Iemand dood

Mijn vriendin zei gisteren dat ze het liedje Iemand Dood van Torre Florim en Roos Rebergen wel op haar begrafenis zou willen horen. Op zondag denkt zij altijd aan begrafenissen.
Buiten regende het onafgebroken. Ze legde de cd in de speler en draaide het volume omhoog.

“Het is al vaker gebeurd /iemand dood/ iemand dood.”

Het liedje is gebaseerd op een tekst van iemand met een verstandelijke beperking. Torre Florim (De Staat) en Roos Rebergen (Roosbeef) hebben er muziek bij gemaakt.

U kunt het hier beluisteren. = 01 Iemand dood

Bloody weekend

imagesDe vrienden uit Parijs die vrijdag zouden komen hebben een ongeluk gehad. Ze reden in de buurt van Utrecht, honderd kilometer per uur.
L. vroeg aan de anderen wat ze zouden gaan drinken wanneer ze in Amsterdam aangekomen waren. Nog een half uur te gaan.
‘Een bloody mary,’ zei P. en toen botste de oude Volvo tegen een kleine auto die vaart had geminderd omdat er van baan gewisseld moest worden. In de andere auto zaten een vrouw en een hond.

Op datzelfde moment was ik met I. en M. bij een afstudeerfeest in het VU ziekenhuis. De artsen hadden net een certificaat ontvangen. Er waren praatjes geweest over oudere echtparen die niet meer wilde eten. Ze hadden nog maar één wens: ze wilden dood. Er waren praatjes geweest over mensen in caravans, drugs, een vrouw met vijfentwintig katten die onbehandelbaar was omdat de katten een behandeling in de weg zaten met hun territoriumdrift, een echtpaar dat elkaar in elkaar sloeg, bolletjesslikkers, illegalen, aambeien, kanker, ongelukken. Er werd geklapt en gelachen. De zaal rook naar een mengeling van zweet en Chanel nr. 5. Aan het plafond bungelde een heliumballon.

Ik vond het gek dat we bier en champagne stonden te drinken in een ziekenhuis. In hetzelfde ziekenhuis waar mijn broer ooit bijna dood lag te gaan. Ook dat. Niemand anders vond dat vreemd, ik was geheel alleen in dat standpunt. De anderen vonden het best, als ze maar bier kregen en met cocktailprikkers ondefinieerbare hapjes uit kleine ronde glaasjes konden eten.
‘In het ziekenhuis gebeuren ook leuke dingen,’ zei M.
Ze bedoelde dat er ook kinderen geboren werden. Ik wil kinderen niet persé leuke dingen noemen, maar ik hield mijn mond en glimlachte naar een arts die blauwe adidas gympen droeg.
‘Zullen we gaan?’ zei ik tegen M. ‘Ik hou niet van ziekenhuizen.’

Toen we buiten stonden (frisse lucht) kregen we een sms dat de Franse vrienden een ongeluk gemaakt hadden. Ze waren naar het Antonius Ziekenhuis in Utrecht gebracht. I. had gelukkig niet veel bier gedronken, we reden er meteen naartoe.
We zaten in de wachtkamer folders te lezen over agressie tegenover het ambulancepersoneel en over varkensvee in de EU. We rookten sigaretten en keken op onze telefoons.
L. kwam als eerste tevoorschijn achter de zwaarbeveiligde deuren van de polikliniek. ‘Je provoqué,’ zei ze. Ze zag er mooi uit, niet als iemand die schuld droeg.

Met twee van de vrienden was er niets aan de hand omdat de Volvo een sterke oude auto is (was!) met een forse bumper. P. die achterin zat was gewond in haar gezicht. Haar neus was gescheurd en de rechterhelft van haar gezicht lag aan gort.’Ik vind het niet erg,’ zei ze, ‘ik kan mezelf toch niet zien.’ De rest van het weekend dronk ze bloody mary’s en whisky door een rietje. ‘Ik ga mijn plannen niet wijzigen,’ zei ze.
Hoe het met de vrouw en de hond afgelopen is weten we niet. Daar kregen we geen antwoord op van de politie.

Parijs

images-1Vandaag komen er vrienden uit Parijs. In eerste instantie was het de bedoeling dat we voor een weekend van huis zouden ruilen. Dat ging op het laatste moment niet door omdat ik het veel te druk had.
‘Als je niet meer zomaar naar Parijs kunt dan doe je iets niet goed,’ zei mijn vader.

Tennisballen

tennisbalVorig jaar woonde ik een paar maanden bij een vriendin in huis omdat ik zelf geen huis had. Ze zei dat ze het gezellig vond en ik geloofde haar. Die vriendin werkte destijds op de eerste hulp, meestal had ze nachtdienst. Als ze terugkwam van haar werk dan maakte zij mij wakker om een verhaal te vertellen.

Praktisch al die ziekenhuisverhalen gingen over seks. Er kwam bijvoorbeeld minstens één keer in de week een man met een tennisbal in zijn kont naar de polikliniek. Hij wilde nooit zeggen wat de toedracht van het “ongeluk” was. Hij wees alleen aan waar het pijn deed.
In het begin werden er nog röntgenfoto’s gemaakt om te kijken wat er aan de hand was, maar als de uitkomst steeds een tennisbal is, laat je die röntgenstraling al snel achterwege.
Dus trok die vriendin bij wie ik in huis woonde netjes een lange witte rubberen handschoen aan en verwijderde de bal uit de anus van de man. Dat ging natuurlijk moeilijker dan hoe ik dat hier nu schets, dat ging diep, met klemmen en tangen en zo, anders had die man de tennisbal zelf wel uit zijn kont kunnen trekken. Na afloop kreeg hij de bal in een plastic zakje mee terug naar huis zoals anderen een niersteentje meekrijgen.

