Charles B. Timmer Russische notities

[p. 37] Charles B. Timmer Russische notities 1. Over de kwetsbaarheid van het vertaalde gedicht Wanneer een vertaler een stuk proza adequaat uit een vreemde taal in de zijne heeft overgebracht, zegt men van hem: dat is iemand met stijl- en inlevingsgevoel die beide talen goed kent. Slechts zelden zal men daaraan toevoegen: Die vertaler…

Lees verder op

Jaap Goedegebuure Iets over de moraal van het cynisme

[p. 689] Jaap Goedegebuure Iets over de moraal van het cynisme Aan het slot van het tweede hoofdstuk van haar roman The Italian, or the Confessional of the Black Penitents (1797) introduceert Ann Radcliffe haar hoofdpersoon, de monnik Schedoni. ‘Among his associates no one loved him, many disliked him, and more feared him. () His…

Lees verder op

Dorian Cumps Een voorproefje van ‘De god denkbaar’: ‘de teddybeer’

[p. 632] Dorian Cumps Een voorproefje van ‘De god denkbaar’: ‘de teddybeer’ Alhoewel hij zelf eens zei dat hij zijn grilligste experiment, de roman De God Denkbaar Denkbaar de God (1956), als zijn meesterwerk beschouwde, toch staat Willem Frederik Hermans niet bepaald als avantgardist of experimenteel bekend. Het grote lezerspubliek leest liever zijn zgn. ‘klassieke’…

Lees verder op

P.F.H. Lauxtermann Boeddha en Prometheus

[p. 286] P.F.H. Lauxtermann Boeddha en Prometheus 1. De bekende kerkvader W.I. Lenin maakt zich, zoals men weet, in zijn lijvige tractaat Materialisme en empiriocriticisme geweldig druk over de kwestie van de ‘objectieve realiteit van de buitenwereld’. Tegen de empiriocriticist Avenarius (die de klassieke tegenstelling materialisme-idealisme wrevelig terzijdegeschoven had met een beroep op het ‘naïeve…

Lees verder op

Judicus Verstegen De brede maatschappelijke discussie en de technische ontwikkeling

[p. 256] Judicus Verstegen De brede maatschappelijke discussie en de technische ontwikkeling Er is gelukkig een adellijk democraat uit 1966 bereid gevonden om voor een habbekrats de Brede Maatschappelijke Discussie over de toepassing van kernenergie (bmd) te gaan leiden. Steekt nu de trompetten, roert de trommelen! Zo breed, kamerbreed haast, is die discussie, dat de…

Lees verder op

Herman Verhaar Aantekeningen over literatuurkritiek (vervolg)

[p. 194] [Tirade april & mei 1981] Herman Verhaar Aantekeningen over literatuurkritiek (vervolg*) Zoals gezegd: met schrijvers en dichters aan het woord valt er over de kritiek niet veel goeds te vernemen. Dat hoeft die schrijvers en dichters niet kwalijk te worden genomen, ze vormen tenslotte het lijdend voorwerp van de kritiek. Maar daarmee hebben…

Lees verder op

Jaap Goedegebuure Niet personalistisch, wel persoonlijk

[p. 115] Jaap Goedegebuure Niet personalistisch, wel persoonlijk Jeroen Brouwers heeft bij herhaling zijn rijtje favoriete kritici genoemd: Aad Nuis, Wam de Moor en Tom van Deel. Pas in tweede instantie voegde hij daar Carel Peeters aan toe, die mijns inziens al van meet af aan bovenaan had horen te staan; enfin, wie de artikelen…

Lees verder op

Charles B. Timmer Russische notities

[p. 32] Charles B. Timmer Russische notities 1. Een Leidse vertaling Onder de titel Over het vertalen van Poesjkins ‘De stenen gast’ publiceerde Karel van het Reve in het herfstnummer van het tijdschrift De tweede ronde1. een door een collectief van elf studenten Russisch plus hemzelf als hoogleraar gemaakte vertaling van Poesjkins kleine tragedie over…

Lees verder op

Willem Jan Otten Drie gedichten

[p. 627] Willem Jan Otten Drie gedichten Moeder werkelijkheid   Het geschrokte ontbijt, de dreun matineus   Van de deur, de reis in bewasemde bussen –   Dit is mij tot dusver bespaard. Ik blijf hier,       En schraap met een stokje nacht uit mijn oren,   Ondankbaar, alsof in mijn slaap een…

Lees verder op

Judicus Verstegen De toren van meneer Capucci

[p. 296] Judicus Verstegen De toren van meneer Capucci Het rijtuig met meneer en mevrouw Capucci als passagiers was die morgen al vroeg uit Florence vertrokken. Een keer of vier had de koetsier, een norse man, zijn paarden te eten en te drinken gegeven en op het kruispunt San Caselano had hij verse dieren ingespannen,…

Lees verder op

Maarten ‘t Hart De eerste lichting

[p. 244] Maarten ‘t Hart De eerste lichting Vrolijk fluitend, de linkerhand in de broekzak, de rechterhand geklemd om de twee enveloppen, legde hij de honderd meter van zijn huis tot aan de brievenbus af. ‘Toch nog op tijd klaar gekregen,’ dacht hij, ‘de artikelen zullen daar morgenochtend vroeg arriveren zodat zij nog opgenomen kunnen…

Lees verder op

Jaap Goedegebuure Marsmans naleven

[p. 228] Jaap Goedegebuure Marsmans naleven Er valt een merkwaardige discrepantie te constateren tussen de rol die H. Marsman bij leven in de Nederlandse literatuur speelde, en de invloed die zijn werk daarna uitgeoefend heeft. Waar hij met Ter Braak en Du Perron hoort tot de leiders van een generatie, valt hij als voorbeeld voor…

Lees verder op