In de kantlijn: Hedendaags Kafkaïsme

door Wouter van Oorschot

Aan:
Blume, Stolker & Roel
Incasso en gerechtsdeurwaarders
Rotterdam
en
Intrum Justitia
Incassobureau
Den Haag

L.S. Dames en heren van Blume c.s. en Intrum Justitia!

Vandaag, 14 januari ontving ik tot mijn stomme verbazing en niet geringe ergernis op mijn naam van Blume-Stolker-Roel een brief gedateerd ‘s-Gravenhage 12 januari 2010 maar met telefoonnummer Rotterdam (010-4434730) én met onleesbare handtekening én met
uw dossiernummer IN1/09.73084
waarin wordt gedreigd met gerechtelijke stappen als ik niet binnen 8 dagen 1973,36 euro betaal wegens een vordering van INTRUM JUSTITIA (VODAFONE).

Reeds enkele weken geleden werd ik door een medewerker van Vodafone gebeld met de wens om te komen tot een betalingsregeling voor een soortgelijk bedrag.

Ik heb deze mijnheer toen heel vriendelijk te woord gestaan. Hij had namelijk de verkeerde persoon voor zich, aangezien de firma Vodafone mij uitsluitend bekend is van even onzinige als bijzonder ergerlijke (“Make the most of now”) televisiereclames, ik net zomin met deze firma als met een andere, zich fonetisch mogelijk hetzelfde doch neergeschreven wellicht “Fodaphone” noemende firma contact (weet ik het) heb gehad, laat staan een overeenkomst heb gesloten op basis waarvan ik mijzelf tot het betalen van welk bedrag ook zou hebben verplicht.

“O”, antwoordde mij deze medewerker (zo te horen een jonge man).

Daarna bleef het enige tijd stil.

Hij moest iets bedenken, zoveel was duidelijk.

Ten overvloede meldde ik hem dat hij het telefoonnummer van Uitgeverij G. A. van Oorschot had gekozen, waarvan ik directeur ben, dat echter ook mijn bedrijf geen enkele overeenkomst met VODA- of FODAFONE of -PHONE heeft, en dat daarenboven alleen ikzelf gerechtigd ben om dergelijke overeenkomsten aan te gaan, dus dat er wel degelijk en overduidelijk sprake moest zijn van een misverstand.

“Dat lijkt mij ook dus dan zal ik dit melden aan de afdeling”, antwoordde de jongeman.

Ik zei dat dit mij een goed idee leek want dat de firma Vodafone toch op zijn minst over gegevens moest beschikken waaruit bleek dat ik wél enige overeenkomst met betalingsverplichting ondertekend had (ik noem maar wat: mijn handtekening ergens onder?) en dat dit anders toch heus “vodaphony” gegevens moesten zijn.

Zoals gezegd een keurige jongeman. “Ja, dat lijkt mij ook. Dag meneer.”

“Wilt u mij dat wel even bevestigen?”

“Natuurlijk meneer.”

Niets meer van gehoord en nu krijg ik plots uit Rotterdam deze onbeschofte incasso alleen al wegens onleesbare handtekening namens “Team 1”. Hallo? U schrijft wél een mens aan ja! En hij mag dan als mens verklééd zijn, hij is er wél een en zo wil hij ook behandeld worden stelletje schorum!

Enfin Om 15:57 uur opgebeld naar Rotterdam. Vriendelijke telefoniste die mij niet mag doorverbinden omdat men na 16 uur niemand meer telefonisch te woord wenst te staan. Anders gezegd: hier belt een persoon die door Blume c.s. in commissie van Intrum Justitia in commissie van Vodafone valselijk van wanbetaling om niet te zeggen diefstal wordt beschuldigd om uit te leggen hoe het zit maar nee, de bedrijfsleiding maakt voor dat soort mensen geen uitzondering. “We kunnen niet meer doorverbinden meneer, stuur u maar een e-mailtje.” Hoe onbeschoft!

Enfin ik bereid deze e-mail voor en lees dat Intrum Justitia ook zélf een incassobedrijf is. Ik vind IJ op internet en bel het centrale telefoonnummer. Ik krijg een welwillende jongeman aan de lijn die mij na drie keer uitleggen hoe het zit niet kan vinden in de IJ-systemen, mij niet kan vertellen wat het e-mail adres van IJ is zodat ik daaraan geen cc van mijn e-mail aan Blume c.s. kan sturen en die mij, als ik hem zeg dat dit mij hoogst onwaarschijnlijk voorkomt, (nota bene wij zijn intussen 45 minuten verder) pas dan uitlegt dat hij van de IJ-afdeling gas en licht is en niet van die waar de Vodafone-incasso onder valt.

“Mijnheer ik denk dat ik de firma een rekening ga sturen voor alle intussen door mij aan deze kwestie bestede tijd!”

“Het spijt me meneer ik kan u niet helpen en ik kan u niet doorverbinden met de afdeling die over Vodafone gaat.”

“Maar ik kreeg u toen ik het centrale numer belde!”

“Ik kan u wel teruggeven aan de receptie meneer.”

“Dank u.”

“Receptie!”

“Mag ik de afdeling die over Vodafobie gaat alstublieft?”

“Ogenblik mijnheer.”
.
Ik krijg een vriendelijke, véél intelligenter jongedame aan de lijn die, godlof, inderdaad iets met de Vodafone-incasso van doen heeft en herhaal mijn verhaal.

Ook zij kan als ik haar mijn gegevens geef, in haar systeem niets vinden.

De opmerkelijke situatie doet zich dus voor dat Blume c.s. uit Rotterdam mij in opdracht van Intrum Justitia te Den Haag om zo te zeggen “de wacht aanzegt” terwijl ik in de systemen van laatstgenoemde firma niet voorkom.

Dames en heren, ik zeg u dit! Bij deze sommeer ik u mij niet langer lastig te vallen, behalve met een telefoontje dan wel e-mail, dat ik ten laatste maandagmiddag 18 januari uiterlijk 16:45 uur verwacht, waarin u zich bij mij ruiterlijk verontschuldigt voor de veroorzaakte overlast, dan wel mij sluitend bewijs toont dat ik voornoemd bedrag inderdaad verschuldigd zou zijn.

Om u tot serieuze spoed terzake te manen, dus hierop vooruitlopend, zet ik uw beider firma’s middels openbaarmaking van deze mijn brief per direct publiekelijk te kijk op mijn eigen webstek www.vanoorschot.nl. Tot uw relatief geluk weet de massa deze webstek maar moeilijk te vinden. Echter bij in gebreke blijven, zal ik na 18 januari 2010 – 16:45 uur even zélf “the most of now” makend alle mij ter beschikking staande media in stelling brengen opdat Vodafones maar ook uw eigen onzorgvuldige handelswijze (wie met pek omgaat nietwaar) in het openbaar aan de kaak zal worden gesteld.

Met bijzonder onvriendelijke groet,
Laagachtend,

Enz.