Ik vroeg me af of de man die verwijderde tennisballen spaarde. Ik vroeg me af of hij die tennisbal naar binnen schoof voor een bepaald seksueel genot of dat hij iets aan zichzelf wilde bewijzen. En of bepaald seksueel genot en jezelf iets bewijzen niet één en hetzelfde ding is. Ook vroeg ik me af of hij met de ballen die hij mee naar huis kreeg zou gaan tennissen. Misschien was hij bijgelovig, dat hij alleen wedstrijden kon winnen met een bal die in zijn kont had gezeten.

Die vriendin van me hoefde niet te proberen om met vragen aan te komen. De man kwam gewoon langs met een tennisbal in zijn reet alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En volgens die vriendin bij wie ik in huis woonde was dat het ook.
‘Ik zie veel ergere dingen,’ zei ze. Waarover misschien later meer.

Land of Silence and Darkness

WilliamFitzsimmons2_1024x768William Fitzsimmons is een zanger die werd opgevoed door twee blinde ouders. Daarom verliep de communicatie vooral via geluid en leerde Fitzsimmons op jonge leeftijd allerlei muziek instrumenten bespelen.

Uit onderzoek is al eens gebleken dat blinde mensen niet per definitie beter kunnen horen dan de mensen die wél kunnen zien. Het gehoor van een blind persoon is niet beter ontwikkeld, het wordt alleen beter gebruikt en is meer geoefend. Kort gezegd zou je kunnen zeggen dat blinde mensen beter kunnen luisteren omdat ze wel moeten.

Uit een ander onderzoek is juist het omgekeerde gebleken: dat blinde mensen wél een beter ontwikkeld gehoor hebben. Daarom hou ik zo van onderzoeken en vooral van mensen die op verjaardagen aankomen met allerlei feitjes. “Maar het is wetenschappelijk bewezen, hoor.” Als je op zo’n soort verjaardag terecht bent gekomen dan weet je dat je goed zit.

Vergeef me de kronkels en de omslachtigheid (het brein doet maar en doet maar) maar ik moest aan de zanger en zijn blinde ouders denken dankzij Libië, dankzij Kadhafi. Er zijn bijna geen beelden beschikbaar van wat er allemaal aan de hand is daar in dat gekke land met die gekke dictator. (O, hij is eigenlijk best wel grappig en behoorlijk geniaal he?) Misschien wordt er wel een genocide gepleegd, maar er zijn geen beelden van. (!?)

Ik vroeg me af of het voor mensen die kunnen zien ook steeds moeilijker wordt om te kijken omdat anderen (zoals de media en wereldleiders) ons beeld bepalen? De omgekeerde wereld van wanneer je blind bent, onderontwikkelde ogen, zoiets?

Maakt u zich geen zorgen, dit was het alweer voor vandaag wat betreft de buitenlandse politiek, ik weet ik er net als de gehele wereldpers eigenlijk niets vanaf. Om het dicht bij huis te houden (zoals het journaal vanmorgen opende met het nieuws dat er een militair vliegtuig uit Tripoli vol Nederlanders op vliegbasis Eindhoven was geland: wat een opluchting!) rest de vraag: is de tijd aangebroken dat we beter moeten gaan luisteren en kijken?

In de documentaire Land of Silence and Darkness (1971) van de Duitse regisseur Werner Herzog wordt een doof- blinde vrouw gevolgd. Die film leert “gezonde” mensen opnieuw te kijken en te luisteren. Hoe voelt een boom aan? Wat betekent het om te zwemmen of om te vliegen? Hoe zou het zijn als we niets meer konden horen of zien? Wat doe je als je geen beeld hebt bij een volksopstand?
Geluid maken!

Cactus

imagesGeheel tegen de adviezen van Annie M.G. Schmidt in (die in een interview zei dat ze liever niet met schrijvers omging omdat het valse secreten zijn) had ik schrijfster F. uitgenodigd om, geheel tegen de adviezen van mijn moeder in, pannenkoeken te komen eten.

Mijn moeder zegt dat pannenkoeken geen volwaardige maaltijd zijn. Daar ben ik het niet mee eens, ik vind dat alles waar je (1) geitenkaas of (2) hagelslag overheen kan gooien sowieso een volwaardige maaltijd is.

Ik had mijn kamer opgeruimd en het raam opengezet. Het gehele meubilair zat inmiddels onder de poedersuiker maar dat was wel gezellig en het rook ook nog lekker én het zorgde ervoor dat ik het raam weer dicht kon doen, zodat de straatgeluiden en de kou opnieuw buitengesloten zouden worden.

Ik was aan tafel gaan zitten, spelend met de stroop die ik langzaam heen en weer door de fles liet lopen. Ik dacht: ‘Precies zo voel ik me,’ en toen zag ik de plant. Hij stond in de hoek bovenop mijn platenspeler. Hij was dood, hartstikke dood. Je hoefde geen plantenliefhebber te zijn om dat te zien, dode dingen herken je meteen.

Schrijfster F. had mij diezelfde kamerplant voor mijn verjaardag gegeven, (in oktober) omdat het haar was opgevallen dat ik helemaal geen planten in huis had. Sinds ik wél een plant in huis had was het mij eerlijk gezegd zelf niet opgevallen dat de plant er was en praktisch gezien was hij ook al van mij heengegaan natuurlijk.

