Parelduiker 2024/5

De uitverkiezing in 1980 van de Frans-Belgische schrijfster Marguerite Yourcenar in de Académie française ging gepaard met gelobby en gekonkel en intense weerstand. Dirk Leyman reconstrueerde de historische gebeurtenis en de inhuldiging.

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte onder kunstenaars en schrijvers in heel Europa groot nationalistisch enthousiasme. Zo ook bij Thomas Mann. Het leverde hem flinke kritiek op, legt Bart Slijper uit, ook van zijn oudere broer Heinrich Mann en de Franse pacifistische auteur Romain Rolland.

De Pools-Joodse dichter Władysław Szlengel was voor de oorlog in zijn land bekend vanwege zijn geinige schlagers en gedichten. Ook in het getto van Warschau trad hij nog veelvuldig op in een satirisch cabaret, maar zijn gedichten werden steeds wanhopiger. Gerdien Verschoor introduceert hem in het Nederlands.

Gaan de angstaanvallen in Harry Mulisch’ oorlogsromans Het stenen bruidsbed en De aanslag terug op een traumatische gebeurtenis in zijn eigen leven? Paul Gellings vond een autobiografische bron.

En verder: In gesprek met de vorigen: filosoof Miriam Rasch over welke boeken en schrijvers op haar van invloed zijn (geweest). Jan Paul Hinrichs bespreekt marginale uitgaven van en over Roger Martin du Gard, Lloyd Haft, Herman Gorter, Sanne Bruinier, Georg Trakl en Willem Elsschot. En Aad Meinderts gedenkt de onlangs overleden literatuurgeschiedschrijver Piet Calis.

Tirade 496

De Rentrée is niet bedoeld als feest voor de consument. Het gaat om de frisse moed waarmee men terug aan de slag gaat. Voor Fransen is niet Oud en Nieuw, maar de Rentrée het moment voor goede voornemens. Waar de zomer vraagt om loomheid en berusting, waar de warmte ons dwingt te vertragen en te ontspannen, is dit het uitgelezen moment om de balans op te maken: in Frankrijk won een gelegenheidscoalitie van linkse partijen de parlementsverkiezingen ternauwernood van Le Pen, in het Verenigd Koninkrijk werd Labour de grootste. Von der Leyen zit stevig in haar Europese zadel. Van Gaza en Sudan is niets meer over. De Amerikaanse verkiezingen zijn ophanden en in ons eigen land zit een zooitje ongeregeld op het pluche dat de btw op ‘culturele goederen en diensten’ wil verdubbelen.

            Verdubbelen, dat kunnen wij ook. Het zijn dan wel geen 459 nieuwe titels die we hier hebben samengebracht, maar uit dit dubbeldikke Rentrée-nummer klinken meer dan twintig stemmen op – van gevestigde namen als Mischa Andriessen, Gilles van der Loo en Ulli d’Oliveira tot nieuwkomers als Margo Hoogenberk, Tiemen Hageman en Thom Wijenberg. Het seizoen is geopend en laat deze Tirade een staalkaart zijn van wat de literatuur ons momenteel te bieden heeft. Neemt en leest, verspreidt het woord.

Mijn Lwów

Józef Wittlin schreef Mijn Lwów in 1946 in de vs. Lwów (tegenwoordig bekend als Lviv) was net het toneel geweest van een gruwelijke oorlog en massale deportaties. Zelf was de joodse Wittlin er in 1940 in geslaagd met zijn gezin via Frankrijk naar de VS te vluchten. In februari 1945 werd op de Conferentie van Jalta besloten dat Lwów voortaan geen deel meer zou uitmaken van Polen, maar van de Sovjetrepubliek Oekraïne. Voor Wittlin betekende dit dat hij zijn vaderland nooit meer terug zou zien. In zijn ballingsoord New York bleef hij met weemoed terugdenken aan zijn tijd in Lwów. Met lichte ironie en een scherp oog beschrijft hij het straatbeeld van de stad, haar kathedralen, synagoges en parken, en alle kleurrijke inwoners die haar door het oorlogsgeweld zijn ontvallen, maar die voortleven in de herinnering. In Mijn Lwów weet Wittlin als geen ander over te brengen hoe het voelt om heimwee te hebben naar een plaats die nooit meer zo zal zijn als je haar ooit leerde kennen.

In Memoriam Madeleine Mes 1961 – 2024

Mad  ­–zoals ze haar mails ondertekende – is er niet meer! Na elke crisis van de ziekte die haar al enige jaren teisterde wist ze zich op miraculeuze wijze te hervatten, het idee dat ze ooit dood zou gaan was verre van haar. Maar eind november was het raak: op 1 december van dit jaar is ze overleden.

Madeleine Mes studeerde Slavische talen en Ruslandkunde aan de Universiteit van Amsterdam en had een bonte carrière als tolk/vertaler, gids en notulist bij de Stenografische afdeling der Tweede Kamer en bij de talrijke deelraden die Amsterdam tot voor kort telde. Ze wist alles van computers en het internet, van geestverruimende middelen, en van sjamanen.  In 2008 maakte ze een reis naar Toeva, in Zuidwest Siberië, om het sjamanisme ter plekke te bestuderen en contact te leggen met actieve sjamanen. Haar vertaling van Sjamanenzangen uit Toeva van Kenin-Lopsan is helaas onvoltooid gebleven.

