Stemmen en stijlen

[p. 76] Stemmen en stijlen Vertalers bevinden zich doorgaans in de kruipruimte van de literatuur. Dat de kamer met zoveel smaak is ingericht, is ook hun verdienste, maar de lezer mag daar niets van merken. De schrijver dient rechtstreeks tot ons te spreken, met behulp van een onzichtbare tolk. Wie de tolk toch ziet, leest…

Lees verder op

Snelheid, lot en slot

[p. 68] Snelheid, lot en slot Bij schrijvers varieert het tussen een paar woorden per dag (Flaubert), tot een paar bladzijden per dag (Thomas Mann). Hoe zit het met vertalers? Hoe snel of hoe langzaam gaat het vertaalproces? ‘Hoe snel of beter: langzaam ik vertaal, hangt af van het werk,’ antwoordt Theo Kars, ‘als regel…

Lees verder op

Ontdekkingen

[p. 62] Ontdekkingen Wilfred Oranje ontdekte Giorgio Manganelli en Adalbert Stifter. Hoewel, ‘niet echt zelf ontdekt, omdat ook een paar andere mensen mijn enthousiasme deelden.’ Aai Prins ontdekte Joez Alesjkovski. ‘Maar in Rusland is hij wel bekend hoor.’ Theo Kars Peter de Polnay. ‘De enige schrijver die ik heb ontdekt.’ Paul Beers de in Brussel…

Lees verder op

Adviezen

[p. 58] Adviezen Wat ook de relatie is tussen schrijven en vertalen, tussen het scheppen en het in een andere taal herscheppen, de bezigheid zelf is solitair van aard. ‘Vertalen is een asociaal beroep,’ schrijft Wilfred Oranje, ook al laat hij daar direct op volgen: ‘Dat neemt niet weg dat ik mijn vertalingen graag laat…

Lees verder op

Prijzen en afgrijzen

[p. 41] Prijzen en afgrijzen Aleida Schot, Marko Fondse, Peter Verstegen en Ike Cialona worden het meest genoemd in antwoord op de vraag welke vertalers het meest worden bewonderd, of het meest worden onderschat, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het Arthur Langeveld was die de score van Schot opvoerde door haar twee keer…

Lees verder op

Wenslijnen en vertaalproblemen

[p. 37] Wenslijnen en vertaalproblemen Hersenkrakers en wakkerhouders: de reacties op de vraag naar het grootste vertaalprobleem geven een helder beeld van de lastige momenten in het vertalersbestaan. Gedroomde hulplijnen bieden daarbij zelden soelaas.   Welk vertaalprobleem heeft u de meeste hoofdbrekens gekost?   ‘Er zijn legio problemen waar ik nooit een echt bevredigende oplossing…

Lees verder op

Het initiatief en de uitgevers

[p. 27] Het initiatief en de uitgevers Het kan een precaire band zijn, die tussen uitgever en vertaler. Strikte deadlines en commerciële aspecten verhouden zich niet altijd probleemloos tot de door een vertaler nagestreefde kwaliteit of intentie. Het gemeenschappelijke doel strijkt in de meeste gevallen echter heel wat plooien glad.   Neemt u vaak zelf…

Lees verder op

Vertaalfouten en vertaalvondsten

[p. 17] Vertaalfouten en vertaalvondsten Wat is uw grootste vertaalfout?   Edgar de Bruin: ‘Het klinkt misschien arrogant, maar ik ben me er niet van bewust ooit een grote vertaalfout te hebben gemaakt, al zullen die, zeker in mijn vroege vertalingen, vast te vinden zijn. Ik werk intensief samen met mijn vrouw, zij is Tsjechische…

Lees verder op

Onvertaalde meesterwerken

[p. 3] [Tirade mei 2009] Onvertaalde meesterwerken Welk boek heeft u nooit aan een uitgever kunnen slijten?   ‘Ik heb nooit met een boek bij uitgevers hoeven leuren,’ antwoordt Aai Prins. ‘Eén keer een beetje, en toen is het bijna fout gegaan. Dat ging om een vertaling van Zangezi van Chlebnikov. Een toneelgezelschap had mij…

Lees verder op

Tsjechov deel 4 verschenen

‘En het is weergaloos: van zeker twaalf verhalen in dit vierde deel van de nieuwe en heel mooie vertaling van Tsechovs prozawerk is het nog lastig vast te stellen welke verhalen uit de literatuur ermee zouden kunnen wedijveren.’ – Michaël Zeeman (de Volkskrant, 21 maart 2008)   Toen Anton Pavlovitsj Tsjechov (1860–1904) enkele jaren voor… Lees verder