Ik wilde F. niet meteen bij binnenkomst al voor het hoofd stoten met die plant, ze zou denken dat ik een vals secreet ben, misschien had ze daar niet eens een dood cadeau voor nodig. Van de andere kant kon ik die plant ook niet ineens zomaar wegdoen nu, ze zou onmiddellijk zien dat de plant ontbrak. Als ze al gezien had dat er een plant ontbrak voordat er überhaupt een plant was, dan zou het nu het eerste zijn dat ze zag. Bovendien: F. is een schrijfster en schrijvers kijken over het algemeen erg goed. (?)

Er zat niets anders op: ik liet de plant dood in de hoek staan, met een schaar knipte ik de verrotte bladeren weg. Dat deed de aanblik van die plant min of meer geweld aan, al die halve bladeren.

Toen F. binnenkwam zei ze: ‘Wat ruikt het hier lekker.”Ja,’ zei ik zenuwachtig. Om alle ongemak voor te zijn zei ik: ‘Die plant die ik van je gekregen heb is dood.’ Daar leek F. niet echt van onder de indruk. Ze zei: ‘O?’ wat ik als een aanmoediging zag. (Leg maar eens uit hoe dat kan dan.) Ik zei iets over een pot en een bord en bijna nooit thuis en lekkend water en dat experiment met melk en de platenspeler en honden die bladeren opeten.’Oké,’ zei ze weer, terwijl ik een pannenkoek op haar bord gooide en dacht: ‘Een pannenkoek is inderdaad een toetje.’

‘Er bestaan ook planten die je geen water hoeft te geven,’ zei F. ‘Ik neem er wel een keer één voor je mee.’ 
Ik verslikte me in een rozijn. Straks stond er een vetplant op mijn platenspeler om me eraan te herinneren dat ik voor niets of niemand kon zorgen. Misschien werd het tijd dat ik een aantal adviezen op zou gaan volgen.

Heel begrijpelijk

100_4146Mijn oma had negentien broers en zussen. Ik heb ze niet allemaal gekend. Wél was daar tante Stien, de leukste van allemaal. Zij was getrouwd met een Duitser, wat een schande was. Dat vond de Duitser zelf ook want hij heeft zelfmoord gepleegd.

Dan had je tante Leen. Zij had zulke grote borsten dat mijn moeder mij vertelde dat tante Leen een bord op haar borsten kon zetten zodat ze van haar borsten kon eten. Dat leek mij te gek. Toen we bij haar op verjaardagsvisite waren vroeg ik aan tante Leen of ze wilde voordoen hoe ze taart vanaf haar borsten at. Mijn moeder trapte heel hard op mijn voet, ‘au,’ zei ik en tante Leen at haar taart gewoon aan de tafel.

Tante Doortje woonde bij mijn opa en oma in huis omdat de mensen zeiden dat ze gek was. Toen ze jong was zat ze een tijdje in een gekkenhuis.
‘Niemand is gek,’ zei mijn oma die net het verhaal ‘Zaal 6’ van Anton Tjechov had gelezen en daarom woonde tante Doortje voortaan bij mijn opa en oma in huis.
‘Literatuur is heel gevaarlijk,’ zei mijn opa vaak, natuurlijk snapte iedereen meteen wat hij daarmee bedoelde.
Om het goed te maken ging tante Doortje iedere dag naar de slager om een paar bakjes filet Americain voor mijn opa te halen. Hij smeerde één bakje filet Americain per bruine boterham.

Ome Jan woonde aan de overkant. Hij had twee kinderen met het Syndroom van Down. Toen één van de kinderen vier jaar was, had ze haar beentje gebroken. Omdat ze niet kon zeggen dat het gips te strak zat, moest haar been eraf.

Nu zijn er nog twee zussen over, één daarvan is tante Rietje. Ze woont sinds een maand in een bejaardentehuis. Ze kan geen mensen meer verstaan zegt ze, alleen de televisie. Ze schreeuwt tegen de televisie en de televisie schreeuwt terug.

Gisteren was ik bij haar op bezoek.
‘Ze hebben me hier gevangen gezet,’ zei ze.
‘Wil je naar buiten?’ vroeg ik. Ze verstond me natuurlijk niet. ‘Wil je naar buiten? schreeuwde ik in haar oor.
‘Ik heb je wel gehoord,’ zei ze. ‘Dat verandert niets aan de situatie,’ zei ze. Toch gingen we naar buiten.

Op de gang kwamen we een mevrouw tegen met een plastic pop in haar armen. De vrouw schreeuwde tegen de pop zoals tante Rietje tegen de televisie schreeuwde.
‘Wordt wakker,’ en: ‘Neeh, neeee!’ gilde ze.’Wordt wakker.’
Ik liep op de vrouw af, keek naar de pop. ‘Kan ik u ergens mee helpen?’ vroeg ik.
De vrouw hield zich stil en bekeek me van top tot teen, zoals alleen vrouwen naar elkaar kijken. Ze hield haar blik op mijn ogen gericht, toen gilde ze heel hard, met lange dramatische uithalen: ‘Ik wil iemand die er verstand van heeft!’

Radiohead

Vandaag op internet gezet, de nieuwe clip van de band Radiohead. Vanaf 28 maart ligt het nieuwe album: ‘The King Of Limbs’ in de winkels.
Hieronder een YouTube filmpje waar de nieuwe clip ‘Lotus Flower,’ op te zien is.

Oud nieuws/nieuw nieuws: Jennifer Egan

9780307592835Original Title: Happy Ending

Where: The Regency Hotel, on Park Avenue and 61st Street

Why: It doesn’t usually happen for me this way, but I had an experience and it prompted me to begin a story. As experiences go, this one was brief: on Christmas Eve, my husband, kids and I were having cheeseburgers with my mom and stepfather at the bar of the Regency hotel (a kind of tradition with us). Washing my hands in the bathroom, I noticed a fat green wallet inside a wide-open bag beside the sink. I had a thought along the lines of: She’s lucky it’s me, seeing this wallet, and not a different kind of person. Which led to the question: What kind of person? Who is the woman who would look down while washing her hands, see a wallet, and take it? That question stayed with me. Although I wasn’t intending to work on stories — in fact, I was trying to begin a novel set in the Brooklyn Navy Yard during World War II — I sat down with that wallet in my head and a pen in my hand, to see what might happen.

