Werkelijkheid

Ik doe zaken
ik heb een heel grote schrijftafel
en mijn gezicht staat moeilijk
ik praat in een telefoon
en ik heb een mijnheer
die juffrouwtjes kan laten werken
en nog meer mijnheren
de juffrouwtjes ruiken zo lekker
ze ruiken allemaal verschillend
de mijnheren zijn in grote jassen
ik bloos er wel van
het lijken wel Engelsen
en ik begrijp niet, waarom ze doen wat ik vraag

er was veel zaken vandaag
het waren allemaal gedachten van mensen
er waren veel dikke, die duwden en waren onwillig
ik begreep niet, waarom ze zo koppig waren
er waren magere, met valse haakjes
en er zat veel in de knoop
het was precies het kistje met oudroest en touwtjes
van mijn grootvader
ik was een vreemdeling

toen ben ik maar gaan wandelen in de bosjes
het was een arme dag, de straat was nat
de zwarte boompjes hadden honger
die trok hun magere vingertjes krom
de wind zei verdrietige verhaaltjes
het novemberlicht was saai en schraal achter vervelende wolken
maar in mijn hart bonsde de opstand
en ik zei: lieve god, ik wil een straatsteen zijn

Uit: J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
zie Oorshop

Over de reeks

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters.

2008
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
(door Ingmar Heytze)

2009
Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters)


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

Over de reeks

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters.

2008
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
(door Ingmar Heytze)

2009
Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters)


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

Over de reeks

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters.

2008
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
(door Ingmar Heytze)

2009
Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters)


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

Over de reeks

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend
is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters.

2008
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
(door Ingmar Heytze)

2009
Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters)


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

Pers

Mario Molegraaf op 2 januari 2009 in de Provinciale Zeeuwse Courant over deze bloemlezing:

‘Regen, de meeste mensen kijken triest uit het raam. Maar wat had J.C. van Schagen (Vlissingen 1891-Deventer 1985) op zijn verlanglijst staan? ‘Het allerliefste?/ een zware regen.’ De bloemlezing Ik ga maar en blijf begint met een loflied op de regen en eindigt met een gedicht dat ‘Regen’ heet.
En tussendoor natuurlijk regen, regen, regen.

Misschien dat zijn naam daarom weinig meer valt. Een warme zomeravond, daarover praten we lang na. Een regenweek, stil alsjeblieft. De regenachtigste dichter van Nederland, maar allerminst een grijs oeuvre. Daarom is het goed dat hij door deze uitgave, in een nieuwe reeks van de toonaangevende uitgeverij Van Oorschot, een herkansing krijgt. Dankzij een van de populairste dichters van dit moment, Ingmar Heytze, die de bundel samenstelde en inleidde.

Hij prijst ‘de eeuwig jonge dichter’. Maar bekent ook zich een opkoper te hebben gevoeld ‘die de inhoud van een grote rommelzolder moet komen taxeren’. Van Schagen schiftte namelijk niet. Narrenwijsheid, zijn debuut uit 1925, heeft een motto van Spinoza dat alles verklaart.

Heytze heeft de Latijnse tekst trouw overgeschreven, maar niet vertaald. Er staat: wanneer je beseft dat alles de noodzaak van de goddelijke natuur volgt en volgens de eeuwige wetten van de natuur verloopt, keur je niets af, minacht je het of vind je het belachelijk. De Walcherse dichter trekt zijn conclusie: ‘Daarom wil ik niets uitzonderen/ ik geef geen namen’.

Een naïeve dichter, noemt Heytze hem. Maar kan een naïeve dichter zo’n ingewikkelde filosofie aanhangen? ‘Ik ga maar en ben’ was zijn devies. Alleen ging hij bij voorkeur de ándere kant op. Regen was in zijn ogen een feest, en ook op een mislukt vers rustte zegen. Hij gaf immers geen namen, maakte geen onderscheid.

Hij die veel te veel schreef, was weer heel goed in zwijgen. Hij blonk uit in korte gedichten om lang over na te denken. Even verfrissend als een bui na een benauwde dag: ‘is dat nu alles?/ vroeg de verdrietige mens/ ja, zei de engel’. De verdrietige mens haast zich bozig over de natte straat. De vrolijke dichter schudt verbaasd het hoofd, ergens boven Domburg in een wolk die nog veel, veel regen draagt.’

Op de website ‘Poezierapport’ verscheen een besprekeing van de bundel.  Klik hier.

Over de reeks

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters.

2008
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
(door Ingmar Heytze)

2009
Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters)


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

Nieuw Turingdeel

Er is een nieuw deel verschenen in de Turingreeks. Dichter en essayist Tom van Deel maakte een keuze uit de poëzie van Simon Vestdijk. Het resulteerde in de bloemlezing Een snik tot glimlach omgelogen. In zijn inleiding schrijft Van Deel: ‘De titel van deze bloemlezing vat stilistisch in een notedop samen, waarom deze poëzie zo’n nooit verslappende taalervaring is: een herfstblad typeren als “een snik tot glimlach omgelogen” is Vestdijk op zijn allerbest.’

Vestdijk (1898-1971) heeft een enorme hoeveelheid poëzie geschreven; in totaal ongeveer tweeduizend bladzijden dundruk. Dat de poëzie minder bekend is geworden dan de romans en de essays, is niet verwonderlijk. ‘Zo gaat dat nu eenmaal,’ schrijft Van Deel, ‘dat de romans de meeste aandacht trekken, daarna het beschouwelijk proza, en de poëzie resteert dan voor een klein gezelschap van echte liefhebbers.’ Juist om die reden is deze bloemlezing belangrijk: ze vraagt opnieuw de aandacht voor een groot dichterlijk oeuvre, dat Kees Fens het ‘hooggebergte’ in ons poëtisch landschap noemde.

In de Turingreeks verschenen eerder bloemlezingen uit het werk van Chr.J. van Geel, Jan Hanlo, Adriaan Morriën, J.A. dèr Mouw, J.C. van Schagen en M. Vasalis.