Overal kan ergens zijn

Misschien kwam ik uit de bergen, misschien uit het laagland. Ik weet het niet meer. Misschien uit de stad, maar ik zou niet weten uit welke stad in welk land. Misschien kwam ik uit de buitenwijken van een stad waar ook anderen vandaan kwamen of een stad waar alleen ik vandaan ben gekomen. Wie zal het zeggen? Wie bepaalt of het regende of zonnig was? Wie zou het zich moeten herinneren? Ze zeggen dat er aan de grens vanalles gebeurt, maar niemand weet aan welke grens. Ze hebben het over een hotel daar, waar het niet erg is als je je koffer bent vergeten, er staat een andere klaar, groot genoeg en alleen voor jou.

Uit: Mark Strand, Bijna onzichtbaar

Een bankier in het bordeel der blinde vrouwen

Een bankier stapte als een pauw het bordeel der blinde vrouwen binnen. ‘Ik ben een herder,’ verkondigde hij, ‘en speel zovaak mogelijk op mijn fluit, maar ik ben mijn kudde kwijt en voel dat mijn leven op een keerpunt staat.’ ‘Zo te horen,’ zei een van de vrouwen, ‘ben je een bankier die alleen maar doet of hij een herder is en wil je medelijden van ons, wat je nog lukt ook, want je bent zo laag gezonken dat je ons probeert te bedonderen.’ ‘Schatje,’ zei de bankier tegen de vrouw, ‘zo te horen ben jij een rijke weduwe op zoek naar wat opwinding en helemaal niet blind.’ ‘Deze waarneming doet vermoeden,’ zei de vrouw, ‘dat je toch een herder bent, want welke rijke weduwe vindt het opwindend om de hoer te spelen en dan bij een bankier te belanden?’ ‘Juist,’ zei de bankier.

Uit: Mark Strand, Bijna onzichtbaar

Mark Strand in Nederland

Mark Strand treedt op zondag 22 april op in het city2city festival in Utrecht, om 16.00 uur op de Korte Nieuwstraat 24.
Van Strand verscheen recent bij Van Oorschot de tweetalige bundel Bijna onzichtbaar / Almost Invisible, in de vertaling van Wiljan van den Akker en Esther Jansma.

Klik hier voor het programma.

Begraaf je gezicht in je handen

Omdat we de rivier zijn overgestoken en de wind slechts een gevoelloze uitrol van kou biedt en we ons mak hebben aangepast en niet langer hopen op meer dan we kregen en ons niet eens meer afvragen hoe we hier zijn beland, laat het ons koud dat alles anders liep dan we verwachtten. Het is onmogelijk de mist waarin we leven te verdrijven, te weten dat we weer een dag hebben verdragen. De stille sneeuw van gedachten smelt al voor hij kan blijven liggen. Waar we zijn is nog niet beslist. De poorten naar nergens vermenigvuldigen zich en het heden is zo ver weg, zo ontzettend ver weg.

Uit: Mark Strand, Bijna onzichtbaar

Overal kan ergens zijn

Misschien kwam ik uit de bergen, misschien uit het laagland.

Ik weet het niet meer. Misschien uit de stad, maar ik zou

niet weten uit welke stad in welk land. Misschien kwam ik

uit de buitenwijken van een stad waar ook anderen vandaan

kwamen of een stad waar alleen ik vandaan ben gekomen.

Wie zal het zeggen? Wie bepaalt of het regende of zonnig

was? Wie zou het zich moeten herinneren? Ze zeggen dat

er aan de grens van alles gebeurt, maar niemand weet aan

welke grens. Ze hebben het over een hotel waar het niet

erg is als je je koffer bent vergeten, er staat een andere klaar,

groot genoeg en alleen voor jou.

Uit: Mark Strand, Bijna onzichtbaar

Nieuwe dichtbundel Mark Strand

De verschijning van de nieuwe bundel Almost invisible van de Amerikaanse dichter Mark Strand (1934) is een wereldprimeur. Pas in het voorjaar van 2012 verschijnt de Amerikaanse editie bij de beroemde uitgeverij Knopf, New York. We danken dit aan de vriendschapsband tussen de auteur en zijn Nederlandse vertalers: Esther Jansma en Wiljan van den Akker. Bijna onzichtbaar is een fraaie tweetalige uitgave. In een taal die de grenzen tussen proza en poëzie doet vervagen, met zinswendingen die ieder vals sentiment buiten spel zetten, opent Strand in Bijna Onzichtbaar een aantal vensters naar het verleden en de toekomst. Het levert vergezichten op in precieze, surreële en soms groteske, maar altijd heldere tekeningen van de afwezigheid van de dingen.

Mark Strand schreef een groot aantal bundels poëzie. Hij was Poet Laureate van de Verenigde Staten en ontving in 2004 de Wallace Stevens Award voor zijn gehele oeuvre. Hij woont en werkt momenteel in New York.

Aanbieding najaar 2011

Pierre Michon | De Elf
J.M.A. Biesheuvel | Alleen in de nacht. Een keuze uit eigen werk (hardcover)
Willem Frederik Hermans | De tranen der acacia’s (hardcover)
D. Hooijer | De wanden van Oeverhorst
Hanny Michaelis | Verzamelde gedichten
Willem Jan Otten | De vlek. Een vertelling
Mark Strand | Bijna onzichtbaar / Almost Invisible
J.J. Voskuil | Binnen de huid (hardcover)
Stephan Enter | Grip
Detlev van Heest | Het verdronken land. Terug naar Japan
Guus Middag | Rarewoordenboek. Van bereshit tot zeeajuin
Karel van het Reve | Verzameld werk deel 7
Jozien van het Reve-Driessen en Hella Rottenberg (red.) | Knip dan, toe dan! Karel van het
Reve in beeld

Tirade 434

Het nieuwe Tiradenummer bevat onder andere een groot stuk van Ronald Havenaar over Karel van het Reve. “Wat hem persoonlijk was overkomen, voltrok zich volgens zijn waarneming vervolgens ook aan het Sovjetimperium. Zijn theorie had voorspellende waarde voor de ondergang van dit communistische rijk, maar zegt waarschijnlijk ook iets over de toekomst van het Chinese communisme.”

Verder: De schilder en het meisje van Margriet de Moor kreeg een vernietigende kritiek in Het Parool en juichende besprekingen in NRC Handelsblad en de Volkskrant. Is het nu wel of niet een goede roman? Carel Peeters noemt het een “glorieuze mislukking”.

En Jaap Goedegebuure over C.O. Jellema, Jos Vos over Cees Nooteboom, Trees Dunk over Frida Vogels, Joop Goudsblom over Menno ter Braak, een interview met Herta Müller, verhalen van Sander Kollaard, Gilles van der Loo, Marijke Spies en Kerim Göçmen, poëzie van Menno Wigman, Delphine Lecomte, Kate Northrop, Harry M.P. van de Vijfeijke, Hedwig Selles en Mark Strand en een selectie uit de blogbijdragen van Guus Middag en Lieke Marsman. Het nummer is te bestellen op www.tirade.nu.