En wat er toen gebeurde was dat Jennifer Egan een prachtig boek schreef. Een reeks korte verhalen die samen een roman vormen. De bovenstaande tekst is afkomstig van de website van de Amerikaanse schrijfster. De site is leuk om te bekijken omdat je kan zien hoe Egan te werk is gegaan bij het schrijven van haar boek, hoe ze bij haar personages terecht is gekomen, hoe ze een kort verhaal schreef dat uitgroeide tot een zeer geslaagde, originele en eigentijdse roman met de titel: A Visit From The Goon Squad.

Tot voor kort had ik nog nooit van Jennifer Egan gehoord, tot ik een paar weken geleden een uitstekende recensie in de Groene Amsterdammer las, geschreven door Herman Stevens.  
Stevens wist zo bevlogen over A Visit From The Goon Squad te schrijven, zo oprecht had ik al sinds lange tijd geen recensie gelezen: ééntje die je naar de winkel deed rennen en velen met mij want in geen enkele zichzelf respecterende boekhandel in Amsterdam was het boek meer te vinden.

Mijn vriendin kocht het op bol.com

A Visit From the Goon Squad is een fantastische mozaïekvertelling waarin elk personage overtuigt en waarin een even afschrikwekkend als ontroerend beeld van de tijdsgeest geschetst wordt.
Dat vonden ze in Amerika ook, het boek werd lovend ontvangen, is daar een bestseller en stond in allerlei toplijsten van o.a. The New York Times, Washington Post en Times Magazine.
Herman Stevens schreef in de Groene dat Egans boek in Nederland is “ondergesneeuwd” door het succes van Jonathan Franzen’s Freedom, een boek dat eveneens de tijdsgeest heeft proberen te vangen.

Over de tijdsgeest gesproken: ik ga het niet over ondergesneeuwde auteurs hebben en al helemaal niet over de Nederlandse (markt)positie van vrouwen in de literatuur, maar A Visit From The Goon Squad verdient een groot lezerspubliek in Nederland. Mocht ik u niet hebben weten te overtuigen: lees hier de recensie van Stevens, hij is een verkoper.

Dit is jouw boek

imagesIk had veel haast omdat ik een trein moest halen, tenminste dat dacht ik. Sommige mensen hebben altijd haast als ze weten dat er op ze gewacht wordt, vandaar dat ik er voor zorg dat er nooit op mij gewacht wordt. Ik ben liever zelf degene die wacht.

Natuurlijk was ik veel te vroeg op het station. Natuurlijk was ik mijn boek vergeten. Ik bedoel: A Visit From The Goon Squad van Jennifer Egan, (waarover morgen meer) die ik in de trein mooi uit had kunnen lezen.

Om toch wat te lezen te hebben wilde ik snel een boek kopen bij de AKO, helaas lagen er daar maar vijf goede boeken, waaronder twee boeken van Hans Keilson: Komedie in Mineur en In de Ban van de Tegenstander. Bij dat laatste boek heb ik voor het eerst echt moeten huilen om de Tweede Wereldoorlog. Het is steengoed, maar dat weet iedereen dan ook al heel heel lang, gelukkig.
De vijf boeken die naar mijn smaak waren had ik thuis allemaal al, dus zat ik een paar minuten later in de trein tegenover een oude zwarte vrouw en bestudeerde haar gezicht tot de trein in beweging kwam en Amsterdam achter zich liet.

Ik moest voorlezen in Delft, vandaar dat ik een stapeltje van mijn eigen verhalenbundels in mijn tas gedaan had, voor de eventuele verkoop. In mijn geval maken twee verkochten exemplaren toch echt een verschil.
Ik haalde het voorleesexemplaar van mijn boek tevoorschijn, liet de bundel in mijn tas liggen zodat niemand de kaft kon zien en bladerde erin. Toen begon ik te lezen. Het was de eerste keer dat ik mijn eigen boek helemaal teruglas. Het voelde niet alsof die woorden van mij waren. Ik schaamde me voor mezelf.

Ergens tussen Schiphol en Haarlem keek ik naar buiten. De trein raasde langs een muur vol ledlampjes. De lampjes die uitgeschakeld waren vormden een woord. Ik las: GLADJAKKER.

In Delft aangekomen was ik doodmoe en het voorlezen moest nog beginnen. Het ging gelukkig allemaal goed, er was een aandachtig publiek daar in Delft.
Na afloop vroeg een vrouw met een kortgeknipt kapsel: ‘Heb jij dat wel zelf geschreven?’
Het publiek lachte, maar die vrouw stelde een hele goede vraag.

Black Swan

imagesIn vrijwel alle Nederlandse kranten werd de film Black Swan positief besproken. Hij kreeg bij beoordeling vier of vijf sterren toebedeeld.
Vijf sterren, dat betekent: een meesterwerk.

Weet iemand nog wat een meesterwerk betekent?

1. Een ander/de superheld

100_4734Zaterdag ging ik naar een feestje met het thema: ‘Superhelden.’
Een paar grapjassen kwamen als zichzelf, de andere feestgangers  hadden zwaarden, klappertjespistolen en camouflagepakken in, om en aan hun lijf.
Superhelden zijn schijnbaar mensen die veel geweld gebruiken.

