In den vreemde. Kronieken

Waar je ook bent, wie je ook ontmoet, wie je ook verliest en soms weer terugvindt – de zoektocht om jezelf te doorgronden gaat altijd door. In het oeuvre van Frida Vogels is het nauwgezet zelfonderzoek altijd leidend geweest. Met haast mathematische precisie volgt ze de bewegingen van haar geest, zowel in haar dagboeken als in de roman De harde kern, waarmee ze in één klap haar naam vestigde.

In den vreemde geeft een meeslepende beschrijving van Vogels’ jeugd in Bloemendaal en Laren, bestrijkt de oorlogsjaren met hongertochten naar boerderijen in de nabije omtrek, en voert via Parijs naar Italië, waar ze zich vestigt, eerst in Milaan, later in Bologna. Elk jaar keert ze drie maanden terug naar Amsterdam om rustig te kunnen schrijven.

Dit rijke, caleidoscopische boek, dat ook gaat over de Italiaanse familieleden en collega’s van Frida Vogels’ man Ennio, fungeert als waardige sluitsteen van haar oeuvre.

Frida Vogels (1930) debuteerde in 1992 met de roman De harde kern. In 1994 werd het tweede deel hiervan, Met zijn drieën, de Libris Literatuur Prijs toegekend. Tussen 2005 en 2014 verschenen haar dagboeken in elf delen (1954–1978). In 2020 verscheen De vader van Artenio, een portret van haar Italiaanse schoonvader. Ze vertaalde werk van Gavino Ledda, Primo Levi, Alberto Moravia, Cesare Pavese en Salvatore Satta en bezorgde in 1994 de uitgave van Onder het ijs van Bert Weijde (1932–1986).

Een van ons (Native Son)

De twintigjarige Afro-Amerikaanse Bigger Thomas is afkomstig uit een achterstandswijk in Chicago. Tijdens zijn eerste etmaal als chauffeur in dienst van een gegoede witte familie vermoordt hij de dochter des huizes, en slaat hij op de vlucht. De moord en aanleiding ertoe, zijn vlucht en het verdere verloop tot aan het vonnis in de rechtszaak zijn doordrenkt van het racisme dat Biggers hele wereld en leven bepaalt.

Het verhaal van Bigger toont niet alleen het tot in de haarvaten doorgedrongen racisme van zijn tijd, maar houdt ook ons
nu een spiegel voor. Door dit pijnlijke, messcherpe verhaal staan Bigger Thomas en zijn problemen blijvend in de gedachten van de lezer geëtst.

Richard Wright weet voelbaar te maken wat racisme met een mens doet, en hoezeer het een maatschappij ontwricht. Dat
maakt Een van ons (Native Son) tot een iconische roman.

Zo oud als de tijd

In het eerste deel vertelt de schrijver over zijn belevenissen met vrouw en kind, thuis en op reis, afgewisseld met verhalen over de niet bij name genoemde Klytaimestra, een vrouw van dertig eeuwen geleden, die in de wereldliteratuur doorgaans als een monster wordt afgeschilderd. Als meisje leeft zij in een prachtige vallei, met een vader die haar legendarische verhalen vertelt en als koning zijn volk verbiedt de zee op te gaan. Zij moet haar idyllische leven opgeven voor een huwelijk met een buitenlandse, machtsbeluste vorst, die onder religieuze politieke druk hun dochter opoffert om overzee oorlog te kunnen voeren.

In het tweede deel zijn de oorlogvoerende mannen en hun vrouwelijke slachtoffers aan het woord. De oorlog duurt jarenlang, de verbinding met het thuisfront wordt verbroken. Geleidelijk voelt de vrouw zich vrijer. Wanneer een oude vijand van haar man haar voorzichtig benadert slaagt zij er met zijn hulp in haar man bij zijn triomfantelijke terugkeer te doden.

In het laatste deel spuwt de schrijver, al dicht bij de dood, zijn gal over het botte, grote mensdier, dat blind voor de schoonheid van het kleine leven de greep op zijn daden voorgoed verliest en het onderspit delft tegen de natuur

Romeinse roman: ‘De gouden ezel’

De wereld door de ogen van een ezel. Een wereld vol wreedheid en gevaar, waar het ‘ieder voor zich’ is en waar liefde,
trouw en eerlijkheid ver te zoeken zijn. Een wereld vol verhalen ook: over charlatans en bedriegers, rovers en rondtrekkende
priesters, en met bovenaardse figuren zoals de godin Isis. Dat is het toneel in De gouden ezel, de Romeinse roman van
Apuleius van Madauros uit het eind van de tweede eeuw.

De verteller en hoofdpersoon Lucius is verzot op magie en sensatie. Hij verandert al vroeg in het boek in een ezel. Wel
behoudt hij zijn mensenverstand, maar ingrijpen kan hij nauwelijks meer. Hij wordt verkocht, geroofd en mishandeld,
en zijn opeenvolgende eigenaren zijn meestal boosaardige egoïsten. Maar als ezel krijgt Lucius ook prachtige
verhalen te horen: van geil en spannend tot verheven en stichtend. Beroemd is het verfijnde sprookje van Amor en Psyche in het hart van de roman. Als het Lucius weer lukt mens te worden treedt hij in dienst als priester van Isis. Eind goed, al goed dus, of toch niet?

De gouden ezel is een feest van taal. In een veelzijdig en humoristische stijl vertelt Apuleius het bizarre verhaal van Lucius, waarbij je je geen moment verveelt.