De stad Taroesa ligt 101 kilometer buiten Moskou, net ver genoeg om in de Sovjettijd te dienen als een plaats waar voormalige politieke gevangenen en andere ‘ongewensten’ zich mochten vestigen. Gelegen tussen het machtscentrum en de provincie, is Taroesa de perfecte plek om een Rusland te observeren dat, in de woorden van Maxim Osipov, ‘veel veranderd is in de loop van vijf jaar, maar in twee eeuwen eigenlijk helemaal niet’.
Deze nieuwe verzameling korte verhalen en schetsen van de Russische meester van de bitterzoete humor, dramatische ironie en aangrijpende inzichten in het hedendaagse leven, wint in dit tijdsgewricht nog dagelijks aan urgentie. Osipov lezen is het diep peilen van de condition humaine. Bedrog, politieke druk, discriminatie, armoede en drank, alomtegenwoordige corruptie, de toenemende noodzaak om te emigreren en de angst om je huis te verlaten, evenals generatieconflicten, zijn net zo verweven in dit werk als in het leven van Osipovs mede-Russen.
Maxim Osipov (Moskou, 1963) won in Rusland Osipov verscheidene literaire prijzen en zijn proza is inmiddels in vele talen vertaald. Bij Van Oorschot verscheen eerder de bundel De wereld is niet stuk te krijgen. In maart 2022 ontvluchtte Osipov met zijn familie Rusland. In 2022-2023 is hij aangesteld als gastdocent aan de universiteit van Leiden.
‘Wanneer je je in de verhalen van Osipov verdiept, zie je dat ze bedrieglijk eenvoudig zijn, net als die van Shalamov: achter deze haast kinderlijke alledaagsheid gaat een verborgen afgrond schuil. Het werk doet je voortdurend inzien hoe moeilijk het is om van de mensheid te houden – zo prachtig, weerzinwekkend en angstaanjagend als die is – maar om mens te blijven, is dat precies wat je moet doen: je moet van de mens houden… Zulke gedachten bij je oproepen – dat is iets wat alleen echte literatuur kan.’ – Svetlana Alexijevitsj