Mijn vriendin wilde graag dat ik als Popeye the Sailorman zou gaan. Daar kregen we een kleine ruzie over, bovendien is Popeye the Sailorman niet per definitie een superheld, lijkt mij. Hij moet eerst spinazie eten voordat hij superkrachten krijgt.
Ik ga u niet vertellen hoe ik er die avond uitzag, maar ik had misschien toch beter als Popeye kunnen gaan: The Sailorman was er tenminste altijd voor het meisje van wie hij hield.

Halverwege de avond was ik behoorlijk neerslachtig en het is nog goed knap dat ik me überhaupt tot halverwege de avond staande heb weten te houden al zeg ik het zelf. (Can’t stand it no more)
Iemand schoot met pijl en boog een Pudding Tarzan in zijn rug, twee Zorro’s hadden elkaar gevonden, een jongen die verkleed was als zijn opa fluisterde citaten van James Joyce in mijn oor, steeds zei hij: ‘in het Engels is het beter, in het Engels is het beter.’ Ik zag hoe een soort Brutus pogingen deed om mijn meisje af te pakken, zelf dronk ik laf bier uit een 0.5 literblik en dacht aan het liedje ‘superhero,’ van Ani Difranco.

i used to be a superhero
no one could touch me
not even myself
you are like a phone booth
i somehow stumbled into
and now look at me
i am just like everybody else

2. Een ander/de piloot

beroepskleding_37Omdat ik al een tijdje niet in mijn eigen huis was geweest, zat mijn brievenbus vol. Het allermooiste dat een mens kan gebeuren is een volle brievenbus, mits je in leven bent.
Ik vond een paar kaarten, een pakket met boeken, acceptgiro’s en brieven waar ik erg om moest lachen.

D. had me zelfgemaakte boekjes opgestuurd, een tuinplan en foto’s van vrienden. De vrienden waren mensen die ik nog nooit gezien had, maar dat maakt niet uit: het waren erg mooie foto’s. Het herinnerde me aan alle momenten die ik gemist had (Kijk wat je gemist hebt!) en die zich toch ergens vast zouden bijten in mijn geheugen, omdat ik de plaatjes had gezien.

In de bundel Tussen Iemand en Niemand schrijft Joseph Brodsky meteen op de eerste pagina: ‘ Ik kan me weinig van mijn leven herinneren en dat weinige is van geringe betekenis.’

Soms ben ik bang dat de dingen die ik me uiteindelijk van mijn leven zou kunnen herinneren de foto’s van anderen zijn. Momenten waar ik zelf niet bij was. Momenten die ik zelf niet was.
Soms vraag ik me af of dat iets uitmaakt. Of iemand dat iets uitmaakt.

Mijn brievenbus zat ook vol met oude kranten en tijdschriften. In de Volkskrant van vrijdag 11 februari las ik een vetgedrukt bericht met de kop: Oplichter Francis Z. is ‘onverbeterlijk.
Het bericht gaat over de oplichter Francis Z. die zich steeds voordoet als iemand anders. Ik vond het een opvallend bericht. Ik bedoel: dat er een bericht wordt gemaakt over iemand die zich anders voordoet dan dat hij is.

Zijn bekendste slachtoffer is de voormalige TMF-veejay Renée Vervoorn. (Bestaat TMF eigenlijk nog wel?)
Z. had haar gezegd dat hij een piloot was, daar was Renée Vervoorn voor gevallen. (wat ook een vorm van oplichterij is, natuurlijk) Enfin, ‘s ochtends vroeg vertrok Z. in zijn pilotenpak naar Schiphol, maar daar bleek hij niet te werken. En hij ging vreemd.
Dat staat letterlijk in het nieuwsbericht: ‘En hij ging vreemd.’

Mooi bericht, toch? Tussen al het wereldnieuws.

Even terug naar de post en de brief die ik kreeg van mijn vriend D.  In die brief schrijft hij: ‘Ik heb de Bibliotheek omgedoopt tot mijn kantoor. Ik kwam op het idee omdat Larry David (Schrijver van o.a. Seinfeld) op de vraag waarom hij nog überhaupt naar een kantoor ging om te werken antwoordde: ‘My mother always told me that you need some place to go when you wake up in the morning.’

Ik was dus een tijdje niet meer in mijn eigen huis geweest. Waar ik in de tussentijd geweest ben is maar van geringe betekenis: mijn brievenbus zat in ieder geval vol met nieuwe herinneringen.

3. Een ander/de hoer

avagardnerOmdat ik geen televisie heb en soms toch tv wil kijken, bekijk ik af en toe een programma op uitzendinggemist.nl. In dit specifieke geval bekeek ik een uitzending van De Wereld Draait Door van donderdag 10 februari.
O.a. Rinus Ferninandusse (oud hoofdredacteur van Vrij Nederland) zat aan tafel om te praten over de mooiste actrice aller tijden.

Bijna aan het einde van het gesprek vertelde Rinus Ferninandusse (O, wat een naam!) een schitterende anekdote over de actrice Ava Gardner.

Ze gaat op reis naar Tokio, waar ze Amerikaanse soldaten ontmoet die haar meenemen naar een bordeel waar al de prostituees namen hebben van Holywoodsterren.
“Nou,’ zei Ava Gardner. “Dat is te gek. Loop ik hier ook rond?’
‘Ja, hoor, jij loopt hier ook rond.’
‘Dan neem ik vandaag Ava Gardner haar plaats in,’ zei ze.
Er kwamen geen klanten langs bij mevrouw Ava Gardner herself  ( ‘Maar dat is de echte?’ en: ‘Ik durf niet!’ )

Ach ja, oog in oog met de waarheid verliezen we helden.

