405, novembernummer 2004

Een debuut: in het verhaal ‘De trap’ van Thomas Benjamin laat een kok zijn magere lichaam schilderen door een vrouw die nauwelijks meer eten kan. Hij droomt over wat hij haar wil voorzetten: basilicumijs, konijn in een zoutkorst, gepekelde citroenen…‘Alleen iets dat ze al kende kon hij voor haar koken, uit de jaren voor haar gemis; ze zou het zich herinneren en zonder te kauwen zeggen dat het lekker was.’

Ook Eli Hamel schreef verhalen over lichamen die geheimen met zich meedragen: dat van de vereenzaamde man die zich geheel verpakt in dekens voortbeweegt en de lichamen van twee geliefden die ‘s nachts van vorm lijkt te veranderen.

In een brief aan John Coltrane schrijft Erik Menkveld over Coltrane’s latere muziek, die al spelend werd uitgevonden. ‘Hoe meer ik naar ‘Chasin’ the Trane’ luister, hoe meer ik ervan overtuigd raak dat datgene wat jou ‘gegeven’ werd in dat geïnspireerde kwartier een geschenk van je materiaal was. En dat jij eerder een geniaal vakman was, dan een profeet of een heilige.’

Coltrane figureert ook in het gesprek tussen Arjan Peters en P.F. Thomése over schrijven op onbekend terrein: ‘Ik kwam terecht bij schrijvers die met hun rug naar de deur werkten, zogenaamde ‘moeilijke’ schrijvers zoals Celan natuurlijk, maar ook Heidegger. En ik luisterde ook naar muziek die dan als moeilijk geldt, de late solo’s van John Coltrane bijvoorbeeld. Omdat die kunstenaars en denkers zoeken naar dingen die er nog niet zijn.’

Toine Moerbeek schreef een essay voor Kees Ouwens, die er niet meer toe kwam te antwoorden. Een essay over Narcissus die geen narcist was, omdat hij zichzelf niet kende en avant la lettre zijn ‘ik’ zag als ‘de ander’.

Esther Gerritsen zorgt voor de derde aflevering van de De Ideale Bibliotheek: ‘In mijn ideale bibliotheek zijn al mijn gedachten te vinden maar ze zijn niet te herleiden. Ze zijn niet te herleiden door mijn naam die eronder staat of door onderstreepte zinnen of omgevouwen hoeken. Een bibliotheek zonder aantekeningen en ezelsoren waarvan ik als getuige de enige ben die mijn gedachten erin zal kunnen herkennen.’

Veel opmerkelijke – en uiteenlopende! – poëzie: nieuwe gedichten van Arjen Duinker, Eva Gerlach, Wim Hofman, Willem Jan Otten en Edward van de Vendel.

ingenaaid

Prijs:

 12,50

Uitverkocht