Maar bovenal was ze een bevlogen vertaalster uit het Russisch, met een voorliefde voor minder bekende, `dwarse’ schrijvers zoals Joeri Oljesja, Nadezjda Teffi of Sigizmund Krzjizjanovski. In de jaren ’90 van de vorige eeuw werkte ze mee aan de Tweede Ronde, waar ze korte tijd in de redactie heeft gezeten. In die jaren leerde ik haar kennen, via een gemeenschappelijke kennis wier verjaars- en andere partijtjes zij en haar vriend Peter steevast in een hogere versnelling zetten. Ze had toen al een aantal vertalingen op haar naam staan, korte verhalen voor De Tweede Ronde, maar ook De speler van Dostojevski en Afscheidsboek van Joeri Oljesja, waarmee een heel nummer van Raster is gevuld. En niet te vergeten Casual van Oksana Robski, het eerste voorbeeld van Russische chicklit, geheel in stijl vertaald.

Toen Uitgeverij Atlas mij vroeg om een dikke bundel moderne Russische verhalen samen te stellen en te vertalen, leek het me een goed idee dit samen met Madeleine te gaan doen. Ze bleek een enthousiast vertaalster met een niet te verwaarlozen eigen inbreng. De kwaliteit ging bij haar altijd voor de kwantiteit, ze bleef doorschaven aan een tekst totdat ze er geheel tevreden mee was. Daarom werkte ze nogal traag, en deadlines betekenden niet zoveel voor haar, iets waar haar medevertaler soms knap nerveus van werd. Maar het resultaat was altijd geweldig. Ze had een heel lichte stijl van vertalen, to the point, zonder een overbodig woord. Over elk woord was nagedacht zonder dat de lezer dat opviel.

Hierna vertaalde ze, in haar eentje, een bundel late verhalen van Alexander Solzjenitsyn. Hels moeilijke teksten in een heel speciaal, afwijkend Russisch. Ze rustte niet voor ze voor iedere eigenaardigheid een aanvaardbare Nederlandse equivalent had gevonden. Zelfs naar de titel deed ze research. Die luidt in het Russisch Abrikozovoje varenje en iedereen zou dat met Abrikozenjam vertaald hebben, maar Madeleine ontdekte dat het Abrikozen op sap moest zijn.  In 2015 ontving ze voor dit werk de Aleida Schotprijs voor vertalingen uit Slavische talen.

Omstreeks 2014 vroeg Wouter van Oorschot mij een nieuwe vertaling te maken van de vroege werken van Dostojevski, te weten de delen 1, 2, 3 en 4 van de Verzamelde werken. Dat was een wel erg grote opdracht voor één vertaler. Ik besloot twee ervaren medevertalers, Gerard Cruys en Madeleine Mes, aan te trekken. Dostojevski bleek echt Madeleines ding, om het populair te zeggen. Het vertalen van al die vroege werken, die Dostojevski tonen als jonge hond die van alles uitprobeert, was koren op haar molen. Heel precies, maar ook weer heel vrij, net wat Dostojevski nodig heeft. Lees (onder veel meer) haar versies van Witte nachten, Een bedenkelijke toestand of De speler, voor een, althans in vertalingen, ongekend sprankelende Dostojevski. En besef wat voor talent er met haar is heengegaan.

Arthur Langeveld

Sander Kollaard leest voor uit Bona Fide

Sander Kollaard leest voor uit Bona Fide op donderdag 19 december 2024. Kom naar een van onderstaande boekhandels om te luisteren naar dit magische kerstverhaal!

11:00 uur Boekhandel Van der Meer in Noordwijk, De Keuvel 1.

13:00 uur Boekhandel Venstra in Amstelveen, Stadsplein 102A.

15:00 uur Boekhandel Van Rossum in Amsterdam, Beethovenstraat 32.

Wees welkom!

Over Bona Fide, een kerstverhaal

Het lot grijpt Leo Grijpink bij zijn lurven en smijt hem in een hoek. Hij doolt in de troosteloze aanloop naar kerst wanhopig rond, op zoek naar houvast, maar vindt niets. Dan, belachelijk, gebeurt er een wonder. Er valt een engel op zijn hoofd. Opeens is er hoop: de mogelijkheid van een goede afloop. Of niet? Leo twijfelt. Engelen veronderstellen het bestaan van God, de hemel, een leven na de dood… Een of ander bewijs zou helpen. De engel weigert: geloven is geloven… Kerst nadert intussen snel. Leo kijkt in zijn hart. Is hij in staat om te geloven in een engel? Sander Kollaard laat zich gaan in een verhaal over geloof en ongeloof, de bekoring van onmogelijke gebeurtenissen en de eeuwige hoop op een eind-goed-al-goed. Floris Tilanus brengt de onwerkelijkheid tot volbloedig leven in tekeningen van bovennatuurlijke schoonheid. Een ideaal kerstcadeau voor iedereen die gelooft in onze grenzeloze verbeelding.