Chuck Palahniuk

Tijdens het werken aan mijn tweede boek (dat bijna af is, het grote schuren en schaven is begonnen, zodat de splinters op precies de juiste plek blijven zitten) heb ik zo’n goede band gekregen met één bepaald (mannelijk) personage dat ik alvast begonnen ben aan een ruwe opzet voor een derde boek, waar hij de hoofdrol in zal krijgen. In dat verhaal speelt ook de Amerikaanse schrijver Chuck Palahniuk een rol – u weet wel, van o.a. Fight Club.

Omdat het vandaag Valentijnsdag is (!?) plaats ik met alle liefde een kaart met een citaat van Palahniuk voor u:

Chuck_Palahniuk_Type_Poster_by_danman63

Vrij

100_3350Thuis heb ik geen internet, in mijn werkruimte wel. Dat lijkt een beetje onlogisch en dat is het ook, daarover nu verder geen commentaar. Al zou je de snelle conclusie kunnen trekken dat ik vrijen belangrijker vind dan werken.

Wat ik eigenlijk wil zeggen is: in de weekenden plaats ik geen blogs meer. Dat betekent niet automatisch dat ik in het weekend niet werk, dat zou een te snelle conclusie zijn.
Ik kan u echter niet verbieden om conclusies te trekken.

Lydia Davis

100_4707Goed nieuws: bij The American Book Centre in Amsterdam lag een grote stapel van The Collected Stories of Lydia Davis. Deze schrijfster toont wonderschone en ook wel vreemde miniatuurtjes waarbij je soms in slechts een halve pagina een andere wereld in wordt gesleept. Een gedachtestroom, een woordenwisseling, een handeling, een beeld. Vaak is er iets raars aan de hand, juist omdat er doodnormale dingen gebeuren. Het zijn verhaaltjes die wringen, Lydia Davis laat zich niet uitleggen: om steeds opnieuw te lezen.

Nog meer goed nieuws: op 18 mei komt de schrijfster voorlezen in de Balie in Amsterdam. (dankzij o.a. Sanneke van Hassel)

Een voorproefje:

The Fish

She stands over a fish, thinking about certain irrevocable mistakes she has made today. Now the fish has been cooked, and she is alone with it. The fish is for her- there is no one else in the house. But she has had a troubling day. How can she eat this fish, cooling on a slab of marble? And yet the fish too, motionless as it is, and dismantled from its bones, and fleeced of its silver skin, has never been so completely alone as it is now: violated in a final manner and regarded with a weary eye by this woman who has made the latest mistake of her day and done this to it.

Transparantie (2)

100_3378

In San Fransisco is een winkel speciaal voor piraten (Valencia 826). Als je een piraat bent dan kan je daar je lol niet op. In de winkel is ook een kabinet ingericht met oude bioscoopstoelen. Vanuit die stoelen kijk je niet naar een film, maar naar een aquarium vol met allerlei verschillende soorten vissen. Naast het aquarium hangt een bordje: ‘Please do not judge the fish’.

Transparantie (1)

100_1708

Met een emmer vol sop staat ze op een keukentrap op het platje aan de zuidkant van het huis. De zon schijnt, er klinken boren, in de binnentuin veegt iemand het pad schoon. Het zijn geluiden die een lange tijd binnen zijn gebleven door de strenge winter.

Zelf vond ze het tot nu toe wel meevallen met de vorst en de kou, er was geeneens een Elfstedentocht, maar er zijn mensen die zeggen: het was een strenge winter. Zulke mensen zullen er altijd zijn.

Ze staat op de bovenste tree, met een spons glijdt ze over de ramen, water loopt haar mouw in. De ramen moeten schoon zodat de oude vrouw naar buiten kan kijken. Er is altijd iets te zien als je goed kijkt.

Een zeemlap wordt langs de raamkozijnen gehaald, de bovenste ramen zijn klaar, ze kan een treetje naar beneden. Steeds wanneer ze de ramen aan het lappen is denkt ze aan dingen waar ze nooit eerder aan dacht. Alsof iemand aan de andere kant van het raam naar háár kijkt, duidelijk in het zicht nu.

Of transparantie goed is, zoals bij Wikileaks. Eerst dacht ze van wel, het was beter om alles te weten. Maar vandaag denkt ze aan alle dingen die ze ooit gezegd heeft over de mensen die haar vrienden zijn, familie. Haar geliefden ook. Als alles uit zou komen wat je zomaar zegt soms, of wat zij over jou zeggen, zonder na te denken: uit jaloezie, angst, onvrede, controle, boosheid, frustratie, etcetera, dan had niemand vrienden over.

 De wereld heeft geheimen nodig. 

De laatste denker

988Ik ben opgegroeid in het dorp Eemnes, dat is vlakbij Laren. Vroeger schaamde ik me er altijd voor om dat te zeggen. Ik was bang dat er mensen waren die zouden denken dat ik rijk was. Ik weet niet waarom ik daar bang voor was. Misschien omdat ik aanvoelde dat je rijke mensen niet serieus kon nemen. In ieder geval niet als ze rijk geboren zijn. Ik ben niet rijk geboren. Als ik zoiets zeg dan wordt mijn moeder kwaad. Ze zegt: ‘Je bent wel rijk geboren.’
Daarmee bedoelt ze dat ik bij mijn vader en bij haar terecht ben gekomen. En dat we gezond zijn. Maar zover wil ik niet gaan.

Op woensdagmiddag, als de school dicht was dan mocht ik kiezen: bergbeklimmen of naar een museum.
‘Niets doen,’ zei ik. Dat ging er bij mijn moeder niet in. Dus gingen we naar een museum. Omdat Laren dichtbij was, gingen we op de fiets naar Singer. Van alle musea vond ik dat het leukste museum omdat De Denker van Auguste Rodin in de tuin stond.

