Haar hoofd lag in een perk van haar

Haar hoofd lag in een perk van haar,

Als bloemen in een bed –

Haar hand witter dan walschot dat

Het heilig kaarslicht voedt.

Haar tong was teerder dan het lied

Dat wiegelt in het loof –

Wie ’t hoort kan ongelovig zijn,

Maar wie het ziet, gelooft.

Uit: Emily Dickinson, Verzamelde gedichten