het zitje op mijn stang. Dat is een vorm van winst, maar ook een groot verlies. Ik laat haar voor me uit rijden omdat een jongen...
Lees verder
Normaalverdeling
Een jaar of wat geleden keek ik de Zomergastenaflevering van Paul Verhoeven terug. Het gaat op zeker moment over schoonheid. Naast de schoonheid in films, komt ook wiskundige schoonheid aan bod. Verhoeven vertelt dat er eens, toen hij lang geleden in Leiden wiskunde studeerde, een docent tijdens een mondeling in tranen was uitgebarsten: de beste...
Lees verder
De oude leugen: Dulce et decorum est pro patria mori
Een paar weken geleden ben ik begonnen gedichten uit mijn hoofd te leren. Een directe aanleiding was er niet, maar het leek me leuk om – wanneer de gelegenheid zich voordoet – een gedicht te kunnen declameren, zoals ik vroeger altijd wel wat kon pingelen als er ergens een piano stond (tegenwoordig ken ik helaas...
Lees verder
Blog archief