Ik keek naar het beeld terwijl ik chocolademelk uit een flesje dronk. Dan bedacht ik waar De Denker aan dacht.
Op één van die woensdagmiddagen vroeg mijn moeder aan mij: ‘Wat denk je dat hij denkt?’
‘Weet ik niet,’ zei ik.
Mijn moeder pakte mijn hand vast. ‘We komen er nooit achter,’ zei ze. ‘Net zoals bijvoorbeeld bij papa.’
Ik geloof dat ze me wat probeerde te leren maar ik moest er van huilen. Dat was op zich niets vreemds, huilen vond ik vroeger één van de leukste dingen om te doen en nog steeds ben ik er niet helemaal vanaf.

De Denker werd in 2007 gestolen uit het Singer Museum en vernield. Nu is het beeld gerestaureerd. Op nrcnext.nl zag ik naast het nieuws een reclameblokje over de terugkeer van het beeld. De advertentie is een soort van trailer, zoals alles tegenwoordig een soort van trailer is.

– VIER JAAR GELEDEN WORDT HIJ GRUWELIJK VERMINKT

– DE DENKER VAN RODIN. EN VAN LAREN

– MAAR NU ZIT HIJ ER WEER ALSOF ER NIETS IS GEBEURD

– MAGNIFIEK GERESTAUREERD

– DE DENKER DENKT WEER

De Denker denkt weer? –  In de Kunsthal in Rotterdam is ‘The Last Thinker‘ van Folkert de Jong te zien waarmee hij aan De Denker refereert (zie foto). Ik keek er naar met minstens twintig anderen. Vanuit een smalle gang maakten de volgende twintig alweer hun opwachting. Snel schoot ik een foto voor thuis. Daarna liep ik door, zonder een specifieke gedachte. De laatste denker. Misschien heeft Folkert de Jong gelijk en mijn moeder ook. We komen er nooit achter; alsof er niets is gebeurd.

Uitgestorven (2)

upstr201024Mijn broer zegt dat het onmogelijk is dat een bij kan vliegen.
‘Dat is helemaal niet onmogelijk,’ zeg ik.
‘Toch wel,’ zegt hij.
‘Als het onmogelijk is, waarom kunnen ze dan vliegen?’ vraag ik.
‘Dat weet ik ook niet,’ zegt hij. ‘Niemand weet het, maar het is onmogelijk.’
‘Als het onmogelijk zou zijn, dan zou ik graag weten waarom,’ zeg ik.
‘Je moet niet alles willen begrijpen,’ zegt hij.
‘Als je stopt dat te willen dan sterf je uit,’ zeg ik.
‘Je moet ook geen kinderen nemen,’ zegt mijn broer.

*

Ik kan niets over de onmogelijkheid tot vliegen bij bijen vinden. Behalve dat een bij 300x zijn eigen gewicht kan optillen. En dat niemand precies snapt waarom het slecht gaat met de bijenpopulatie. Zelfs Midas Dekkers niet.
Wél stuitte ik op de kunstenares Maartje Korstanje, die zich heeft laat inspireren door de bijensterfte. Van onder andere karton en lijm maakt ze sculpturen, zonder van tevoren te bedenken welke vorm ze moeten krijgen. Daardoor krijgen de sculpturen iets levendigs. Alsof ze ieder moment in beweging kunnen komen. Ook al is dat onmogelijk.

Op dit moment loopt er een tentoonstelling in het Zeeuws Museum in Middelburg en in mei 2011 is  haar werk te zien in Museum de Pont in Tilburg en in het Groninger Museum. Zeer de moeite waard.

Uitgestorven

Foto 41‘Harry Mulisch is dood,’ zei Robbert Ammerlaan afgelopen vrijdag op de nieuwjaarsreceptie van uitgeverij de Bezige Bij. Het kwam niet alleen door deze woorden dat er een beheerste  sfeer op ‘het feest’ heerste. De zaal stond vol met jonge schrijvers, maar De Grote Drie, die zijn dood.

Ronelda S. Kamfer

Foto 32Voor ontdekkingen geldt hetzelfde als voor geheimen: je wilt ze voor jezelf houden en doorvertellen op hetzelfde moment.
Je denkt dat je met iets nieuws komt, maar iedereen weet er al van.

Met oud en nieuw was ik op een feestje. Mijn broer (Bas) gooide flessen bier door de kamer omdat hij net de film “New Kids Turbo” in de bioscoop had gezien. Een jongen zat op een barkruk uit het raam te kijken, het uitzicht over het park, papegaaien. Een andere jongen kotste over zijn zwarte lakschoenen. Ik keek naar hem en dacht: dat is iets wat ik had willen doen. Het jaar was nog niet eens écht begonnen maar iedereen was al ziek. Ik stond in de hoek van de kamer met een stuk stokbrood toen de dichter Alfred Schaffer naar me toekwam met een boekje in zijn hand.
‘Hier,’ zei hij. ‘Voor jou. En nog een gelukkig nieuwjaar.’

Het was een bundel van de Zuid-Afrikaanse dichteres: Ronelda S. Kamfer.
(Nu de slapende honden. Vertaling: Alfred Schaffer, Podium)

Vandaag zet ik één gedicht op dit blog om het “geheim” met u te delen. In het Nederlands en in het Zuid-Afrikaans. (Omdat die taal nóg mooier is.)
Daarna doe ik weer gewoon alsof ik de enige ben die de gedichtenbundel kent en lees ik mezelf er ‘s avonds hardop uit voor.

