426

polemiek

Menno Hartman vraagt zich naar aanleiding van nieuw werk van Ilja Leonard Pfeijffer af hoe robuust en hoe naakt deze dichter eigenlijk is. ‘Literaire polemiek is een (ernstig) spel dat althans in Nederland niet meer gespeeld wordt,’ meent Arnon Grunberg. ‘Inzet van het spel is om de tegenstander zoveel mogelijk te vernederen en op fouten te betrappen.’ Iris Brunia schrijft: ‘Ik geloofde dat er een tijd zou komen dat ik jouw woorden aan je terug kon geven.’ Patrick Bassant tart de houdbaarheid van het recente rookverbod en Jeroen van Kan snakt naar adem in het steeds nauwere keurslijf van de vaderlandse moraal. Paul Litjens schuimbekt tenslotte over de media: ‘Niets ten nadele van Van Nieuwkerk persoonlijk, maar wat een verkwisting van talent!’

Karel van het Reve – wiens Verzameld Werk in zeven delen in december 2008 begint te verschijnen – wond zich al op over de achterlijke artikelen 147 en 147a. Elma Drayer onderzoekt het polemische karakter van dit essay: ‘Virtuoos fileert hij de angsthazige reacties in Nederland op de fatwa die ayatollah Khomeiny even daarvoor had uitgesproken over de schrijver Salman Rushdie. Kees Sorgdrager bespreekt Nacht op de kale berg van Karel van het Reve: ‘Karel mag dan een grondige afkeer hebben gehad van de literatuurwetenschap met haar raadselachtige onleesbaarheid, in literaire kunstgrepen was hij zeer geïnteresseerd.’ Verder met verhalen van: Pieter van der Vorm, Koen Peeters, Lucy Stahlman en Frans Kingma.

Zie ook voor bijdragen van Karel van het Reve de nummers 164, 146, 245-246, 284, 264

ingenaaid

Prijs:

 0,00

Uitverkocht