Wond

Een jonge vrouw gaat op reis van Moskou naar haar geboortestad in Siberië, waar ze de as van haar moeder wil begraven, naast de graven van haar oma en tante. Tijdens haar reis onderzoekt ze haar jeugd, haar relatie met haar moeder, haar seksuele ontwikkeling als lesbische vrouw en haar weg naar het schrijverschap.

Wond is niet alleen een aangrijpend en boeiend reisverslag door hedendaags Rusland, het is vooral een zeer persoonlijk en intiem verslag van de worsteling van een dochter met de dood van haar moeder. In haar relaas weeft Oksana Vasjakina beschouwingen over schrijvers en kunstenaars wier werk haar raakt, zoals Annie Leibovitz en Louise Bourgeois. Ze is zeer openhartig over lichamelijkheid, over ziekte en verval, over onbegrip en afstand tussen mensen, over seks en over haar eigen geestelijke worstelingen en depressies. Op indringende wijze laat ze zien hoe het is om in een maatschappij te leven die juist niet wil dat je eerlijk bent over jezelf.

Vasjakina is een van de meest opvallende en gedurfde nieuwe stemmen in de Russische literatuur. Wond mag niet in de Russische boekhandel worden verkocht vanwege het verbod op verspreiding van informatie over ‘niet-traditionele’ seksuele relaties.

‘Het objectief’ genomineerd voor de Anton Wachterprijs

Martien van Agtmaals Het objectief is een van de zes genomineerden voor de Anton Wachterprijs 2024! Deze prijs wordt eens per twee jaar uitgereikt aan het beste literaire prozadebuut. Op zaterdag 22 juni wordt de winnaar bekendgemaakt tijdens het Literair Festival Harlingen.

Kunnen we al buiten eten?

Of je nu op een kleedje in het stadspark allerlei hapjes uitstalt, de barbecue aansteekt in eigen tuin of van een salade niçoise geniet op een Frans terras: er is weinig zo fijn als buiten eten.

In deze verzameling beschrijft Marjoleine de Vos op heerlijke en herkenbare wijze wat tafelen in de zomer zo’n bijzonder genot maakt. Van sappige komkommers en frisse salades tot aardbeien met room en witte wijn bij de lunch: elke pagina brengt de verrukkelijkste geuren en smaken tot leven, alsof je zelf bij De Vos aan tafel zit te wachten tot de maaltijd wordt geserveerd.

Ik kus uw handen duizendmaal. Faxen aan Ger

In dit nieuwe deel ‘faxen aan Ger’ is het debuut van Nicolien Mizee net verschenen: ze is nu echt schrijver en maakt kennis met het circus rond zo’n debuut, de radio- en kranteninterviews. Mizee begint meteen aan een tweede boek, dat een grote ‘echte roman’ moet worden en reist naar Brazilië. Hoe te leven, tussen grootse plannen door? Het zijn vooral de kleine, alledaagse beslommeringen die ook dit deel van de serie onweglegbaar maken.

Mizee lezen is een stoomcursus in aandachtig leven, met oog voor het absurde én het ontroerende.

Autobiografie van een flat

Otto de Kat keert terug in de flat van zijn allang overleden ouders, die daar in 1941 kwamen wonen, in een gebombardeerd Rotterdam. Hij werd er na de oorlog geboren en groeide er op. Nu richt hij zich opnieuw in, en uit alle kamers komen de herinneringen, oude geschiedenissen en soms nieuwe inzichten. Hij duikt onder in de microkosmos van het gezin, en weer ondergaat hij de toverwereld van zijn jeugd. Door alle onontkoombare herinneringen heen schetst hij het leven van zijn ouders in de oorlogsjaren, waarin ze in hun flat en hun straat ondanks alles zoveel geluksmomenten kenden.

Meanderend en associërend tekent hij de kaart van een verleden dat niet wil verdwijnen. Het geloof en de dood van zijn moeder, de ziekte van zijn vader, hoe zijn broer en hij hetzelfde meisje liefhadden, het verongelukken van zijn beste vriend. Zeer ingrijpende en aangrijpende gebeurtenissen, maar hij weet zo te schrijven dat er iets lichts uit ontstaat, iets zachts, iets dat alles te maken heeft met geluk.

‘De wereld een lichaam’: essays

Het lichaam dat in deze bundel essays centraal staat, wordt uit elkaar gehaald, geanalyseerd, verlengd, weer in elkaar gezet, en soms zelfs gewichtloos gemaakt. Dat levert fascinerende stukken op die de lezer bij vlagen ongemak bezorgen. De auteur wil in haar jeugd het liefst géén lichaam hebben en voelt zich meer een tussenmens. Later zal ze vaak uit haar lichaam verdwijnen en onbereikbaar worden. Gaandeweg krijgt ze vrede met haar lichaam. Maar echt houvast vindt ze pas in het water waar ze dagelijks zwemt, in alle mogelijke omstandigheden. In de zwemstukken onderzoekt ze de grenzen van haar lichaam, en overschrijdt die af en toe.

Ze ontdekt dat haar afzonderlijke lichaamsdelen, zoals botten, ogen en tanden, nauw verbonden zijn met identiteit. Dat geldt ook voor verlengstukken van het lichaam, zoals de pijp en het schaakspel van haar vader. En het gaat zelfs op voor iets wat zo ongrijpbaar en vluchtig is als iemands bewegingen, of haar eigen schaduw.

Melani Reumers (1967) studeerde ooit af in de geofysica. Via allerlei omzwervingen belandde ze aan het andere uiterste van het spectrum, bij het vertalen van literaire teksten uit het Spaans. Daar ontdekte ze het schrijven, van verhalen en essays. Eind 2022 studeerde ze af aan de Schrijversvakschool. Haar essays werden gepubliceerd in onder meer De Gids, Liter, en Dietsche Warande & Belfort.

Fifth Wave 2024/1

Fifth Wave 2024/1

In het tweede nummer van de Engelse Fifth Wave, dat gevuld is met een keuze uit de Russische edities twee, drie en vier, staan bijdragen van: Joeri Smirnov, Andrej Golysjev, Sergej Gandlevsky, Otto Boele, Jevgenia Berkovitsj, Ilja Jasjin, Andrej Bogen, Andrej Kordotsjkin e.a.

‘Wantij’: wadlopen met Jaap Robben

De Waddenzee verdrinkt. Veel delen van het wad komen steeds vaker en langer onder water te staan, waardoor het wadlopen misschien binnen tien jaar al onmogelijk zou kunnen zijn. Reden dus voor Jaap Robben om voor het eerst te gaan wadlopen naar Schiermonnikoog.

Hij verwacht een kalme, haast meditatieve tocht, omringd door niets anders dan wat luierende zeehonden en talloze verborgen schatten die de zee heeft achtergelaten. Maar al snel wordt duidelijk dat hij zich heeft vergist: met laconieke gidsen en een tiental mede-wadlopers, waaronder iemand die luid met zijn moeder beeldbelt en een groep vrijgezellenfeestvierders, blijkt de tocht allesbehalve meditatief.

Robben zoekt de rust op achteraan de stoet en verbaast zich daar over hoe weinig er eigenlijk te zien is: geen zeehonden en krioelende beestjes in het zand, alleen maar een enorme, uitgestrekte vlakte zompige modder. En terwijl hij voort baggert naar het noordelijkste puntje van Nederland, probeert Jaap te zien wat onzichtbaar is.