Miss Moedig

Als het regent, stormt het
maar ik ga, als het regent, kapot
niet dat dat iets bijzonders is
ik ben tenslotte
geboren als gevolg van neuken
en geknipt om alles te verneuken
er zitten duivels in mijn drinkwater
van het soort dat uit de hel verbannen is

Miss Moedig

As dit reën, storm dit
maar vir my as dit reën, kak ek
nie dat dit iets is nie
ek is after all
gebore as gevolg van fok
en gemaak om op te fok
daar is duiwels in my drinkwater
die soort wat uit die hel verban is

Weekend

Foto 38Het was dinsdag. Een goede dag. Het voelde alsof het al weekend was.
De jongen met wie ik de dag doorbracht rook naar citroenen. Fris. Opgeruimd.  
‘Prettig weekend,’ zei ik bij het afscheid.

Het is vandaag zaterdag. Ik vraag me af of hij aan dinsdag denkt.

Slaapmiddelen versus verhalen

Foto 293 Iedere ochtend staat de hond voor de deur te janken. Dat beest heeft steeds opnieuw zin in de dag. Ook vanmorgen heel vroeg stond hij voor de slaapkamerdeur; gewoon zoals gisteren en zoals de dag daarvoor en de dag daarvoor. Ik stond op uit bed, opende de deur. De hond sprong tegen me aan en hapte in de lucht.

(Er hangt altijd iets in de lucht.)

Ik liep naar de badkamer om te douchen, mijn tanden te poetsen. Op de grond lag een koker homeopathische slaappillen. Van mijn huisgenoot. De koker lag daar dramatisch leeg op de badkamervloer. Iemand had vannacht alle slaappillen opgegeten. Fuck, dacht ik. Er is iemand dood. Misschien.Dus klopte ik aan bij mijn huisgenoot. Ik hoefde geen seconde aan de dood te twijfelen; onmiddellijk klonk haar stem van achter de deur. ‘Één moment,’ riep ze. Ze kwam naar buiten met een rood gezicht. Ze droeg een wit T-shirt. Ik liet haar de koker lege slaappillen zien. ‘De hond,’ zei ze meteen. ‘Dat beest vreet alles op.’

De hond rende ondertussen met de riem in zijn bek rondjes door de kamer. Voor wanneer u het nog niet wist: homeopathische slaapmiddelen werken dus niet. Leest u vlak voor het slapen gaan een verhaal daarentegen: als een blok. Voor het tijdschrift Vice las ik een verhaal voor op MP3. Daar is de hond, heet het. En het is hier te beluisteren. Slaap lekker.

Meisjes met baarden

Via Skype hou ik wekelijks contact met een meisje uit Istanbul. Ze lijkt erg veel op een jongen. Sinds vorige week heeft ze een klein sikje. Zelf noemt ze het een baard.
Vanmorgen was ik met haar aan het praten via de computer. Ze liet me via videobeelden de beharing op haar gelaat zien. Omdat ik niet wist wat ik tegen haar moest zeggen lachte ik naar haar.
Ze vertelde me dat er steeds vaker mensen zijn die haar vragen: ‘Ben jij een meisje of een jongen?’
Ze liet een korte stilte vallen. We keken naar elkaar.
‘Wat zeg je dan?’ vroeg ik haar.
‘Ja,’ zei ze.

Toen we op hadden gehangen dacht ik aan de piepjonge modeontwerpster Noortje Zijlstra. Ze is vorig jaar afgestudeerd aan de Willem de Kooning academie met een serie baarden voor vrouwen. Dat viel op.

P6150300“I have an obsession for beards… because of this obsession, i always find it very disturbing when a man shaves his beard off completely, down to a babyface. To not have them lost to the world, i’ve decided to collect them. I asked friends and family if i could have their beards when they would shave, so i could immortalize them.

Because woman (in general) can’t grow a beard i want to make beards for them.”

Reacties

Foto 311.

Steeds vaker wordt mij de vraag gesteld waarom ik geen website heb. Of een andere pagina op internet. Het uploaden van teksten, liedjes, foto’s, meningen. Zoiets als dit en dat u dan mijn woorden leest.
Ik zou u graag een mooi, slim en teder antwoord willen geven. Zoals sommige meisjes soms zijn.
Ik zou iets kunnen zeggen over de stilte, verveling, vertraging, de tijd, ambacht.

De waarheid is: ik ben bang.

Het is alsof je met iemand praat. En per ongeluk vertel je meer dan dat je van plan was te vertellen.

2.

Mijn vriendin is lid van Filosofie Magazine. Ik weet dat dit een goede reden is om het uit te maken. Dat weet ze gelukkig zelf ook: ik heb haar al meerdere keren een gesprek horen voeren met een dame van de afdeling abonnementen en klachten. Maar op een één of andere manier komt ze niet meer van het magazine af.
Zoals bij alles waar je niet vanaf komt: je gaat eraan hechten.

Het afgelopen nummer had als thema: online vriendschap. Er stond een stuk in over een columnist van het Amerikaanse Sport Illustrated: Jeff Pearlman. Sinds zijn columns op internet verschijnen krijgt hij veel vaker (anonieme) negatieve reacties.  Hij besloot de identiteit van een aantal anonieme reactors te achterhalen en belde ze op. Geen van hen had het zo bedoeld. Ze zeiden zich zelfs voor hun eigen gedrag te schamen.

Jacqueline Whitmore van Etiquette Expert zegt over de mensen die negatieve reacties op internet plaatsen: “They never think that the person receiving the message might be a real human being.”

3.

Mijn naam is Maartje Wortel. Ik zal de komende tijd teksten plaatsen op dit blog.