In een bespreking in De Volkskrant van Hans van Pinxterens bundel In een zwervend licht signaleerde Kees Fens hoe de dichter in zijn poëzie met minieme verschuivingen of bijna-herhalingen een opmerkelijke zeggingskracht bereikt. Deze zeggingskracht is sindsdien, met de vertalingen die hij maakte van grote dichters, romanciers en wijsgeren, alleen nog maar toegenomen.
Voor Vogels, vlinders & andere vliegers maakte Van Pinxteren een selectie uit zijn negen eerdere dichtbundels. Maar niet om een chronologisch geordende bloemlezing samen te stellen. Van Pinxteren koos hij uit zijn vroegere werk de gedichten waarin hij zich nog kon vinden en vulde ze aan met een ongebundelde teksten. Om een zo groot mogelijke eenheid van vorm te brengen in de over een periode van ruim 50 jaar ontstane gedichten, herzag hij veel van deze teksten uitgebreid. Het resultaat is een schitterend nieuw dichtwerk in hechte compositie van een subtiel dichter.