Jan van Nijlen

Verzamelde gedichten

Minstens even goed als die van Bloem, maar veel minder gelezen: de poëzie van de dichter Jan van Nijlen (1884–1965). Dat velen Van Nijlen, de dichter die onsentimenteel wist te schrijven over heimwee en verlangen, alleen kennen van zijn, overigens prachtige, gedicht ‘Bericht aan de reiziger’ met de beroemde regel ‘Bestijg den trein nooit zonder uw valies met dromen’, is onterecht. Want er is veel meer prachtig werk van zijn hand verschenen: meer dan elf bundels poëzie, en de prozateksten Druilende burgerij, Jeugdherinneringen van een eenzelvig man (1982); Herinneringen aan E. du Perron (1955).

De uitgave van Jan van Nijlens Verzamelde gedichten heeft een lange voorgeschiedenis. Allereerst verscheen een selectie van zijn poëzie in Gedichten 1904–1938, gevolgd door Gedichten 1904–1948. In beide uitgave was door de dichter vrijwel geheel voorbijgegaan aan zijn vroegste werk. In 1964 verscheen met Van Nijlens instemming een door zijn goede vriend C. Bittremieux (1920–2003) bezorgde, sterk uitgebreide editie onder de titel Verzamelde gedichten (1903–1964). Deze werd in 1979 herdrukt. Vanaf de derde druk (2003) bevat de uitgave tevens een alfabetisch register op titels en beginregels.

DE JONGE WOLF

Kom, laat mij los, laat mij maar lopen,
ik vind de weg wel door het bos.
Mijn hart is sterk, mijn oog is open
Kom, laat mij lopen, laat mij los.

Vrees je dat ik de weg niet vind,
mijn vrijheid al te duur zal kopen?
Jij vader was ook eenmaal kind,
en toch ben jij ook weggelopen.

Kom, laat mij lopen, laat mij los.

ISBN 9789028200449
gebonden
432 pagina's

Prijs:

 32,50

Uitverkocht