J.J. Voskuil

J.J. (Johan Jacob / Han) Voskuil (1926–2008) publiceerde in 1963 de 1207 pagina’s tellende roman Bij nader inzien. Het boek, dat zowel een roman van een generatie als een psychologische roman is, gaat over een groep vrienden, studenten Nederlands in de periode 1946–1953, die een aantal jaren samen optrekken en in de traditie van Du… Lees verder

Jeroen van Kan De Fantoombeweging Over het literair populisme van Thomas Vaessens

[p. 72] Jeroen van Kan De Fantoombeweging Over het literair populisme van Thomas Vaessens Stelt u zich een onbegrensd landschap voor. Gebergten heeft het, uitgestrekte vlaktes, glooiende heuvels zover het oog reikt. Oneindig en eindeloos gevarieerd. Wij bevinden ons in dat landschap in het laagland, waar zojuist het voorjaar is uitgebroken. We genieten van de…

Lees verder op

Jan Fontijn Weemoed op weemoed gestapeld De melancholie van de islam

[p. 3] [Tirade maart 2009] Jan Fontijn Weemoed op weemoed gestapeld De melancholie van de islam In het schitterende boek Istanbul. Herinneringen en de stad van Orhan Pamuk duiken herhaaldelijk de woorden ‘weemoed’ en ‘melancholie’ op, met name wanneer hij op zijn jeugd terugblikt en terugdenkt aan de sfeer van zijn ouderlijk huis. Het Istanbul…

Lees verder op

Frida Vogels Brieven over Het Bureau

[p. 102] Frida Vogels Brieven over Het Bureau Bologna 30 mei 1992. – Ik denk geregeld aan het boek dat je nu aan het schrijven bent. Ik heb al eens gezegd dat ik altijd heb gedacht dat je ooit zo’n boek zou schrijven, en toen ik je afscheidsbundel wetenschappelijke artikelen zag, dacht ik het meer…

Lees verder op

Gerbrand Bakker ‘Stil maar beestje. Die rotzakken, ik zal je wreken!’

[p. 51] Gerbrand Bakker ‘Stil maar beestje. Die rotzakken, ik zal je wreken!’ Vanaf maart 2004 heb ik met enige regelmaat iets over J.J. Voskuil geschreven op mijn weblog. Mooi, dacht ik, daar kan ik wel wat mee, een paar dagen nadat de redactie van Tirade me vroeg iets te schrijven over de schrijver. Uiteindelijk…

Lees verder op

Jan-Willem Anker Wij zijn de laatste geliefden in de wereld

[p. 17] Jan-Willem Anker Wij zijn de laatste geliefden in de wereld   Omdat je zo mooi bent, schemer ik mijn dromen   alsof ik in de nevels van je blik afdwaal   alsof je ogen aan me tornen enje meest   terloopse lach me veroordeelt tot boeteling.       Zie je niet aan…

Lees verder op

Willem Jan Otten Eva in ballingschap Notities bij een gedicht van Elisabeth Eybers

[p. 43] Willem Jan Otten Eva in ballingschap Notities bij een gedicht van Elisabeth Eybers Dit gedicht komt uit Die ander dors (1946), het is van een ongeveer dertigjarige. Ik denk dat het Elisabeth Eybers enige autoritgedicht is. Op een of andere manier is het verrassend te ontdekken dat de brekelijke Grande Dame, die bij…

Lees verder op

Eli Hamel In de wachtkamer voor Heva

[p. 37] Eli Hamel In de wachtkamer voor Heva I De rand onder het gordijn beweegt, de dode ligt op zijn zij. Het is niet het glazen lint dat zijn aandacht trekt, zijn ogen fixeren de lakens. De lakens wapperen, de lakens rillen en dansen, bewegen in de zon. Daar gaat de jurk heen en…

Lees verder op

C.O. Jellema Dagboek 1960-1961 Bezorging Gerben Wynia

[p. 59] C.O. Jellema Dagboek 1960-1961 Bezorging Gerben Wynia Op donderdag 20 oktober 1960 begint C.O. Jellema, 24 jaar oud, met het schrijven van een dagboek. De nadruk ligt op gedachten en gevoelens, en op zijn dromen. Drieënveertig jaar lang, aanvankelijk vrijwel dagelijks, later minder regelmatig en soms met zeer grote onderbrekingen, zal hij dit…

Lees verder op

Annette Portegies Maurice Gilliams of de radeloze honger naar zelfvergetelheid

[p. 23] Annette Portegies Maurice Gilliams of de radeloze honger naar zelfvergetelheid De Vlaming Maurice Gilliams (1900-1982) leed aan een kwaal die hem als schrijver en dichter onsterfelijk maakte, maar die hem ook regelmatig in grote problemen bracht. In zijn nooit gepubliceerde autobiografie Ontwarringen schreef hij daarover: ‘Van mijne moeder heb ik het onrustige, onbeheerschte…

Lees verder op

Wulfert van den Brink Drie verhalen

[p. 103] Wulfert van den Brink Drie verhalen De hospita Negentienzestig was het jaar van mijn bevrijding. Ik ging wiskunde studeren in Amsterdam en zocht een kamer. Mijn moeder kwam aanzetten met drie betrouwbare adressen. Ze wilde zien waar ik terecht kwam. Ik was daar niet blij mee. Gelaten aanvaardde ik haar inmenging. Het was…

Lees verder op

Vincent van den Brink De scheidingslijn tussen licht en donker

[p. 82] Vincent van den Brink De scheidingslijn tussen licht en donker Pas anderhalf jaar na het ongewone, noodlottige auto-ongeluk waarbij mijn vader het leven verloor, voelde ik mij in staat zijn dagboeken – die hij altijd zo minutieus had bijgehouden – door te bladeren. Een aantal voor mij aangrijpende passages daarin gaat over de…

Lees verder op